Dromen is mooi, Jeroen Dijsselbloem. Maar weet wel het verschil te maken tussen wens en verwachting.
Dat men binnen de PvdA in een volstrekte toestand van totale ontkenning leeft, is vandaag wel weer een stukje duidelijker geworden. Minister van financiën Jeroen Dijsselbloem heeft zich namelijk laten verleiden iets over de toekomst van zijn partij te zeggen.
Voor de PvdA wordt regeren in de tweede helft van deze kabinetsperiode aantrekkelijker, voorspelt minister Dijsselbloem van Financiën. Het wordt economisch beter, er valt meer geld uit te geven. PvdA'er Dijsselbloem, een van de geestelijk vaders van het kabinet, vraagt de weggelopen PvdA-kiezers daarom enig geduld te hebben met het kabinet.
Ten eerste vind ik het knap dat het voor Dijsselbloem kennelijk al vast staat dat het de aankomende twee jaar beter zal gaan. It ain't over till the fat lady sings, dus we zullen echt 2015 en 2016 moeten afwachten voordat we daar iets zinnigs over zeggen. Die twee jaren bij voorbaat al tot economische succesverhalen uitroepen is op z'n minst voorbarig te noemen.
Ten tweede omzeilt Dijsselbloem handig dat het grootste probleem van de PvdA niet de economische toestand is, maar een imagoprobleem. De achterban neemt het de partij gewoon hartstikke kwalijk dat ze in zee zijn gegaan met de VVD. Los van het waarheidsgehalte, overigens, is voor de PvdA-achterban de VVD nog altijd de partij die in 2010 in zee ging met Geert Wilders. De partij bezuinigde op uitkeringen en kunstsubsidies, en wilde zelfs het budget voor ontwikkelingssamenwerking kortwieken. Hoe goed het economisch gezien ook zal gaan de aankomende twee jaar, en hoe optimistisch PvdA-kiezers daar misschien ook van gaan worden: de samenwerking met de VVD zal er niet door verdwijnen of minder zwaar worden aangerekend.
Derhalve doet Dijsselbloem er goed aan z'n gordel goed om te doen. 2015 wordt geen jaar waarin het rustiger wordt voor de PvdA. Integendeel zelfs, dus ik adviseer de bewindsman zich schrap te zetten.