Discussie naar aanleiding van 'De twijfelbrigade'

Geen categorie15 jun 2014, 16:30
Het niveau van het klimaatdebat gaat – eindelijk – omhoog.
Na bespreking door Paul Luttikhuis op diens blog van 'De twijfelbrigade' van Jan Paul van Soest ontstond daar een levendige discussie. In tegenstelling tot vele eerdere blogdiscussies over het klimaat bereikte deze regelmatig een goed niveau.
Een van de deelnemers is Gerbrand Komen, voormalig directeur wetenschappelijk onderzoek van het KNMI. In commentaar #258 schreef deze het volgende:
@Hans Labohm #254
Klimaatbeleid is te moeilijk voor mij, maar ik probeer het wel te begrijpen.
Kun jij me uitleggen hoe jouw uitspraken te rijmen zijn met die van iemand als Richard Tol, die in Global Problems, Smart Solutions, Cost and Benefits, Edited by Bjorn Lomborg, 2013 een cost/benefit analyse maakt. Hij pleit voor een mix van adapation, abatement, R&D en ‘perhaps’ geo-engineering, en schrijft (op pagina 191): “Based on conservative assumptions, modest CO2 emission reduction can be justified. If this does not fit in the budget of the Copenhagen consensus money should be borrowed.”
Als economische leek kan ik dat niet rijmen met jouw suggestie “Als het klimaatbeleid geen meetbaar effect heeft, dan heeft elke daaraan bestede euro – of het nu investeringen of lopende kosten zijn, of ze nu laag of hoog zijn – geen nut.”
Jouw uitspraak is conditioneel, altijd waar, en daarmee in feite ook zonder inhoud, maar je suggereert dat geld dat besteed wordt aan klimaatbeleid weggegooid geld is. Richard daarentegen stelt juist voor om geld te lenen, omdat dat een goede investering zou zijn.
Kun je me verlichten?
Ander punt. In De Twijfelbrigade op blz 64-65 staat een lijst van veel gebruikte drogredenen. Het zou leuk zijn als je daar eens op reageerde. Wat je in #254 doet (een conditionele uitspraak die altijd waar is, maar die suggereert dat klimaatbeleid zonde van het geld is) kan ik in die lijst niet vinden. Jij wel?
Denk er om: geen rookgordijnen of zijpaden! ;)
Aldus Gerbrand Komen.
Mijn reactie daarop is de volgende:
Re 258#
Gerbrand Komen,
Dank voor de vragen, opmerkingen en suggesties. (Daar gaat mijn vrije weekend weer! Grapje!)
Zoals bekend, ben ik een fan van Richard Tol. Niettemin kan ik mij niet in al zijn opvattingen vinden.
Meer lenen ten behoeve van klimaatbeleid, zoals Richard suggereert als mogelijkheid, is onverstandig gegeven het feit dat de wereld al in rode inkt verdrinkt. Voor zover mij bekend, hebben de overheden van alle westerse landen tezamen nog nooit in de geschiedenis van de mensheid zó veel schulden gehad. Hoe ze ooit nog uit de schuldenfuik moeten ontsnappen, is mij een raadsel. Dat is opmerkelijk want als econoom heb ik er toch voor doorgeleerd om op dat soort vragen antwoord te kunnen geven. Maar dat kan ik niet.
Zie ook hier.
De overheidsschulden dienen dringend te worden verminderd. Zo niet, dan barst op enige moment de tikkende schuldentijdbom met onoverzienbare, doch rampzalige gevolgen voor de gehele wereldeconomie. Meer schulden maken is al helemáál onverstandig als niet duidelijk is wat voor goeds met het geleende geld kan worden gedaan.
Ik breng in dit verband maar weer eens de uitspraak van Tom Wigley (een pro-AGWer, later bekend uit het Climategate–schandaal) in herinnering.
Citaat:
In December 1997, Vice President Al Gore asked U.S. Global Change Research Program (USGCRP) scientists to calculate the effects of the implementation of the draft Kyoto Treaty. Tom Wigley, one of the program's most prolific authors, responded: 'If all of the nations of the world do what they said they would, the earth's temperature in 2050 will be 0.07°C cooler than it would be if we had done nothing.
Dat effect is zó klein dat het niet kan worden gemeten.
En dan de opsomming van de drogredenen die door Jan Paul van Soest op blz. 64 en 65 van zijn opus magnum zijn geïnventariseerd. Die gaan er bij een klimaatscepticus als ik in als Gods Woord in een ouderling. Ik zal ze stuk voor stuk behandelen.
Veel gebruikte drogredeneringen in de klimaatdiscussie, maar ook elders, zijn:
1. Ad hominem: persoonlijke aanval op de tegenstander om zo zijn argumenten in twijfel te trekken.
Degenen die de discussie op dit blog [van Paul Luttikhuis dus] hebben gevolgd, weten dat zulks veel voorkomt onder AGWers. Vooral Hans Paaijmans is onbetwiste topscorer op dat gebied. Zouden zijn ouders wel weten wat hij in zijn vrije tijd uitspookt en zouden zij dat wel goedkeuren? Maar goed ... 
2. Autoriteit: de autoriteit van een persoon of instelling wordt gebruikt om de juistheid van een claim aan te geven. Dat kan een drogreden zijn, maar een beroep doen op een autoriteit die breed wordt erkend, kan ook een argument zijn om niet in elke discussie terug te hoeven tot 'Adam en Eva'.
Het gebrek aan kleding van Adam en Eva doet vermoeden dat zij in een warmer klimaat leefden dan het grootste deel van de mensheid thans. Dat kan niet zijn veroorzaakt door de uitstoot van SUV's e.d.. Hun kennis van de klimatologie zal waarschijnlijk beperkt zijn geweest. Dus het heeft weinig zin om in de discussie zo ver terug te gaan. Maar dat terzijde.
AGWers verwijzen voortdurend naar de IPCC–rapporten als waren zij de Bijbel van de klimatologie. Klimaatsceptici zijn van oordeel dat deze rapporten te veel tekortkomingen vertonen om als zodanig te kunnen worden beschouwd. Er is simpelweg nog te veel onbekend. Aangezien klimaatsceptici geen consensuscultuur kennen, is er nauwelijks een vergelijkbaar rapport waarnaar zij kunnen verwijzen. De rapporten van het NIPCC (Non-Governmental International Panel on Climate Change) komen daar nog het dichtste bij. Maar in de betogen van klimaatsceptici nemen zij in het algemeen toch niet zo'n belangrijke plaats in als het IPCC in de betogen van AGWers.
3. Ad ignorantium: ofwel onwetendheid: een stelling wordt geacht waar te zijn omdat niet bewezen is dat deze onwaar is.
AGW is niet bewezen. AGWers dringen er bij klimaatsceptici voortdurend op aan om aan te tonen dat de AGW–hypothese onjuist is. Dat is de wereld op zijn kop. De bewijslast rust op hun schouders.
4. Non sequitor: de claim volgt niet logischerwijs uit de premisse.
AGWers zijn sterk in het zondigen tegen deze regel. Voorbeeld: de aarde warmt op, dus dat wordt voor meer dan de helft veroorzaakt door de CO2–uitstoot van de mens. Immers, een andere verklaring is niet denkbaar volgens hen. Ander voorbeeld: het drijfijs op de Noordpool krimpt. Dus dat moet zijn veroorzaakt door de opwarming van de aarde door de mens. De laatste tijd is de oppervlakte van het drijfijs op de Noordpool echter weer toegenomen en de stijging van de gemiddelde temperatuur van de aarde is zo'n 17 jaar geleden gestopt.
5. Post hoc, ergo propter hoc: B treedt op na A, dus A veroorzaakt B.
Zo rond de eeuwwisseling leken de curven van CO2 en temperatuur op basis van de zogenoemde 'Vostok Ice Core' (aanvankelijk 420.000 jaar) in tandem te stijgen en te dalen. Dat werd als een belangrijk bewijs van de opwarmende invloed van CO2 gepresenteerd. Bij nauwkeuriger analyse van de data (met een hogere tijdsresolutie) bleek echter dat de CO2–fluctuaties de temperatuur volgden, met een vertraging van zo'n 800 jaar, en niet omgekeerd. Maar dit feit werd lange tijd verdoezeld door het IPCC. Hoewel dit feit reeds ten tijde van de 'Inconvenient Truth' bekend was, gaf Al Gore daarin nog steeds de verouderde, misleidende voorstelling van zaken.
6. Overhaaste generalisatie: uitspraken op basis van te weinig gegevens.
De tot dusver onverklaarde opwarmingspauze, ofwel 'hiatus', die door (bijna) geen enkel klimaatmodel is voorspeld (beter: geprojecteerd), toont overduidelijk aan dat de klimaatmodellen (nog?) niet in staat zijn om het klimaatgebeuren bevredigend te simuleren. Op zijn minst kan men daaruit concluderen dat er nog te weinig gegevens zijn. En: 'If you can't explain the pause, you can't explain the cause.'
7. Cherry picking: uit een veelheid van gegevens alleen een specifiek deel van de data en waarnemingen gebruiken om een stelling kracht bij te zetten.
Klimaatsceptici zijn van oordeel dat het klimaatestablishment zich hieraan stelselmatig schuldig maakt. Het controleert het redactiebeleid en de 'peer review' van een groot deel van de wetenschappelijke bladen op klimatologisch gebied. Hierdoor komen opvattingen die in strijd zijn met de AGW–hypothese niet of nauwelijks aan bod. Voor zover dat wèl het geval is, bijvoorbeeld aandacht voor de zonne–hypothese als alternatief voor de CO2–hypothese in de astrofysische literatuur, wordt deze in de rapporten van het IPCC genegeerd dan wel geminimaliseerd.
8. Correlatie/causatie: uit de samenhang tussen verschillende verschijnselen afleiden dat het ene verschijnsel ook het andere veroorzaakt. Of het omgekeerde: uit gebrek aan correlatie afleiden dat er géén oorzakelijk verband kan zijn.
Het klimaatestablishment heeft uit de stijging van CO2 en de temperatuur sinds het midden van de vorige eeuw, plus 'circumstantial evidence', geconcludeerd dat de eerste de oorzaak is van de tweede. Het heeft daarbij genegeerd dan wel weggeredeneerd dat de temperatuur van ongeveer 1950 – 1975 is gedaald, daarna is gestegen en zich vanaf 1998 tot op heden grosso modo heeft gestabiliseerd.
9. Reductie ad Hitlerum: op internet bekend als de wet van Godwin: X had deze mening ook, X was een slecht mens, dus de mening deugt niet.
Het meest saillante voorbeeld daarvan is dat IPCC–voorzitter, Rajendra Pachauri, de Deense klimaatscepticus Bjørn Lomborg met Hitler vergeleek.
Tot zover mijn commentaar op het nuttige lijstje drogredenen van Jan Paul van Soest, zoals gepubliceerd in zijn opus magnum: 'De twijfelbrigade'.
Wat zegt Jan Paul er zelf van?
Wanneer van deze drogredenen gebruik wordt gemaakt, kan dat een aanwijzing zijn dat de claim niet deugt. Wanneer een bron vaker drogredeneringen gebruikt, is er reden om de geloofwaardigheid van die bron te betwijfelen.
Hier past slechts een simpel 'amen'.
Voor mijn eerdere DDS–bijdragen zie hier.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten