De Leidse Universiteit kent sinds vier jaar het Islaminstituut Lucis. De directeur heet Leon Buskes. Deze hoogleraar 'Recht en cultuur in islamitische samenlevingen' vindt het acceptabel dat mensen die in Nederland wonen het Nederlandse recht afwijzen. Dat kun je opmaken uit zijn bijdrage aan het laatste nummer van 2011 van het tijdschrift Rechtstreeks. Hier de onderbouwing van mijn oordeel. Het instituut van Buskes organiseert 4 juni een discussiebijeenkomst naar aanleiding van het uitkomen van een nieuwe pennevrucht van Maurits Berger: Applying Sharia in the West: Facts, Fears and the Future of Islamic Rules on Family Relations in the West. Deze wetenschapper dankt zijn aanstelling dankt aan een financiële bijdrage van de sultan van Oman.
Welke soort wetenschapper?
Vorig jaar schreef André van Delft hier een 10-delig feuilleton over Berger onder de prikkelende titel De sharia-charlatan. 'Charlatan' klinkt misschien als een scheldwoord dat eigenlijk niet past onder wetenschappers, maar afgaand op de omschrijving die wikipedia van het woord geeft, was deze kwalificatie beslist adequaat; vooral omdat hij zo stevig onderbouwd werd:
Een charlatan is een speciaal soort oplichter die voorziet in zijn behoeften door systematisch mensen te bedriegen over zijn ( ) intenties of prestaties. Een charlatan maakt gebruik van zijn charme. Het woord wordt ook wel gebruikt voor mensen die zonder zelf de bewuste intentie te hebben te misleiden, ideeën of denkbeelden presenteren die zij zelf voor waar houden maar die de wetenschappelijke toets der kritiek niet kunnen weerstaan.
Van Delft vroeg allerlei instituties of ze enkele oneliners die Berger via de media naar buiten had gebracht, op wetenschappelijkheid wilden toetsen. Het
Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) liet in dit kader weten dat ze het "
niet als haar taak beschouwt om elke onderzoeker te verplichten een wetenschappelijke uitspraak te onderbouwen". Deze opmerkelijke ontboezeming was voor Van Delft de inspiratie voor
dit briljante voorstel:
Misschien zouden de universiteiten hun wetenschappers voor de duidelijkheid moeten verplichten op hun internetpagina aan te geven of zij alleen onderbouwde wetenschappelijke uitspraken willen doen, en waar nodig fouten rectificeren. De wetenschappers die aangeven dat zij dat inderdaad willen, moeten dan daaraan gehouden kunnen worden door het LOWI, dat dan zijn taak natuurlijk wel serieus moet opvatten. De andere wetenschappers mogen net als Berger allerlei onzin roepen, en ze hoeven eerder uitgeroepen onzin niet te herroepen. Het publiek kan dan bij twijfel snel nakijken of een uitspraak van een echte wetenschapper komt.
Onwetend of leugenachtig?
Maurits Berger krijgt nogal veel publiciteit. In een televisie programma onder leiding van de cabaretier Jan Jaap van der Wal suggereert deze 'wetenschapper' zelfs dat slavernij "in naam van het christendom is ingevoerd." Hij werd hij door de Vara opgevoerd als grote deskundige over 'de islam'.
Hij beweerde in die uitzending dat 'anderen voor ketter uitmaken' heel ongewoon is binnen het mohammedanisme. Berger deed het dus voorkomen alsof hij onbekend was met takfiristen, hypocrieten, kharidjieten en wahabbisten. Hoewel, misschien loog hij wel niet. Dat zou echter nog veel pijnlijker zijn voor iemand die op de webstek van zijn universiteit als volgt omschreven wordt:
Prof. dr. Maurits S. Berger, LLM is a lawyer and Arabist. He holds the chair of Islam in the contemporary West at the Institute for Religious Studies at Leiden University, and is a senior research associate with the Clingendael Institute for International Relations in The Hague.
Verderop (21:45) in de videoclip suggereert deze 'wetenschapper' zelfs dat slavernij "in naam van het christendom is ingevoerd": dat valt niet meer onder ondeskundigheid sec, maar wijst op een forse dosis kwaadaardigheid. De betreffende videoclip is ingebed in het stuk
De Koran: onleesbaar, onbegrijpelijk of ongelooflijk?Addertje
Komende dinsdag gaat Berger voor de variatie echter weerwoord krijgen van een echte deskundige: Afshin Ellian. De confrontatie moet dus wel eindigen met een snotterende Berger.
Wanneer Ellian tijd kan vinden om het debat goed voor te bereiden, moet de confrontatie dus wel eindigen met een snotterende Berger. Er zit echter een addertje onder het gras. Het debat staat onder leiding van Jan Michiel Otto: een man die vrijwel exact de zelfde houding heeft als Maurits Berger tegenover het mohammedanisme in het algemeen en tegenover sharia in het bijzonder. (De onderbouwing van deze bewering is te vinden
in dit hierboven ook al gelinkte stuk:
DE sharia bestaat niet.)
Het wordt dus twee tegen een. Meer dan twee eigenlijk, omdat Otto gespreksleider is. Zodoende hier ook nog wat over de inhoud van de sharia-kwestie zelf. Hopelijk hebben bezoekers van het debat er wat aan.
Mensen maken wetten
Iedereen die meer dan gemiddelde belangstelling heeft voor het mohammedanisme, is bekend met de zinsnede "door mensen gemaakte wetten". Daarmee suggereert de spreker dat er ook wetten zijn die niet door mensen gemaakt zijn. Ter onderscheid van gewone mensen kunnen we ze het beste 'übermenschen' noemen. Daarmee worden dan de regels, voorschriften en procedures bedoeld, die zijn afgeleid van uitspraken van een mythische figuur uit het Arabië van de zevende eeuw. Vooral, maar niet uitsluitend van de uitspraken waarover dit krijgslustige heerschap zelf beweerde dat ze afkomstig waren van een godheid genaamd Allah. Omdat die Mohammed al lang dood is -even aangenomen dat hij inderdaad ooit bestaan heeft- zijn deze "niet door mensen gemaakte wetten'" sindsdien afkomstig van zelfbenoemde uitleggers van de praatjes van Mohammed: islam'geleerden' of oelama. Dit zijn dus geen gewone mensen - anders zouden immers deze wetten toch ook afkomstig zijn van mensen - maar een speciaal soort mensen. Ter onderscheid van gewone mensen kunnen we ze het beste 'übermenschen' noemen.
De manier van totstandkoming van sharia, van mohammedaanse wetgeving, heeft dus een fascistoïde aspect. Dat is eigenlijk al genoeg reden om iedere suggestie dat aan dit verschijnsel wel enig gezag mag worden toegekend binnen een rechtstaat, of -de gotspe!- als aanvulling op de rechtstaat, af te wijzen. Niet alles wat van de zijde van zelfbenoemde übermenschen komt, is per definitie ook inhoudelijk verwerpelijk. In de Nederlandse wetgeving zijn verschillende zaken overgenomen van de Duitse bezetters. Een hoofdelement van het reëel bestaande mohammedaanse gedachtengoed is echter dat de wet niet gelijk is voor iedereen: met name is er verschil tussen mensen die wel of niet volgeling zijn van Mohammed en tussen mannen en vrouwen.
Moslims tegen sharia
De opvatting dat sharia onverenigbaar is met onze beschaving, met de principes van een rechtstaat, wordt ook gedragen door mensen die zichzelf moslim noemen. Bezwaren komen bijvoorbeeld van het
Centre for Islamic Pluralism. In hun gids (van 2009) geven ze blijk van van de soort realiteitszin die zo schreeuwend afwezig is bij veel niet-mohammedaanse verdedigers van het mohammedaanse gedachtegoed. Ze wijzen erop dat de traditionele versie van het mohammedanisme, die zij niet onderschrijven,
oprukt:
The problem in the West is less one of radical Shariah in practice, except where it enables oppression of women; rather it involves a dual ideological discourse. Extremists call vaguely for institutionalisation of radical Shariah in the Muslim countries as well as in the West, as an indicator of Muslim identity and as a banner for fundamentalism, in which young Muslims are to be indoctrinated. At the same time, and as explained in the following section, new demands for parallel Shariah, further toward the mainstream of Muslim and non-Muslim opinion, coexisting with Western law, have emerged.
Terecht wijzen ze er in dat volgende hoofdstuk op dat juist dat idee van parallelle sharia, de grootste bedreiging vormt voor de rechtstaat.
Felle weerstand uit de grote, gevarieerde wereld van het mohammedanisme komt bijvoorbeeld ook van de organisatie met de mooie naam
Onelawforall. Geen misverstand: niet alleen zijn er onder de organisatoren daarvan mensen die zichzelf moslim noemen, de voorvrouw ervan haat Israël en haat
Robert Spencer.
Sharia is walgelijk en absoluut onverenigbaar met de westerse beschaving. Dat ook in veel landen met mohammedaanse meerderheid de overtuiging bestaat dat sharia ongewenst is als leidend principe en er, bijvoorbeeld, in de (grond)wet alleen lippendienst beleden wordt aan sharia, doet daar niets aan af: dat onderstreept juist de verwerpelijkheid ervan.