Een leven in een smoezelige waarheid

Geen categorie18 dec 2011, 20:30

Hedenochtend overleed in zijn weekendverblijf de toneelschrijver Václav Havel, tevens oud-dissident en oud-president van Tsjecho-Slowakije (na de Slowaakse afscheiding in 1993 de Tsjechische Republiek). Havel is vijfenzeventig jaar geworden, niet echt oud, maar ouder dan zich lange tijd liet aanzien. De oud-president, een bohémien en een kettingroker, had een slechte gezondheid en overleefde diverse tumoren. Een taaie man dus. Hij was ook veel langer president, van 1989 tot 2003, dan zijn oude dissidentenvrienden voor mogelijk hadden gehouden. Voor de toneelschrijver Havel stond 'een leven in waarheid' voorop. Dat leek niet te rijmen met de smoezeligheid van de politiek, waar een man met de morele reputatie van Havel, die als boegbeeld van de mensenrechtenbeweging Charta '77 in de communistische tijd vele malen huisarrest kreeg en vier jaar in de gevangenis heeft gezeten, geacht werd boven te staan.

Havel had tenminste drie levens die hem tot een bijzonder mens maakten. Allereerst was hij van burgerlijke komaf, wat in het communistische Tsjechoslowakije een nadeel was en tot verlies van bezittingen en status leidde. Het is op zich al een prestatie om onder zulke vernederende omstandigheden een zekere waardigheid te behouden. Die machteloosheid staat symbool voor het lot van de Tsjechen, die tussen 1918 en 1938 een welvarende democratische republiek hadden, maar in München door het Westen dat een deal met Hitler sloot in de steek werden gelaten. Dat leidde tot het verlies van het Sudetenland en een half jaar later, in maart 1939, tot de bezetting door de Duitsers (die Bohemen en Moravië inlijfden en in Slowakije een marionettenbewind instelden). Na de bevrijding vond in 1948 een communistische coup plaats, en twintig jaar later, in augustus 1968, maakten Sovjettanks een einde aan de Praagse Lente. Vanaf dat moment trad in Tsjechoslowakije, een trots voormalig cultuurgebied in het hart van Europa, een geestelijke stilte in waarbij intellectuelen werden opgepakt, ondergronds gingen, of een leven moesten gaan leiden als glazenwasser of automonteur. Binnen die dissidentencultuur gedijde Havel als toneelschrijver. Hij was van elke status beroofd, maar overleefde als vrij individu door 'in waarheid te leven'.

Dat dissidentenbestaan was het tweede leven dat Havel tot een bijzonder mens maakte, al was hij niet de enige in het Oostblok (waartoe 'Midden-Europa' tijdens de Koude Oorlog gerekend werd). Ook voor de gewone Tsjechen en Slowaken kende het leven ontberingen, maar dat werd gecompenseerd door de bestaanszekerheid van een leven met schnitzels, bier, een Skoda, en een huisje op het platteland. Dissidente intellectuelen als Havel waren niet echt populair, omdat zij niet met het bewind meededen en morele eisen leken te stellen waaraan de gewone man niet kon en wilde voldoen. Die morele autoriteit werd op prijs gesteld in het Westen, maar ook daar ging de Realpolitik vaak voor. Denk vooral niet dat het vanzelfsprekend was dat Havel na de Fluwelen Revolutie die in november 1989 een einde maakte aan meer dan veertig jaar communistische dictatuur president werd. Het had meer voor de hand gelegen dat Havel weer toneelstukken zou gaan schrijven, maar hij koos voor een leven als hoogste ambtsdrager in de Praagse burcht, waar hij een hoogst informeel en eigenzinnig president werd. Zo eigenzinnig, dat de gewone Tsjechen en Slowaken die eindelijk ook eens een gewoon leven wilden gaan leiden, al snel genoeg van hem kregen.

Dat presidentschap van Havel was anders dan dat van andere presidenten, waardoor ook het derde leven van Havel hem tot een bijzonder mens maakte. Hij ontving Frank Zappa en The Rolling Stones, en cultiveerde in de Praagse burcht een soort rebellenleven. Dat nonconformisme maakte hem geliefd bij de westerse media, die wel houden van zo'n celebrity, maar tegelijk was hij als saai spreker met een gehavend en onmodieus uiterlijk ook het tegendeel van een charismatische figuur. En Havel bleef president, ook toen zijn ster begon af te bladderen en hij een machtsbeluste figuur leek te worden. Zijn oude intellectuele vrienden herinnerden zich dat Havel zich ook al een vaardig manipulator binnen de dissidentenbeweging had betoond, en verweten hem dat hij zich achter een decorum verschool en nooit meer een pivo dronk in stamcafé Slavia. Havel werd gedoogd door de Tsjechen, omdat zijn reputatie als voormalig dissident een handig visitekaartje was voor de toetreding tot de NAVO (Havel was pro-Amerikaans en steunde George Bush bij zijn invasie in Irak) en de EU, maar verder hekelden ze zijn morele ijdelheid en zijn gebrek aan kennis van de economie. Op dat punt genoot Václav Klaus, een voormalige communistische bankdirecteur die tot het thatcherisme was bekeerd, meer aanhang. Havel werd zijn kosmopolitisme kwalijk genomen, vooral door de Slowaken, die zich in 1993 losmaakten. Het eerste bezoek van Havel als president was ook niet aan Bratislava, maar aan Helmut Kohl, in München. Havel las ook geen provinciale (Slowaakse) kranten, en maakte zich sterk voor het afbouwen van de wapenindustrie, die vooral in Slowakije lag (maar vergeet ook de gevreesde Tsjechische wapens niet).

Václav Havel was als persoon misschien iets te groot voor de Tsjechen, een volk van anti-helden die zich net als de brave soldaat Schweijk het liefst kleiner voordoen dan ze zijn. Maar dat hij zich als hoogverheven intellectueel en toneelschrijver niet te groot voelde om zich over te geven aan de kleingeestigheden van de dagelijkse politiek, maakt hem toch tot een typisch president van de Tsjechen, een eigenzinnig cultuurvolk dat met Tomas Masyrek vanaf de onafhankelijkheid in 1918 tot 1935 al eerder een intellectueel als president had gehad. Normale democratische landen leven eerder in de smoezelige waarheid van alledag en zijn misschien beter af met een econoom, jurist of zelfs historicus aan het roer dan met een toneelschrijver, dichter of filosoof. Maar de bijzondere geschiedenis van Midden-Europa, dat tussen 1939 en 1989 van de kaart werd geveegd, maakte dat onmogelijk. In de tijden van 'normalisering', toen de Sovjetoverheersing onder Leonid Brezjnev voor 'stabiliteit' in het gedeelde Europa zorgde, heerstte het type communistische betonkoppen dat je na 1989 in de nationalistische variant van de Slowaak Vladimir Meciar als 'Karpatenkoppen' terugzag. Gek genoeg is Slowakije, dat al aan de euro deelneemt, tegenwoordig nog Europeser dan Tsjechië, dat zich voorheen altijd op zijn Europese antecedenten liet voorstaan. Het is het soort ironie dat Václav Havel zal hebben weten te waarderen, juist omdat hij dat graag anders had gezien. Als historische figuur heeft Havel uit het leven gehaald wat erin zat. Een vierde leven is hem niet meer gegeven, want wie 'in waarheid leefde', doet niet aan een leven na de dood.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten