Ik zit in de trein en vang een gesprek op. Nou, ik word er meer mee in mijn gezicht geslagen! De twee twintigers met vette haren, kekke brillen en oranje broekjes doen niet echt een poging de decibellen te beperken tot wat het menselijk oor aankan op de vroege ochtend.
A: Hear hear!
B: Heeft ie de masterball niet meegenomen?!
A: Je kunt zeggen wat je wilt, maar dat monster ziet er wel vet uit!
B: Ja dik!
A: Het is een vogel en dat is het!
B: Ah good, 3 masterballs!
A: Hij heeft m gewoon in zn bek gekloot!
B: You dont hear me complaining.
A: This masterball is going bye bye! Je krijgt gewoon 9 hp per level erbij, gast!
En die Cabootoo met ancient power als attack, which is nice.
B: Je moet echt Hard Gold gaan spelen, is echt grappig!
Je komt dan eerst in dat kutstadje waar die bitch is met die magnifies en dan die Fight Jim en dan over zee en dan helemaal bovenin zit die Hard Gold.
A: Dik random gast!
Anderhalf uur lang zitten de gastjes over hun telefoons gebogen. Ze kijken elkaar niet aan. Mijn ogen rollen uit mijn kassen en mijn oren piepen. Als dit geen prachtig staaltje communicatie is als schrijnend voorbeeld van de tijdgeest, dan weet ik het niet meer.