Tegenwoordig weten heel veel mensen dat de euro een ramp is, althans dat het fout was om de Grieken en de Club Med tot de eurozone toe te laten. In 1992 lag dat anders. Er heerste toen een soort euroforie. Je had het project 'Europa 1992', dat niks met eurosocialisme te maken had maar daar juist via markthervormingen mee af wilde rekenen. En het Verdrag van Maastricht was net ondertekend, maar nog niet geratificeerd. Het kwam dan ook als een schok toen de Denen in juni 1992 'nej' tegen het Verdrag van Maastricht zeiden en een 'opt out' wisten te bereiken waardoor ze net als de Britten buiten de gemenschappelijke munt konden blijven. In tweede instantie zeiden ze later in een referendum alsnog 'ja' tegen Maastricht.
Het was toen ondenkbaar dat Nederland 'nee' tegen Maastricht zou zeggen: het betrof het onderhandelingsresultaat waar Ruud Lubbers (die voorzitter van de Europese Commissie hoopte te worden) zich persoonlijk voor had ingespannen, nadat de Haagse diplomatie op 30 september 1991 (zwarte maandag) de eigen nogal federaal getoonzette voorstellen in de aanloop naar de top in Maastricht door tien van de twaalf lidstaten afgeschoten had zien worden. Maar de politieke partijen moesten nog wel een definitieve instemmng geven en een toen nog nieuwe partij als GroenLinks was er intern nog niet helemaal uit. Vandaar dat er door de partij openbare debatten over 'Maastricht' werden georganiseerd, in het najaar van 1992 in de vorm van een soort rechtszitting tussen voor- en tegenstanders in het gerechtsgebouw aan de Prinsengracht in Amsterdam. Omdat ikzelf met enkele eurosceptische beschouwingen in het weekblad Intermediair (geen blad voor de straat maar voor hoogopgeleiden) enige aandacht had getrokken, was ik uitgenodigd door Nel van Dijk, een oud-CPN-lid die toen voor GroenLinks in het Europees parlement zat, om voor het eurokritische kamp te getuigen. Nel van Dijk was een spontane vrouw die als oud-communiste de taal van het volk begreep en toen in Limburg (Sittard) woonde. Ik zal niet zeggen dat zij een linkse Wilders was, maar zij liep niet mee in het Nederlandse eurokoor. De andere getuige om tegen 'Maastricht' te opponeren was de socioloog Pim Fortuyn. In eigen gelederen had GroenLinks volgens de organisatoren geen gegadigde kunnen vinden die die rol op zich wilde nemen. Over Europa waren de meningen verdeeld (radicaal links zag Europa lang als eliteproject voor de banken en het grootkapitaal, in het licht van vandaag niet zo'n rare visie). Als getuigen voor de voorstanders traden op:Ad Melkert, toen woordvoerder van alles bij de PvdA, en Eduard Bomhoff, professor in de economie bij Nijenrode en als columnist in NRC Handelsblad een enthousiast pleitbezorger voor de euro.
Voor mij was het een gedenkwaardige avond, zeker met terugwerkende kracht, omdat de heren Melkert en Fortuyn toen al, bijna tien jaar voor hun beroemde televisiedebat na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2002, tegenover elkaar stonden en hatelijkheden uitwisselden. Mij staat bij dat Fortuyn de vloer aanveegde met het toen veelgehoorde argument dat Europa niet bureaucratisch zou zijn omdat er in Brussel bij de Europese Commissie minder ambtenaren werkten dan in een stad als Amsterdam. Tot hilariteit van de zaal (vol GroenLinks-publiek) legde Fotuyn uit dat die Brusselse technocraten wel voor duizenden oekazes per jaar zorgden die de ambtenarij in de lidstaten handenvol werk opleverden en dat Europa dus wel degelijk superbureaucratisch kon worden genoemd. Mede dankzij Fortuyn was het aantal voorstanders van 'Maastricht', dat aan het begin van de avond nog in de meerderheid was, aan het eind van de avond een minderheid geworden. Wat er over de euro werd gezegd, kan ik me niet meer herinneren. Maar van Eduard Bomhoff weet ik wel dat hij in navolging van het blad The Economist van mening was dat er voor het functioneren van een Europese Muntunie helemaal geen politiek unie nodig was en dat de Europese economieen vanzelf naar elkaar toe zouden groeien (convergeren). Ook zouden de zuidelijke lidstaten dan eindelijk door de markt worden gedisciplineerd en de voordelen van een lage rente kunnen gaan ondervinden. Het lijkt me dat deze opvatting van Bomhoff (en een zakenblad als The Economist) als gevolg van de crisis van de laatste jaren overtuigend is weerlegd. Maar de voorstanders van 'Maastricht' hadden in zoverre het gelijk aan hun kant dat de euro gewoon volgens plan is ingevoerd, wat toen geenszins zeker was en in elk geval een prestatie van formaat is.
Ik haal dit op om te laten zien dat het kan verkeren met de opvattingen over Europa. De geschiedenis is ironisch. Melkert (PvdA) prees toen vooral de markthervormngen van Europa, en was geenszins een bedillerige eurosocialist die velen later in hem zijn gaan zien. Hij noemde zichzelf ook geen socialist, maar sociaal-democraat. Na afloop was Melkert ook heel aanspreekbaar bij een glas bier, waar Fortuyn zich toen al als God zelf gedroeg en meteen zonder afscheid te nemen verdween. Interessant is ook dat Bomhoff later minister werd, niet voor een gevestigde pro-Europese partij, maar voor de LPF. Met geen van deze drie heren is het goed afgelopen. In mei 2002 werd Fortuyn doodgeschoten. Melkert zit tegenwoordig in Bagdad en ontsnapte daar maar net aan een aanslag. En Bomhoff (auteur van het boek Uitgekleed: zie fotootje) was dan wel even LPF-minister, maar kon een mooie academische loopbaan in Nederland verder vergeten. De ooit gevierde econoom zit nu ergens in de jungle van Singapore of Kuala Lumpur. Wat dat betreft mag ik niet klagen met mijn stukjes op de Dagelijkse Standaard. Toch nog goed terechtgekomen.