Minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus neemt geen blad meer voor de mond en bewijst de meest dictatoriale minister van het hele kabinet te zijn. Zijn boodschap aan het volk dat in een zware, belachelijke lockdown leeft en daardoor duizenden banen ziet verdwijnen? Niet zeiken! "Die klaagzang over afpakken, daar word ik kriegelig van."
Minister Grapperhaus heeft een bijzonder interessant interview gegeven aan het AD. Interessant? Ja. Fascinerend zelfs. Het gesprek draait vooral om oud en nieuw, het vuurwerkverbod, en de manier waarop de autoriteiten omgaan met mogelijke relschoppers (of gewoon buurtgenoten die het nieuwe jaar toch op de oude, normale wijze hopen te kunnen inluiden). En dan zegt Grapperhaus opeens het volgende:
"Het is pijnlijk dat we hele delen van de maatschappij hebben moeten stilleggen; maar dat ene knalfeestgedoe? Dat is echt niet zo’n opoffering. Het is een klein offer. Als we dat al niet kunnen opbrengen... Die klaagzang over afpakken, daar word ik een beetje kriebelig van."
Dit is ongelooflijk. Deze man denkt werkelijk voor u en mij te kunnen bepalen wat wel en geen "echte" opoffering is. Misschien is Nieuwjaar voor ons psychologisch wel van groot belang. Het niet vieren is dan een groot offer. Dat Grapperhaus er niets mee heeft, prima hoor. Maar waar haalt hij het lef vandaan om ánderen te vertellen dat het voor hen ook niet belangrijk is?
En trouwens, Nederland zit nu al een tijdje in een echte lockdown. Banen staan op het spel. Mensen worden binnenshuis gek. Onderlinge spanningen nemen toe in gezinnen. Nieuwjaar stelt mensen in staat om die spanning een beetje los te laten. Maar dat feest wordt ze afgenomen ‒ door een overheid die stelt dat het nodig is in de strijd tegen het coronavirus. Want de zorg is overbelast; dezelfde zorg die ontmanteld is door drie achtereenvolgende kabinetten-Rutte.
Weet je waar ik 'kriegelig' van word? Van ministers die overtuigd zijn dat de overheid kan doen en laten, eisen en verbieden, wat hij wil. En dat diezelfde staat ons gewoon vertelt dat we onze bek moeten houden als we daar een beetje ongemakkelijk van worden.