Eerherstel voor de waarheid

Geen categorie25 apr 2013, 12:00
'Zo kun je er wel tegen aan kijken, maar dat is jouw waarheid.’ Ziehier hoe het postmodernisme in de afgelopen decennia is ingedaald in het alledaagse taalgebruik. De recent verschenen essaybundel Waar of niet? keert zich tegen de inflatie van het waarheidsbegrip en het relativisme dat hieruit voortvloeit.
‘De postmoderne Franse filosoof Jean-François Lyotard (1924-1998)', aldus samenstellers Andreas Kinneging en Rob Wiche in de inleiding, ‘stelt dat we niet over vaststaande criteria  beschikken om uit te maken of er sprake is van waarheid, dat het onware deel uit maakt van het ware, en dat beide niet van elkaar kunnen worden onderscheiden. Lyotard heeft het mis.’
Desastreus vinden de auteurs de doodverklaring van de waarheid – en terecht. Ze sommen op: rechtspraak, wetenschap, politiek. Het zijn slechts een paar disciplines – maar niet de eerste de beste – die we net zo goed kunnen opdoeken als waarheid niet bestaat.
Veel mensen zien deze ontwikkeling als iets goeds. Waarheid vinden ze eigenlijk maar een agressief concept waarmee iemand zijn eigen standpunten er doorheen drukt. Het postmodernisme verschijnt dan als de vredesstichter die aanzet tot bescheidenheid en ons ontvankelijk maakt voor andere meningen. Het valt te vrezen dat de uitwerking precies omgekeerd is. Het postmodernisme is eerder een strategie om elk meningsverschil in de kiem te smoren. Vindt iemand, op grond van de eerste bijbelboeken, dat de aarde 6000 jaar oud is? Het postmodernisme ontslaat hem van de plicht om kennis te nemen van de bevindingen uit de astronomie, biologie en paleontologie. Hij heeft gewoon zijn eigen waarheid. Discussie gesloten.  
Ziehier het venijn van het postmodernisme. Des te spijtiger dat de auteurs Waar of niet? niet echt invoelbaar maken hoe urgent de thematiek is die ze behandelen. De bundel doet tamelijk academisch aan. Nu is dat niet zo heel vreemd, aangezien ze is gebaseerd op een lezingenserie georganiseerd door het Studium Generale van de Universiteit Leiden, maar toch.
‘In het begin van Anselmus’ Dialogus de veritate verzucht de magister ’ Deze openingszin (van het essay ‘De overeenstemming tussen de zaak en het verstand’) vat de werkwijze in de bundel goed samen. De bijdragen zijn gedegen en putten rijkelijk uit de geschiedenis van de filosofie. Heel leerzaam, maar ze grijpen de lezer nu niet bepaald naar de strot. Terwijl dat best zou mogen als je bedenkt wat er op het spel staat.
De mooiste bijdrage is van Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden. In ‘Anders dan alle anderen’ laat hij zien hoezeer wij zijn beïnvloed door de Romantiek. Tweehonderd jaar geleden is het individu op het schuld gehesen – om daar vervolgens niet meer van te verdwijnen. Iedereen is uniek en dit heeft geresulteerd in het gebod om elk mens toch vooral in zijn waarde te laten. Hoe uit zich dit gebod? ‘Een hanenkam, oorbellen, piercings, tatoeages of een broek met gaten erin', zegt Kinneging. ‘Het is ongeoorloofd tegen al dit soort persoonlijke expressies bezwaar te maken. Ook op het werk, een bruiloft of een begrafenis. “Gepaste kleding”,  een “dresscode” legt iets op en beperkt de individualiteit.’
De romantische erfenis uit zich niet enkel in een dédain voor etiquette. Ze is ook zichtbaar in het debat over de multiculturele samenleving. Inburgeren? Ja, maar dan hooguit met behoud van eigen identiteit, want vanuit romantisch perspectief kun je dit niet verlangen – eigenlijk van niemand, maar al helemaal niet van immigranten met een exotische achtergrond. Hier manifesteert zich, in de woorden van Kinneging, het motief ‘van de noble sauvage die aangevallen wordt door een machtsbeluste figuur – meestal de westerling.’
Scherpe analyse van Kinneging. Maar een beetje postmodernist zal natuurlijk zeggen dat hij slechts zijn eigen waarheid heeft.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten