De Parlementaire Enquetecommissie Woningbouwcorporaties is begonnen met de openbare verhoren. Vandaag was een 'grote vis' aan de beurt: Erik Staal, gewezen directeur van woningbouwcorporatie Vestia, die de gemeenschap opzadelde met een schuld van meer dan 2 miljard euro. De zonnekoning van Rotterdam
Als je interim-bestuurder Gerard Erents moet geloven (en waarom niet, want de man staat onder ede), dan was de gewezen topman van Vestia, de naar
Bonaire uitgeweken Erik Staal, de zonnekoning van de corporatie. Zijn woord was wet, hij werd nooit tegengesproken. Erents:
''Als hij zei dat het rood was, was het rood. Het afkopen door Vestia van de gevaarlijke derivatenportefeuille kostte 2 miljard euro, een bedrag waaraan andere corporaties bijna 700 miljoen moeten meebetalen. Huurders van een corporatiehuis merken daar bijvoorbeeld van dat er minder wordt gerenoveerd."
Volgens hem krijgen nieuwe huurders van Vestia hierdoor ook met een extra huurverhoging te maken. Daarna was het de beurt aan Staal zelf om te reageren op de vragen van de Commissie. Erik Staal,
de Maserati-man met het Marcel van Dam stemmetje was zich van geen kwaad bewust: hij had altijd binnen de wettelijke kaders gehandeld en de boeken waren altijd, ook door externen goedgekeurd. En als het precair werd, wel, dan liet het geheugen van Staal hem even in de steek.
Voor wie het wellicht niet weet: de woningbouwcorporatie Vestia bouwde een derivatenimperium op van meer dan twintig miljard euro, waarop uiteindelijk een verlies werd geleden van twee miljard, waardoor de corporatie bijna failliet ging. Voor de goede orde: het gaat hier niet om privaat geld, maar om publiek geld. Het verhoor van Staal door de Commissie geeft een ontluisterend beeld van falend management, falend bestuur en falend toezicht. En vooral: van een steile, arrogante ex bestuurder, die alle fouten buiten zichzelf legt. Ten tijde van het schrijven van deze column (16:30) was het volledige verhoor nog niet afgerond, maar ik zal de belangrijkste punten tot nu toe met u doornemen.
Derivaten als 'core business' van een woningcorporatie
Allereerst de derivatenportefeuille. Die betrof 400 (!) contracten. Volgens Staal waren dat 'standaardcontracten' en daarom had hij zich 'er verder niet uitputtend in verdiept'. Temeer niet daar vanuit het
WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) het gebruik van (rente-)derivaten werd aangemoedigd. Pikant is wel, dat in die derivatencontracten allerlei toezichtbeperkende voorwaarden waren opgenomen. Volgens Staal moest dat van de banken, maar hij maakte zich nergens zorgen over, want 'iedereen deed het'. Bovendien was zijn treasurer, Marcel de Vries, een door vriend en vijand gerespecteerde 'deskundige'. En de Raad van Commissarissen dan?
Die wist van niks.
Maar dit is nog niet alles. De voormalige accountant (Deloitte) had al in 2008 gewaarschuwd en had om aanvullend onderzoek gevraagd. Niet alleen over de omvang en de risico's van de derivatenportefeuille, maar ook over de
fraude en over de enorme beleggingsvrijheid van deze Marcel de Vries, die in feite een 'carte blanche' kreeg om naar eigen goeddunken te speculeren met derivaten. En het bleef niet alleen bij rentederivaten om het renterisico af te dekken, de meest exotische derivatenproducten werden door Vestia gekocht. Op de vraag van de Commissie wat dat met 'Volkshuisvesting' te maken had, kwam vanzelfsprekend geen direct en helder antwoord. Volgens Staal was alles goedgekeurd door de externe accountant (reactie van Van Vliet: 'ik moet wel heel goed zoeken wil ik uit dat accountantsverslag uw conclusie trekken'). Staal gaf overigens op geen enkele vraag een rechtstreeks antwoord; ik zou als Commissievoorziter deze brutale bestuurder veel harder hebben aangepakt, maar dat terzijde.
Zelfverrijking
Hoe dan ook, in plaats dat Staal de zorgen van Deloitte serieus nam, wisselde hij in 2010 van accountant. Naar eigen zeggen, omdat de regels dit voorschreven, maar commissievoorzitter Van Vliet corrigeerde hem onmiddellijk door te zeggen dat die regels nog niet golden ten tijde van de wisseling. Voor een absoluut bodembedrag kreeg KPMG de klus (Staal: 'anderhalf tot twee ton of zo'; Staal kon zich natuurlijk niet herinneren wat de kosten van Deloitte waren geweest...). Niet lang daarna (begin 2011) werd het Treasury Statuut aangepast, waarbij 'open' derivatenposities werden toegestaan (dat betekent dat er geen buffers hoeven worden aangehouden ter dekking van de risico's, red.), de regel dat de organisatie de producten precies moest begrijpen werd geschrapt en de treasurer kreeg vrij spel. Werkelijk ongelofelijk dat de Raad van Commissarissen hiermee accoord is gegaan. Nog ongelofelijker wordt het, toen bleek dat Marcel de Vries er zelf voor 10 miljoen euro rijker van geworden was. En natuurlijk wist Staal, als eindverantwoordelijke, hier niets van af. Overigens is Staal ook niet armer geworden van zijn taak als bestuurder van een organisatie die zich moet bezighouden met volkshuisvesting voor de minder bedeelden van deze samenleving. Naast een jaarsalaris van 380 duizend euro plus pensioenbijdrage van 120 duizend euro toucheerde Staal een 'representatievergoeding' van 500 per maand, declareerde hij autokosten á raison van 2.500 per maand (vanaf 2008 met chauffeur) en besteedde hij in 12 jaar ruim 640.000 met de company creditcard (waaronder contante opnames van 50.000 (waar was de accountant?), dat is bijna vier-en-half-duizend euro per maand. Het salaris werd in 2010 met terugwerkende kracht tot 2001 verhoogd en Staal genoot als pensioenregeling een -inmiddels overal afgeschafte- eindloonregeling (!) van 70% van het laatst verdiende salaris. Maar Staal vond het allemaal normaal 'voor die tijd'. De Raad van Commissarissen heeft nog wel geprobeerd om deze graaier tot de orde te roepen, maar volgens RvC-voorzitter Lugte wilde Staal 'niets weten van salarismatiging'.
Administratieve verantwoording schoot tekort
Het wordt nog erger. De administratie van de omvangrijke derivatenportefeuille bestond uit een excell sheet van één A-viertje, that's it. De 'front office' (handelaar) en de 'back office' (administratie) werden dus beheerd door één en dezelfde persoon: De Vries. Onbegrijpelijk, dat een accountant hiermee accoord is gegaan. Ook waren de verslagen van de Treasury commissie nergens meer te bekennen. In die commissie zaten naast Staal en De Vries, ook de financieel directeur Wevers. Ook bleek, dat deze verslagen niet werden gedeeld met de Raad van Commissarissen. Volgens Staal waren die 'ergens' bij Vestia te vinden. Op de vraag van Van Vliet 'waar dan?', antwoordde Staal slechts 'in het archief'. Maar niemand, noch interim-bestuurder Erents, noch de commissie zelf heeft ook maar iets terug kunnen vinden. Het vermoeden is dus gewettigd, dat die 'verslagen' vooral mondeling zijn gedaan. Intussen was het derivatenrisico ernstig toegenomen en was er al eind 2008 sprake van een negatieve waarde van de contracten van 762 miljoen (!) euro. Maar Staal trof als bestuurder geen maatregelen, sterker, de lastige accountant werd vervangen door een veel minder kritische; lastige banken (ING) werden eruit gebonjourd (volgens Staal dan, uit de commissie stukken bleek dat ING de kredieten had opgezegd); en het treasury statuut werd 'opgerekt' (zie boven). Resultaat van dit alles was dat de risico's bij Vestia kwamen te liggen en de winsten bij de banken. Het ontlokte commissie-lid Bashir tot de opmerking dat Vestia eigenlijk voor 'verzekeraar van de banken' speelde.
Voorlopige conclusie
Het onderzoek moet nog worden afgerond dus een definitief oordeel kan en zal ik hier niet geven. Maar wie het optreden van deze arrogante bestuurder aanschouwt mag hopen dat hij wordt veroordeeld wegens mismanagement, wanbeleid en ernstige nalatigheid. Overigens maakt de enquete ook een aantal andere zaken duidelijk, die misschien wel veel ernstiger zijn, dan de privé verrijking van enkele schelmen. Bijvoorbeeld het gedrag en houding van de banken bij de opstelling van de contracten met toezichtbeperkende voorwaarden, of het falen van de accountant door goedkeurende verklaringen af te geven waar dat niet kon en mocht, of het falen van de Raad van Commissarissen om voldoende toezicht te houden en paal en perk te stellen aan het mismanagement, of het falen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, of het falen van de politiek, enzovoorts enzoverder. Laat dit een goede les zijn voor alle betrokken partijen.
Voor de goede orde, de enquêtecommissie bestaat uit de volgende leden:
- Roland van Vliet (voorzitter)
- Ed Groot (ondervoorzitter)
- Anne Mulder
- Farshad Bashir
- Peter Oskam
- Wassila Hachchi
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.