In een interview met de Haagse Post noemde Charles / prof. Nagel tien kenmerken, zoals: de voorkeur voor oranje-blanje-bleu, strenge straffen voor jeugdigen, een hekel hebben aan Karel Appel, voor de doodstraf zijn en de belastingen te hoog vinden. Daarmee maakte hij er inderdaad enigszins een kwestie van smaak van, al denk ik wel dat de verwerping van (abstracte, maar eigenlijk alle) kunst essentieel is. Kunst is volgens fascisten elitair, terwijl antifascisten menen dat kunst, al dan niet toegankelijk, behoort aan de mensheid als geheel.
(...)
Iedereen krijgt op het hart gedrukt dat het géén pas geeft de PVV fascistisch te noemen. Charles zou niet aarzelen zowel de PVV als de politieke islam dit etiket op te plakken. Maar zou dat zinvol zijn? Verduidelijkt het iets, heeft het betekenis in de huidige maatschappelijke omstandigheden, verheldert het de politieke context?
Misschien niet, maar nu wordt iedereen geacht op kousenvoeten te lopen en vooral niet te spreken van fascistische ideeën, hoogstens van abjecte opvattingen waarover je van mening kunt verschillen. In een tijd, waarin wij gemaand worden zelfs niet te spreken over de republiek van Weimar en historische ervaringen uit het geheugen te bannen, zou Nederland een moreel kompas als dat van J.B. Charles goed kunnen gebruiken.