Het doel, dierenleed terugdringen, is lovenswaardig.
Ik ben een groot dierenliefhebber, een tegenstander van de bio-industrie en tegen het 'commodificeren' van dieren.
Noem me groen-conservatief, als u dat prettig vindt. Als zodanig kan ik alleen maar instemmen met de doelen die de dierenpolitie (om een of andere vreemde reden spreekt men over 'animal cops') nastreeft. Dierenbeulen moeten wat mij betreft, om er even wat PVV-jargon tegenaan te gooien, kei-hard aangepakt worden. Bescherm de dieren tegen de beesten.
Maar het heeft natuurlijk weinig zin om dierenlevens te verbeteren met de hulp van slechts een paar honderd agenten. En meer agenten aanstellen lijkt me ook geen goed plan, want dan kunnen ze hun taak jegens mensen niet goed meer uitvoeren. En de mens staat natuurlijk wel hoger in de orde der dingen dan het dier. Juist daarom hebben wij een taak om goed met dieren om te gaan.
Onze opstelling tegenover dieren is er nu een van instrumentalisme. We moeten dieren wel kunnen gebruiken, anders heeft hun bestaan weinig zin. Ook het overdreven sentimentalisme dat tokkiemeisjes aan de dag leggen voor Paris Hilton-hondjes is eigenlijk niets meer dan de beestjes nuttig gebruiken; ze zijn onontbeerlijk voor de constructie van een bimbo-imago.
Het instrumentaliseren en commodificeren van dieren laat zijn lelijke gezicht zien in de bio-industie. Daar kunt u duizenden vleesboompjes aanschouwen - ik zal niet zeggen 'onder erbarmelijk omstandigheden'. Ik sta echt niet te juichen als ik de beesten opgehokt zie, maar de Nederlandse boer is over het algemeen begaan met zijn dieren. Vooral als het bedrijf kleinschalig is, kan hij een band ontwikkelen met zijn koeien, schapen en varkens. Dat vinden wij soft. Boeren zelf spreken er ook zelden over, daar zijn ze veel te nuchter voor, maar hij weet ondertussen wel de naam en conditie van elk dier.
Doordat wij een wezenlijke band met dieren afkeuren, of enkel op hyperemotionele wijze kunnen construeren, raken wij vervreemd van onze meest naaste categorie van levende wezens. Om dat goed te maken introduceren we allemaal wetten. Dieren hebben rechten en moeten vertegenwoordigd worden door de politiek, dat vindt de Dierenbescherming bijvoorbeeld ook. Ik vind dat nogal ongezond. Mensen hebben rechten, dieren niet. Op het moment dat wij van een dier een 'rechtspersoon' gaan maken, abstraheren we en gaan we een niet-juridische band uit de weg. We plaatsen het dier, wederom, op grote afstand. Daarom is wetshandhaving, zoals de Dierenbescherming wil, ook geen manier om dierenleed aan te pakken. Het is symptoombestrijding die moet compenseren voor een verregaande onwennigheid in de omgang met dieren.