Esther Voet, oud-directrice van het CIDI, doet in het Nieuw Israëlietisch Weekblad een boekje open over haar ervaringen met DENK. Je zou het bijna niet verwachten, maar die zijn niet al te positief.
Sinds gisteren ontkomt Nederland er helaas niet meer aan: we hebben nu toch echt officieel een fractie in de Tweede Kamer zitten die bestaat uit een stel heren dat nou niet bepaald het beste voorheeft met Nederland. Sterker nog: ze hebben op hun eerste dag als DENK-kamerleden al beloofd om net zo door te gaan als vroeger. Dat belooft dus veel kinderachtige vlogs, nepaccounts op Twitter en Facebook en vooral: veel verdeeldheid scheppen onder de Nederlandse bevolking! Ongetwijfeld een recept voor succes dus.
Dat de heren Kuzu, Öztürk en Azarkan nou niet de fijnste personen zijn, weten we inmiddels ook wel. Zo heeft DENK-sultan Tunahan Kuzu nogal eens de neiging om media niet al te vriendelijk te woord te staan, en is ook Farid Azarkan niet de vriendelijkste persoon op aarde - wat ik zelf kan bevestigen nadat ik hem en zijn altijd chagrijnige gezicht toevallig tegenkwam in Rotterdam vorige week.
Wie daar ook over kan meepraten is Esther Voet: deze oud-directrice van het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël) deinst er niet voor terug om haar mening te verkondigen, en schrijft tegenwoordig onder andere voor het Nieuw Israëlietisch Weekblad. In haar nieuwste stuk bij het NiW, "BeDENKelijk", uit ze haar - begrijpelijkerwijs niet erg positieve - gevoelens over DENK en over de heren die voor die partij in de Kamer zitten. Daarbij noemt ze niet alleen de anti-semitische houding van Tunahan Kuzu richting de Israëlische premier Benjamin Netanyahu toen deze zijn hand weigerde te schudden en de dubieuze verhoudingen van Kuzu en Öztürk met hun vaderland, maar ook wat ze van Farid Azarkan vindt. Lees maar mee en geniet zou ik zeggen:
Enige tijd geleden had ik de twijfelachtige eer om met de heer Azarkan in een radioprogramma te zitten. Laat ik het erop houden dat de lijn tussen geestdrift en fanatisme bij hem zeer dun is. Azarkan heeft ook de gewoonte de nodige andersdenkenden op sociale media meteen te blokkeren. Dat getuigt niet echt van een ‘verbindende’ grondhouding.
Daar legt ze natuurlijk een punt bloot dat uiterst pijnlijk is voor de DENK'ers: de enorme kloof die bestaat tussen wat ze zeggen en in de praktijk doen. Ja, ze zeggen wel dat ze er willen zijn "voor alle Nederlanders", maar in de praktijk komt daar natuurlijk niets van terecht: hun partij - en achterban - vormt nou niet bepaald een perfecte afspiegeling van de Nederlandse bevolking, zullen we maar netjes zeggen. Praatjes vullen geen gaatjes, maar laten wél een enorm gat aan verdeeldheid tussen de verschillende groepen in Nederland achter. Nee, van dat verbindende aspect is nog bar weinig terechtgekomen, en dat gaat ook niet veranderen.
Dat ligt natuurlijk grotendeels aan het karakter van de mannen die DENK vertegenwoordigen in ons parlement. Hoewel Esther Voet verwacht dat hun partijgenoten hen wel enigszins zullen in toom zullen houden, heb ik daar bar weinig hoop op: zoals ze zelf al zei hebben we hier te maken met een trio dat gevaarlijk fanatiek is in het verbreiden van hun denkbeelden - pun intended.
Dus nee, Nederland is er zeker niet beter op geworden nu zij officieel een podium hebben gekregen voor hun rare ideeën. Wat Esther aan het begin van haar artikel schrijft kan ik me dan ook helemaal mee identificeren: "Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik kan er maar niet aan wennen dat Denk nu drie zetels in de Kamer heeft." Scheelt toch weer dat ze niet zo makkelijk meer bij de microfoon kunnen komen!