Een beter plan voor de arbeidsmarkt

Geen categorie19 mei 2015, 8:00

Nederland heeft al sinds enkele kwartalen een positieve economische groei en de werkloosheid neemt geleidelijk af. Dit is grotendeels te danken aan externe factoren zoals stimuleringsbeleid ECB, lage rente, lage wisselkoers euro (goed voor export) en een lage olieprijs. Is er nu sprake van een sterk en vitaal herstel van de arbeidsmarkt?

In een recent artikel in het blad HPdetijd door ene “Dr. Doom” (een belegger) onder de veelzeggende titel De arbeidsmarkt: het is niet best en het wordt niet beter wordt hierop ingegaan en de conclusies zijn niet zo vrolijk.

Volgens Dr. Doom zijn er in het eerste kwartaal van 2015 6.000 banen bijgekomen, maar verminderde het totaal aantal gewerkte uren. Met andere woorden, we werken meer part-time en steeds minder uren. Een fenomeen dat je ook in de V.S. ziet. Dr. Doom wijst erop dat er in de afgelopen negen kwartalen weliswaar 65.000 banen bij kwamen, maar 200.000 banen verdwenen. Hij wijst ook op de averechtse gevolgen van het willen bestrijden door flexwerk door het Kabinet Rutte-Asscher en op de werkloosheidsramp die zich begint te voltrekken onder 55-plussers (zelfs voor 45-plussers, JG) voor wie het steeds moeilijker wordt om weer aan de bak te komen.

Dit komt overeen met mijn eigen kritiek op de hervormingen van het kabinet zoals ik die geuit heb in meerdere stukken op DDS sinds begin vorig jaar. Ik heb er steeds op gewezen dat de “versoepeling van het ontslagrecht”, vooral neer komt op juridisering. Alle individuele aanvragen gaan via de kantonrechter, die met een woud aan voorschriften te maken krijgt. Daar staat weliswaar een verlaging van de ontslagvergoeding (transitievergoeding geheten) tegenover, maar het zijn vooral grote bedrijven met professionele HR-afdelingen die daarvan profiteren. Voor de MKB-ondernemer die vaak geen tijd heeft voor uitgebreide “dossiervorming”, wordt het een drama.

Daarnaast heb ik er steeds op gewezen dat het hele scala aan maatregelen om flexwerk tegen te gaan zó bureaucratisch en ingewikkeld is, dat het bedrijven alleen maar ontmoedigt om mensen aan te nemen. Verder wordt er niets gedaan aan de absurde omstandigheid dat een werkgever in ons land twee tot drie jaar financieel verantwoordelijk wordt gesteld voor de ziekte van een werknemer, ook als de werkgever daar niets aan kan doen. Dit geldt ook voor werknemers die slechts enkele maanden in dienst zijn geweest; als ze ziek uit dienst gaan kan dit jaren effect hebben op de premieheffing van de werkgever en wordt deze lastig gevallen met “reïntegratiedossiers”.

Dit slagveld overschouwende moet ik denken aan Pim Fortuyn, die ooit een boek schreef onder de titel “Zonder ambtenaren” en terecht fulmineerde tegen de bureaucratisering van onze maatschappij. Je krijgt het idee dat het Sociaal Akkoord van het kabinet tot stand gekomen is na een uitgebreide poldersessie van ambtenaren van Sociale Zaken met vakbondsbobo’s en werkgeversbobo’s zoals voormalig VNO-NCW voorzitter Bernard Wientjes, een man die door zijn kritiekloze bewondering van de EU liet blijken dat hij erg ver stond van de zorgen van het MKB.

Het verschil met de wél succesvolle hervorming van de arbeidsmarkt in Duitsland tijdens bondskanselier Schröder, is dat de laatste luisterde naar professionals in het bedrijfsleven. Op die hervormingen is overigens nog altijd kritiek omdat ze leidden tot verarming van bepaalde groepen, maar ze waren economisch wél effectief.

Het gevolg van al dat gepolder en het broddelwerk van minister Asscher is dat eigenlijk niemand tevreden is. De werkgevers willen nu de CAO’s moderniseren om de regelbrij te verminderen; de werknemers liggen blijkens de woorden van FNV-voorzitter Ton Heerts op ramkoers. Het zou dus wel eens een “hete zomer” kunnen worden met stakingen, die een bedreiging kunnen vormen van de lichte economische groei die we nu hebben.

Kan het ook anders? Ja, naar mijn overtuiging kan het ook anders. Vorig jaar heb ik voor DDS een artikel geschreven “Maak van Nederland een banenmachine!”

Hier mijn aanbevelingen in de vorm van een zeven-punten-plan:

1. Daadwerkelijke versoepeling ontslagrecht, pas desnoods een iets hogere vergoeding toe dan de transitievergoeding, maar maak het eenvoudiger voor werkgevers en werknemers om als volwassen partijen uit elkaar te gaan;

2. Streef gelijke behandeling na van vaste- en flexmedewerkers, maar probeer niet met ingewikkelde bureaucratische trucs de keuze tussen vast en flex te beïnvloeden want dat werkt averechts;

3. Beperk de financiële aansprakelijkheid voor de werkgever bij ziekte, bijv. door de werknemer zich individueel hiervoor te laten verzekeren. De werkgever kan wel (verplicht) meebetalen aan de premie, maar nasleep en rompslomp voor de werkgever wordt dan beperkt;

4. Verlaag de wig (het verschil tussen het netto loon en de loonkosten van de werkgever), met name aan de onderkant van het loongebouw, zodat het aantrekkelijker wordt voor werkgevers om mensen aan te nemen;

5. Verlaag de uitkeringen voor mensen onder de dertig jaar (zowel WW als Bijstand uitkeringen), het is natuurlijk absurd dat onze jongeren voor bepaald type werk de neus ophalen en wij dit laten doen door Oost-Europeanen. Daarentegen zal de overheid de komende drie jaar meer moeten investeren in stimuleringspremies voor het aan de slag krijgen én houden van 45-plussers, ook in flex-vorm. Het grote gevaar is namelijk dat deze generatie te lang buiten het arbeidsproces komt te staan. Over een paar jaar zal dat anders liggen, omdat de arbeidsmarkt weer verkrapt als gevolg van de vergrijzing. Ten koste van alles moet nu voorkomen worden dat een complete generatie wordt afgeschreven;

6. Flexibilisering van het minimumloon: in bepaalde sectoren (denk aan horeca, toerisme, landbouw, supermarkten e.d.) kan voor eenvoudige werkzaamheden best een wat lager minimumloon gelden, zodat moeilijk plaatsbare groepen weer een kans krijgen;

7. Een vlaktaks of eventueel een beperkte vlaktaks tot de grens van 100.000 euro bruto jaarinkomen.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten