De Duitse opstelling in het eurodebat leek tot nu toe overzichtelijk. Het doel, Duitsland stevig inbedden in een project van Europese eenwording, was heilig. In ruil daarvoor waren de Duitsers zelfs bereid bepaalde financiële lasten te accepteren, zolang die maar tijdelijk waren en de ontvangende landen zich wel verplichtten hun economieën naar Duits voorbeeld te hervormen.
De Duitse houding is de afgelopen maanden echter veranderd. Deels komt dat door economische ontwikkelingen in eigen land. De Duitse huizenmarkt is een zorgenkind geworden: afgelopen jaar stegen huizenprijzen er met 8 procent. Steden als München haalden zelfs het dubbele, tot wel 20 procent. Zowel overheid als banksector doet wat ze kunnen om deze ongezond hoge stijging af te remmen. Maar omdat de Duitsers de zeggenschap over hun rentestand hebben opgegeven, kunnen ze de belangrijkste factor in de stijgende vraag naar hypotheekkredieten niet meer beïnvloeden. Althans: in theorie.
Deze week bleek namelijk dat Bondskanselier Merkel om Duitse economische belangen te beschermen in praktijk wel degelijk bereid is zich openlijk te bemoeien met het beleid van de Europese Centrale Bank. De ECB zou overwegen om de toch al lage rente in de eurozone nog verder te verlagen. Dat zou ongetwijfeld fijn zijn voor de kwakkelende economieën in Zuid-Europa (en, laten we eerlijk zijn, in ons land). Maar voor de toch al oververhitte Duitse huizenmarkt zou het rampzalig zijn. Dus pleitte Merkel openlijk voor een renteverhoging. Daarmee de fictie van de Europese solidariteit nadrukkelijk aantastend.
Dat met haar uitspraken bovendien de onafhankelijkheid van de ECB fundamenteel wordt ondergraven, lijkt de Duitsers niet te deren. De onafhankelijkheid van de ECB werd deze week overigens nog vanuit een tweede Duitse stelling onder vuur genomen. Er lekte een document van de Bundesbank uit waarin in harde bewoordingen afstand werd genomen van het beleid van de Italiaanse ECB-president Mario Draghi. Het document wijst er fijntjes op dat de kerntaak van de ECB is om de prijsstabiliteit te garanderen.
Het opkopen van ongelimiteerde hoeveelheden staatsleningen van PIIGS-landen past daar niet bij. Het heeft niet alleen een mogelijk inflatieeffect, het maakt de ECB bovendien politiek chantabel. Wankele lidstaten kunnen immers de bank dwingen tot verder opkopen van hun staatsschulden, omdat bij niet-aankopen een bankroet wacht en dus ook het afschrijven van het deel van de schuld dat de ECB al in zijn bezit heeft. Volgens de Bundesbank zou de ECB hiermee ten onrechte het uit de euro treden van individuele lidstaten in de weg staan de meest openlijke erkenning tot nu toe van Duitse kant dat eurolidmaatschap geen onomkeerbaar proces is.
Het ene na het andere Duitse Europataboe lijkt zo te sneuvelen. En dat allemaal ten dienste van een nieuwe Duitse opstelling die we het beste kunnen karakteriseren als eigen belangen eerst. Tot nu toe werd alleen rekening gehouden met een euro-exit van Zuid-Europese lidstaten, die de pijn van de bezuinigingen niet langer konden verdragen. Na deze week is het niet langer ondenkbaar dat het juist de Duitsers zelf zijn die eruit stappen geen Grexit dus maar Dexit. In dat geval is het voor de euro echt over en sluiten.