Extreem weer

Geen categorie04 aug 2014, 16:30
Een gastbijdrage van Frans Sluijter.
Eind juli 2014 viel er wat meer regen uit de hemel dan meestal. Wat langer geleden woei het wat meer dan gewoonlijk in New York. En weer wat langer geleden trof hurricane Katrina New Orleans midscheeps. Vroeger werd er op zulke gebeurtenissen vrij laconiek gereageerd. 'Act of God' is de Amerikaanse uitdrukking. Nu wordt ogenblikkelijk het klimaat erbij gehaald en de mens de schuld gegeven.
Enige tijd geleden was er een bijeenkomst van waterschappers waar onder anderen ook Pier Vellinga het woord voerde. Het ging over zaken als vasthouden van water aan de bron en ook over de ruimte in de uiterwaarden en andere ongunstige plekken om bouwwerken te zetten. Vellinga haalde er het klimaat bij. Toen ik daar bezwaar tegen maakte, merkte de voorzitter, Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen, tevens watergraaf van Waterschap De Dommel, op dat hij zo ook wel wist wat hem te doen staat.
Natuurlijk is het de taak van de waterschappen om te zorgen voor droge voeten daar waar wij het believen te bouwen en te wonen. En natuurlijk neemt de schade toe naarmate we meer bezittingen daar plaatsen waar het wel eens mis kan gaan. Daar behoef je echt het klimaat niet bij te halen. Vellinga, die kennelijk op dit punt geen tegenspraak verwacht had, leek enigszins uit het veld geslagen. Maar hij had het klimaat erbij gehaald, niet ik.
Het is vrij algemeen gebruik geworden overal het klimaat bij te halen. Bij de stormvloed Sandy in New York, niet eens een hurricane, was Al Gore er als de kippen bij om ons bestraffend toe te spreken en te wijzen op ons onverantwoordelijk gedrag. Bij ons wordt deze rol nu gespeeld door Bart van den Hurk van het KNMI.
Het KNMI heeft enige tijd geleden klimaatprojecties gepubliceerd. Die wijzen op de mogelijkheid dat de temperatuur in de rest van deze eeuw wel eens iets zou kunnen stijgen. Veel is daar nog niet van te merken, maar toch verbindt Van den Hurk daar onmiddellijk een toegenomen kans op extreem weer aan. De projecties worden als gewoonlijk stilzwijgend geïnterpreteerd als verwachtingen, terwijl het niet meer zijn dan uitkomsten van betrekkelijk grove maar wel ingewikkelde computermodellen die een sterk gestileerd beeld van de nog veel complexere werkelijkheid geven. Omdat het hier om locale klimaatmodellen gaat is de betrouwbaarheid nog een stuk beroerder dan die van globale modellen.
De eerste die in Nederland aan modellenbouw begon op een wat grotere schaal dan men gewend was, was Jan Tinbergen. Hij was daarmee de grondlegger van de econometrie, wat hem uiteindelijk een Nobelprijs opleverde. De modellen waren lineair en bevatten een groot aantal aanpasbare parameters, waarvan de waarde voortdurend werd gemeten door vergelijking met de werkelijkheid. Een dergelijke benadering lijkt een beetje op 'rational mechanics', een uitvinding van de Amerikaanse wiskundige en filosoof Clifford Truesdell. Grofweg gezegd legde hij voor de beschrijving van een systeem verbanden tussen alle relevante grootheden, toestandsgrootheden genaamd in dit verband, door middel van constitutieve relaties. De hele fysica werd daarin ondergebracht.
Een dergelijke werkwijze is best bruikbaar om een klein eindje te extrapoleren. Maar je moet het niet te gek maken. En dat is nu precies wat strijk en zet gebeurt. En de pers, nooit vies van enige sensatie geeft aan dit soort uitlatingen altijd ruim baan.
Anders is het als iemand een in zekere zin geruststellende boodschap heeft. In de zaken rond extreem weer is dat de Amerikaanse politicoloog Roger Pielke Jr. Deze politicoloog is bij uitstek goed geplaatst om de wisselwerking tussen politiek en wetenschap te bestuderen als het weerkundige en klimatologische zaken betreft. Van kindsbeen werd hij geconfronteerd met deze problemen doordat zijn vader Roger Pielke Sr een van de meest vooraanstaande Amerikaanse meteorologen is. Pielke Jr heeft een uitgebreid en diepgaand onderzoek gedaan naar een eventuele relatie tussen de vastgestelde klimaatveranderingen van de afgelopen 150 jaar en het voorkomen van hurricanes. De relatie ertussen werd namelijk gesuggereerd door de redelijk sterke correlatie tussen klimaatverandering en opgetreden schade, zoals bleek uit de statistische gegevens van de grote herverzekeraars. Als je echter de gegevens zorgvuldig schoonde voor de vergroting van de kwetsbaarheid van de plaatsen waar de schade geleden werd, bleef er van die correlatie niets over. Keek je rechtstreeks naar frequentie en zwaarte van historische hurricanes, dan bleek daar geen enkel patroon in te ontdekken.
Hopelijk heeft het KNMI voldoende betrouwbaar materiaal om ook eens zo’n onderzoek te doen met betrekking tot regenval. Verstandige lieden wijzen ook op de toenemende verstening waardoor een wolkbreuk aanzienlijk meer overlast kan veroorzaken dan vroeger.
De redenering van Van den Hurk over de fysica van het veronderstelde verband tussen temperatuur en extreem weer is weinig overtuigend. Als die redenering opgaat, zou extreme neerslag moeten toenemen naarmate je zuidelijker komt. En dat moet ik nog zien.
Aldus Frans Sluijter.
Voor mijn eerdere DDS–bijdragen zie hier.
 
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten