Femke Halsema gaat een essay uitbrengen voor de Maand van de Filosofie. De voormalige GroenLinks-leider legt uit dat rechts-conservatieve denkers en politici zelf geen goede ideeën hebben, maar dat ze linkse waarden hebben gekaapt en er 'rechtse ideeën' van hebben gemaakt. Ze wil dat links haar waarden weer claimt.
De erfgenaam van Nederland als een 'open, tolerant en democratisch land' (Baudet) is niet 'nieuwrechts', maar de progressieve beweging. Of zoals ik ooit wat pesterig vroeg tijdens Balkenende's normen- en waardendebat: "Door welke politieke geschiedenis en idealen willen wij ons laten inspireren? Wat houden wij de mensen - vooral jongeren en migranten - voor als lichtend voorbeeld? Is dat de benepen conservatieve moraal van gehoorzaamheid, zwerfvuil en hondepoep? Of zijn dat de progressieve waarden van tolerantie en openheid, van mensenrechten in buiten- en binnenland, van vrijheidsrechten die de gewone man tot een gelijkwaardige partner maken van de macht?"
Ze betreedt hier een arena waar al iemand anders hetzelfde heeft georeerd: Merijn Oudenampsen. In zijn boek, The Conservative Embrace of Progressive Values: On the Intellectual Origins of the Swing to the Right in Dutch Politics, legt hij eigenlijk precies hetzelfde uit als wat Halsema in haar eigen essay gebruikt. Alleen gebruikt zij een andere schrijver, de Amerikaan Richard Rorty, om een Amerikaans voorbeeld erbij te halen. Oudenampsen wordt later in haar essay er ook nog bijgehaald, waarmee zij wil benadrukken dat er een nieuwe vorm van 'links nationalisme' moet komen.
Halsema gebruikt deze voorbeelden, om te duiden dat nationalisme niet rechts is of links, niet conservatief of progressief, maar dat het noodzakelijk is. Ook in een utopische wereldstaat, stelt zij, moeten natiestaten het beleid uitvoeren. Dus kosmopolitisme en internationalisme kunnen verenigd worden met het nationalisme. Halsema lijkt met dit betoog een antithese te willen opstellen tegen de conservatieven die tot nu toe het nationalisme als hun stokpaardje hebben gebruikt. Dat doet ze ook op een zeer eloquente en mooie manier:
Nationalisme is niet per se conservatief of reactionair, patriottisme en vaderlandsliefde zijn wel degelijk verenigbaar met progressieve waarden zoals openheid, tolerantie of kosmopolitisme. Nationale identiteit is immers een product van de verbeelding, van de verhalen die telkens opnieuw worden verteld en symbolen waar grote culturele betekenis aan wordt toegedicht, zo betoogt Benedict Anderson in 1983 in 'Imagined Communities'. Dat geldt niet alleen voor het 'Wilhelmus' (pas sinds 1932 volkslied), maar ook voor politieke keuzes (euthanasie, homohuwelijk), of voor hoe we ons nationale zelfbeeld mede laten bepalen door hoe we schokkende gebeurtenissen gedenken (Tweede Wereldoorlog) of vergeten (politionele acties).
Men zou kunnen stellen dat het Thierry Baudet en andere conservatieve denkers is gelukt om een paradigma verschuiving te laten plaatsvinden. Halsema denkt misschien hier een mooie draai te geven aan het nieuw te vormen 'links-nationalisme', maar uiteindelijk zijn het de zogeheten 'nieuwrechtse' bewegingen die een overwinning hebben behaald. Dat zullen veel linkse politici en denkers vast ook vinden, omdat ze nationalisme nog steeds erg eng vinden.
Al met al, wat je ook vindt van Halsema, ze is een intelligente en goede vrouw en was een van de beste politici in de afgelopen decennia. Ze laat met deze essay zien wat ze denkt en voelt en stelt op een eloquente wijze samen wat het links-nationalisme zou kunnen zijn. Een beetje wat we hadden met Jacques Monasch. Helaas is hij er niet meer.