Eurodebat komt op gang

Geen categorie16 jul 2013, 9:30
Geweldig dat de bal in het Eurodebat nu eindelijk voorzichtig begint te rollen, en alle lof dienaangaande naar De Dagelijkse Standaard (DDS)! Gisteren nog een bijdrage van Obomov, waarop ik in het navolgende graag even in ga.
Als ik het goed begrepen heb is de kern van Obomov’s betoog, dat de (rekeneenheid)waarde van een munt van een land ten opzichte van die van andere landen irrelevant zou zijn bij de aanpak van de eurocrisis, alsmede, dat indien het prijsniveau in een land ten opzichte van dat in andere landen te hoog of te laag is, dan de correctie daarvan volledig aan de vrije markt (vraag en aanbod) overgelaten zou moeten worden. Wisselkoersaanpassingen zijn volgens hem uitsluitend een verstoring van een dergelijk proces van vrije prijsvorming.
Met zijn standpunt positioneert Obomov zich feitelijk als een aanhanger van het systeem van de ‘one-size-fits-all’ euro en de daarin tot één munt vastgeklonken wisselkoersen van de voormalige nationale munten van alle, onderling niet uitsluitend economisch, divergente eurolanden. Want wanneer de prijzen in een euroland zich te hoog of te laag hebben ontwikkeld ten opzichte van die in andere eurolanden, dan kunnen die sinds de invoering van de eenheidseuro nog uitsluitend gecorrigeerd worden middels aanpassing van die prijzen (interne devaluaties of revaluaties). Maar Obomov neemt hiermee wel de bijzonder schadelijke ‘bijwerkingen’ van het overbruggen van grotere prijsverschillen tussen het desbetreffende land en de andere landen middels interne devaluaties of revaluaties op de koop toe.
Schoolvoorbeelden van het corrigeren van dergelijke economische onevenwichtigheden (substantiële overwaardering van een munt in een land ten opzichte van andere landen) middels interne devaluaties zien we de laatste jaren voor onze ogen afspelen in Spanje, Portugal en Griekenland (en landen als Frankrijk en Italië volgen al). De gevolgen daarvan zijn, zoals we hebben kunnen zien, instorting van de nationale economieën, voortdurende bedrijfsfaillissementen, massawerkloosheid, voor (veel te veel) gewone mensen bittere armoede (honger en nauwelijks toegang tot fatsoenlijke medische voorzieningen), sociale onrust, een onrustbarende toename van het aantal zelfmoorden en politieke instabiliteit.
En juist wij Nederlanders hebben ondervonden (De Wisselverlieszaak) wat de gevolgen zijn van het corrigeren van het prijsniveau als gevolg van een substantiële onderwaardering van een munt middels interne revaluatie. Dit schoolvoorbeeld van een te lange tijd ondergewaardeerde munt (uitmondend in oververhitting van de desbetreffende economie) heeft ons excessieve inflatie gebracht, met een structurele aantasting van de koopkrachtontwikkeling van de Nederlandse burgers van twaalf procent, alsmede een structurele aantasting van het Nederlandse BBP met tien procent. Ons ‘Wisselverlies’ loopt dit jaar op naar ca. Euro 700 miljard. Zie ook hier en hier.
Dergelijke processen van interne devaluatie of revaluatie duren jaren en zijn (dus ook juist daarom) aantoonbaar bijzonder schadelijk gebleken. Om voornoemde schadelijke bijwerkingen te kunnen voorkomen is er ooit het mechanisme van wisselkoersaanpassing bedacht, in casu monetaire devaluatie of revaluatie. Met het tijdig aanpassen van de wisselkoers (waarde) van de munt van en dus van het prijsniveau in het desbetreffende land ten opzichte van die van andere landen (het relevante buitenland) wordt alle voornoemde ellende immers voorkomen. Want daarmee wordt in één klap hetzelfde bereikt (correctie van het onderling uit evenwicht geraakte prijsniveau), maar dan dus zónder voornoemde ‘bijwerkingen.
In het voornoemde geval van ‘Nederland’ zou tijdige monetaire revaluatie de oververhitting van onze economie (en dus de excessieve en structurele koopkracht aantastende inflatie) hebben voorkomen. De koopkracht van de burgers zou dan juist zijn toegenomen (importen zouden goedkoper zijn geworden). En tijdige monetaire devaluatie in de Zuid-Europese landen zou weliswaar de koopkracht van de burgers licht hebben aangetast (importen zouden duurder zijn geworden), maar de voortdurende bedrijfsfaillissementen, de massawerkloosheid en de mensonterende toestanden in die landen zouden zijn voorkomen. De in die landen noodzakelijk door te voeren hervormingen hadden dan ook in veel meer rust hebben kunnen plaatsvinden. Monetaire devaluatie is dus geen feest voor de landen in kwestie, maar (wel) een noodzakelijk paardenmiddel om heel veel erger te voorkomen. Omdat dan deze landen op eigen kracht kunnen herstellen, kunnen we dan ook eindelijk afscheid nemen van de huidige -en met het EU-Verdrag strijdige- 'Transfer Unie', die de initieel sterkere eurolanden één voor één het euro-moeras intrekt.
Terzijde, maar voor Nederland niet onbelangrijk, met de aanpak van de eurocrisis door monetaire devaluatie in de Zuidelijke eurolanden, zou de diepe crisis evenmin in ons land zijn toegeslagen. Want Nederland is weliswaar qua internationale concurrentiekracht een sterker euroland, maar met onze ‘open’ doorvoer economie gericht op de Europese Interne Markt juist in belangrijke mate daarvan afhankelijk. De discussie van de laatste weken over al of niet bezuinigen of ombuigen, en zo ja hoeveel, heb ik daarom ‘geneuzel in de ruimte’ genoemd. Immers, indien de eurocrisis wordt opgelost (en dat dient dus te gebeuren vooral door de zwakkere eurolanden in staat te stellen monetair te devalueren t.o.v. de sterkere eurolanden), zal de ook Nederlandse economie er in ‘no time’ weer bovenop zijn.
De kritiek van Obomov richt zich verder op het kernconcept van ‘The Matheo Solution (TMS)’. Dat betreft inderdaad een ‘gestuurd’ wisselkoersmechanisme en wel uitsluitend gebaseerd op de rekeneenheid-functie van geld. Deze ‘sturing’ geschiedt op basis van de relevante objectieve economische fundamentals (en die zijn er wel degelijk) in plaats van de (door Obomov in alle omstandigheden aangehangen) vrije markt. De keuze hiervoor is natuurlijk gemaakt om schadelijke ‘overshooting’ te voorkomen, en bijvoorbeeld ook om 'speculatiegevalletjes waterschade' (even Apeldoorn bellen) zoals ‘Soros & het Britse pond’ uit te sluiten. En met TMS kan de euro als ‘single currency’ in de ruil/betaalmiddel functie van geld (zowel chartaal als giraal), met alle voordelen daarvan (en die zijn er natuurlijk wel degelijk) blijven voortbestaan. Terzijde, de door Obomov zo bewierookte vrije markt is er ook verantwoordelijk voor dat de zwakkere eurolanden jarenlang op excessieve wijze en met veel te goedkoop (consumptief) krediet zijn gefinancierd. Mede als gevolg daarvan zijn de nodige eurolanden en Europese banken de facto failliet en liggen deze al geruime tijd aan het infuus van de noodfondsen (de belastingbetaler) en de ECB.
De markt heeft altijd gelijk, dat klopt. Maar dat gelijk van de markt heeft inmiddels een belangrijke bijdrage geleverd aan 'het naar de vaantjes helpen' van heel Europa, zulks met een negatieve doorwerking naar de gehele wereldeconomie.
De ervaring leert dat sommige personen het TMS-concept ‘complex’ noemen, gisteren ook door Obomov. Dat is natuurlijk niet vreemd want dit concept is immers geheel nieuw en dus onbekend, en behoeft dus daarom vanzelfsprekend uitleg en gewenning. Maar niets is natuurlijk minder waar, dit concept is juist zeer eenvoudig, zeer praktisch en bovendien eenvoudig en snel implementeerbaar.
Begrijpelijkerwijze krijgt het TMS-kernconcept keer op keer alle aandacht (want economisch-wetenschappelijk innovatief, zelfs revolutionair), maar TMS is veel meer, want het biedt een alomvattende oplossing voor alle aspecten van de eurocrisis. Met TMS zullen de Europese economieën en (dus) Europese Interne Markt zich niet alleen binnen korte tijd herstellen met de perspectieven op gezonde en structurele groei voor alle eurolanden. Maar TMS biedt ook het 'IMF Insolvency Pact' voor de facto failliete euro landen en een monetair-economisch kader waarbinnen alle eurolanden vervolgens gezonde staatsfinanciën kunnen hebben. En verder omvat TMS ook ‘gezond verstand’ (en belastinggeldbesparende) voorstellen ter waarborging van de stabiliteit van het Europese financiële stelsel. Alle door Obomov genoemde ‘overige’ problemen worden door TMS wel degelijk adequaat geadresseerd. En een op de TMS leest geschoeid Europact biedt de eurozone inderdaad ook de noodzakelijke bescherming tegen de desastreuze uitwassen van het eeuwige gelijk van de vrije markt.
En Obomov, géén paniek, indien TMS eenmaal ingevoerd zou zijn, zullen de (in overgrote meerderheid niet ter zake kundige) politici geen enkele bemoeienis meer mogen of kunnen hebben met het monetaire beleid. In de afsluiting van mijn schriftelijke inbreng bij het ‘ronde-tafel-gesprek/expert-briefing’ in de Tweede Kamer betreffende 'de toekomst van de euro en EMU', van eind 2012, heb ik ook dit essentiële punt toen gememoreerd. En voor de ECB (hoe je ook wendt of keert, natuurlijk de meest voor de hand liggende instantie om het TMS wisselkoers- en rentemechanisme te managen) zal er onder het TMS-regime ook geen aanleiding meer zijn om zich buiten haar mandaat te begeven.
Meer weten? Neem dan gerust eens een kijkje op www.TheMatheoSolution.eu, en voor details op het ’Q&A’ onderdeel daarvan.
André ten Dam, onafhankelijk euro-researcher
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten