3 Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar de woestijn. Ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest vol godslasterlijke namen, met zeven koppen en tien horens. 4 Ze droeg purperen en scharlakenrode kleren en gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand had ze een gouden beker vol gruwelijkheden, al haar liederlijke wandaden, 5 en op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis: Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld. (Openbaring 17:3-5)