De profsport staat stijf van de dope. Vanwaar de hypocrisie?

Geen categorie16 jul 2013, 9:00
Twee topsprinters hebben positief getest op een dopingcontrole. Dus?
Jarenlang heeft het wielrennen het moeten ontgelden. Dag na dag verschenen er artikelen over coureurs die onder de dope zaten. Ze hadden 'vals gespeeld', de boel 'bedrogen' en iedereen 'voorgelogen'. Ja, het was een grove schande. Bah, wat een maffiabende.
Het resultaat van die heksenjacht was uiteindelijk dat de wielrennerij de vernieling is ingeholpen in Duitsland, waar men de Tour de France niet meer live uitzendt, dat de sport wereldwijd enorm gezichtsverlies heeft geleden, én dat individuele sporters totaal en compleet kapot zijn gemaakt. Zie het verhaal rond Lance Armstrong. 
De (oude) wielrenners staan nu bekend als huichelaars die op oneerlijke wijze de strijd met elkaar zijn aangegaan; voorbeelden van hoe het niet moet.
Het merkwaardigste aan die obsessie met het wielrennen is dat een ieder met een beetje kennis van zaken weet dat er in andere topsporten óók stelselmatig doping wordt gebruikt. Om voor mij verder onbekende redenen weigeren de media dat echter te erkennen. De wielrennerij wordt eruit gelicht, alle andere sporten worden met rust gelaten.
Misschien dat daar vanaf deze week verandering in komt. Het werd gisteren namelijk bekend dat verscheidene topsprinters uit de atletiek positief hebben getest op een dopingtest. Twee van de belangrijkste namen van atleten die op heterdaad zijn betrapt zijn Tyson Gay en Asafa Powell, beide absolute topsprinters.
Het nieuws van Gay kwam eerst naar buiten. De Amerikaan gaf onmiddelijk toe illegale middelen te hebben ingenomen, maar, zei hij, dat kwam doordat hij 'iemand' vertrouwde die niet te vertrouwen was. Dat is wel vaker het verhaal: ze zeggen dan verantwoordelijk te zijn voor alles dat in hun lichaam zit, terwijl ze een ander tegelijk de schuld in de schoenen schuiven. Ja, dat is een contradictio in terminis, maar blijkbaar ben je een kniesoor als je daar op let.
Kort nadat het nieuws over Gay naar buiten kwam zette Reuters deze artikelen online over niet één, niet twee, niet drie, niet vier, maar vijf Jamaicaanse atleten die positief hebben getest op de stof Oxilofrine.  Onder hen bevinden zich de man die het wereldrecord op de 100 meter drie jaar lang op zijn naam had staan (van 2005 tot 2008), te weten Asafa Powell (die ontkent), en Sherone Simpson. Zij werden voorgegaan door drievoudig olympisch kampioene Veronica Campbell-Brown, die eerder dit jaar al werd gepakt. 
En nu komt ongetwijfeld het meest schokkende gedeelte voor politiekcorrect, wensdenkend Nederland: dames en heren, in alle professionele sporten speelt doping een rol. In de ene misschien wat meer dan in de andere, maar u kunt ervan uitgaan dat er overal systematisch wordt gebruikt. Net zoals dat politici automatisch de grenzen van hun macht opzoeken, zoeken sporters automatisch naar manieren waarop ze nóg beter kunnen presteren.
In veel sporten zal daardoor zelfs een cultuur heersen dat je zonder doping niets voorstelt, net zoals dat in de wielrennerij het geval is... sorry, was! (Het valt iedereen op dat er zo mogelijk nog harder wordt gereden tijdens deze Tour dan in het tijdperk van Lance Armstrong, maar niemand die daar het logische gevolg aan durft te verbinden. Welnee, de sport is nu - opeens, zomaar, hop! - hart-stik-ke schoon)
Doping hoort bij topsport en heeft er altijd bij gehoord. Ze zullen dat nooit helemaal kunnen uitbannen. Dit jaar niet, en over tien jaar ook niet. Er worden namelijk steeds betere middelen uitgevonden die nóg lastiger zijn op te sporen. Zo werkt dat óók overal - en al sinds jaren.
En daar is niets mis mee. Doping staat op één lijn met voedingspreparaten, hoogtestages, en ga zo maar door: het hoort bij een goede, gedegen voorbereiding. Het enige dat de verschillende sportinstanties kunnen en moeten doen is deze cultuur reguleren in plaats van te bevechten. Die oorlog verliezen ze toch, net zoals de staat de war on drugs maar niet kan winnen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten