Ergens thuishoren

Geen categorie03 aug 2014, 15:15

Ik weet niet goed waar ik moet beginnen. Er spelen diverse thema’s door mijn hoofd die allen met elkaar te maken hebben maar waarvoor het nog niet zeker is hoe ik  deze aan elkaar rijg. Iets persoonlijks wordt het wel.

Via mijn lievelingsoom, de laatst levende jongste broer van mijn moederskant, een gezin met 14 kinderen, ontving ik enige tijd geleden de stamboom van die kant van mijn familie. Oorspronkelijk kwam de familie uit Brabant en de stamboom ging terug tot de 12e eeuw, inclusief familiewapen (van Renesse Boll). De andere kant van mijn familie kent een iets kortere geschiedenis, hereboer en herbergier (de Rhoode Lelie) in Otterlo en gaat terug tot 1640. Naar beiden stambomen kijkend en je een voorstelling makend hoe je voorouders geleefd hebben in dat woeste Nederland ervaar ik als iets aangrijpends. Ik ben een 100% product van wortels die diep begraven liggen in dat vlakke land. Waar dan ook ter wereld ik Nederlanders tegen kwam, de afgelopen decennia, ik haalde ze er dikwijls op grote afstand uit. Wij hebben iets samen. 

De geschiedenis van mijn derde echtgenote is iets gecompliceerder en haar roots gaan vooral terug naar Sefardische joden uit de grens met Spanje en Portugal. Haar familie was heel voornaam, en verloor hun adellijke titel en status toen ze eind 15e eeuw Spanje uitgejaagd werden. Het waren de christenen die de moren (arabieren) Spanje uitdreven en die daarna de joden verplichtten zich te bekeren tot het christendom of hen dwongen het land te verlaten. De christenen gedroegen zich bijna als ISIS nu. Die Sefardische Joden hadden het niet makkelijk in bijvoorbeeld Amsterdam in die eeuw. Mijn oudste dochter uit het eerste huwelijk is inmiddels bijna 30 en haar naam is Moshe. De kinderen uit het derde huwelijk hebben veelal ook joodse namen omdat ze vernoemd werden naar grootouders. Ik ben vader van 6 kinderen.

Haar oma kwam op tijd weg uit Nederland, vóór de Tweede Wereldoorlog en kon vluchten naar Chili en Argentinië, waar Zwitserse familie woonde. Het schip dat Oma en haar zus terug voerde naar Engeland werd nog door een Duitse onderzeeër getorpedeerd, en ze konden nog maar net het vege lijf redden. Het leverde wel een uitnodiging op bij Koningin Wilhelmina in London voor een kopje thee. Via een achterneef in de VS kreeg mijn lief vorig jaar de lijst met familieleden die waren omgebracht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was een precieze lijst, met naam, voornaam, geboortedatum en plaats, vermoedelijke overlijdens datum en in welk concentratie kamp. Alle bekende concentratie kampen stonden op de lijst. Het was een lange lijst.  Ze zei nog: “het komt wel dichtbij zo”, en huilde.

Nu zijn wij zelf alweer ruim een decennium emigranten. Allochtonen in Uruguay. Het is dus iets makkelijker om je te vereenzelvigen met andere allochtonen of immigranten. Het is een complex en ingewikkelde relatie met het land waar je naartoe bent geëmigreerd. Integreren is makkelijker gezegd dan gedaan. Omdat ons normen en waarde systeem al vrijwel vast ligt voor het tiende geboortejaar, is het voor ouderen die emigreren vrijwel onmogelijk om zich (totaal) aan te passen aan het nieuwe woonland. Dat geldt voor ons en dat geldt ook voor de massa’s immigranten in Nederland, die zich de laatste decennia daar hebben gevestigd.

Er zijn een aantal notabele verschillen tussen immigranten en de andere mensen uit hun woonland. Een heel belangrijk verschil is het gegeven dat de immigrant meestal een soort bezoeker is, die vrijwel nooit echt wortelt. Er bestaat zelfs bij de meest overtuigde immigrant de twijfel en de onzekerheid over de vraag of het gekozen land de juiste keuze was en of dat er misschien nog betere landen zijn. Tot slot blijft er altijd in het achterhoofd de kans, dat men in een later stadium besluit terug te keren naar het geboorteland. Dat geboorteland blijft altijd trekken. Vooral voor ouderen, niet langer economisch actieve mensen, wordt de optie om terug te keren naar het geboorteland sterker naarmate ze ouder worden. Er zijn voorbeelden van oudere mensen die zelfs na decennia een andere taal gesproken te hebben uiteindelijk alleen nog maar Nederlands konden spreken.

De meeste immigranten voelen zich in hun woonland nooit echt thuis. Het gedrag en soms het misgedrag van immigranten heeft erg veel te maken met zich niet thuisvoelen, je niet geaccepteerd te voelen, anders te zijn, je niet definitief hebben kunnen verbinden met de toekomst van je woonland, de blijvende twijfels: zal ik blijven of zal ik weggaan? Als u in Argentinië aan een Argentijn vraagt waar hij of zij vandaan komt, krijgt u 9 van de 10 keer als antwoord, dat hun voorvaders uit Spanje kwamen, of uit Italië. Ze zeggen zelden dat ze Argentijn zijn. Het heeft te maken met de cultuur die immigranten met zich meedragen. Sommige beweren dat de chronische economische en financiële instabiliteit van Argentinië juist te maken heeft met deze zijde van de cultuur van immigranten. Ze zetten zich nooit voor de volle 100% in voor hun woonland.

Gaza

Thuisvoelen en zich ergens mee verbonden voelen speelt ook een rol met mensen in Nederland daar waar het gaat over het Palestijns-Joodse conflict. Ik ben er nooit geweest, maar ik stel mij voor dat ik me erg thuis zal voelen in Israël, en veel minder – of zelfs helemaal niet – in de Gaza strip of op de Westbank. Toch zijn er veel diepgewortelde Nederlanders die een andere keuze maken. In de strijd om steun en loyaliteit kiezen veel mensen de zijde van de Palestijnen. Net zo min als ik van hen verwacht dat ze mijn keuze en voorkeur zullen begrijpen, is het me vrijwel onmogelijk om hun keuze te begrijpen. Kiezen voor Palestijnen, is steun voor Hamas, is steun voor islamterrorisme, steun voor bijna 1 miljoen moslims die in Nederland wonen en die in grote meerderheid Palestijnen en Arabieren steunen.

Anti-Israël betogingen met uitingen van anti-semitisme en steun aan barbaren, terroristen van IS in Nederland kan ik niet verkroppen. Anti-semitisme in 2014 in Nederland, waardoor weer Joodse gezinnen besluiten om Nederland te moeten verlaten trek ik niet. Dat Joodse mensen in Rotterdam en Amsterdam niet met een keppeltje over straat kunnen doet mijn bloed koken. Het geeft een gevoel van onmacht.

Eenzelfde gevoel van onmacht dat mijn twitter vriendin Kaatje moet voelen elke keer als ze een foto twittert van dode en zwaar gewonde Palestijnse kinderen in de Gaza strook, die – naar wordt aangenomen – door Israëlisch oorlogsgeweld werden getroffen. Ik deel haar onmacht, ik deel haar verdriet, en bedenk tegelijkertijd hoe zij en ik zullen reageren als onze eigen bloedjes van kinderen gevaar lopen, bedreigd worden of erger. Wij verliezen beiden onze controle en in die omstandigheid doet het er ineens niet meer toe of je pro Palestijn bent of pro Jood. De meest verstandige dingen over een oplossing van dit conflict zijn allemaal allang gezegd. De meest intellectuele mensen op deze aardbol hebben zich er over gebogen en zich ermee bemoeid, maar de oplossing lijkt steeds verder weg te liggen.

Ik voeg er het mijne niet aan toe, behalve dat ik respect, bewondering en heel veel warmte voel voor ieder verlies voor onschuldige mensen en kinderen in een conflict dat al zo oud is als de weg naar Rome en geen winnaars kent.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten