Je hoort wel zeggen dat de eurocrisis het democratisch tekort van Europa blootlegt. Ook The Economist, een verklaard voorstander van de euro, heeft het deze week over een 'an ever-deeper democratic deficit'. Dat de financiële tekorten in Europa steeds groter worden is waar. Maar het is een misverstand om van een tekort aan democratie te spreken. Tegenwoordig hoor je vooral tegenstanders van Europa over het ondemocratische karakter van de EU. De EU zou een eliteproject zijn, het volk is er ingeluisd. Twintig jaar geleden waren het juist de federalisten, vandaag 'eurofielen' genoemd, die het over het 'democratisch deficiet' in Europa hadden. Zij wezen op de 'almacht' van Brussel en de buiten de verdragen om tot wasdom gekomen Europese Raad, die gedemocratiseerd moest worden door het Europees parlement meer macht te geven. Het kan verkeren. Hoewel ik euroscepticus ben, althans lange tijd mijn twijfels over het welslagen van de euro op papier heb gezet, heb ik beide standpunten altijd onzin gevonden. Volgens mij is er helemaal geen 'democratisch gat' in Europa. Mensen die dat denken hebben een overspannen idee over wat een democratie is en wat een democratie vermag. Sterker, ik zou denken dat geen munt ter wereld democratischer tot stand is gekomen dan de euro.
Het is waar dat Europa, dus ook de euro, een eliteproject is. Maar zonder elites gebeurt er niks. Een volkssport als voetbal is ook als elitesport begonnen. De grootste dictators ter wereld kun je bij sportbonden aantreffen, of bij voetbalclubs die door tycoons worden gerund. In Spanje waren verkiezingen voor het voorzitterschap van Barcelona of Real Madrid lange tijd de enige 'verkiezingen' die ze hebben gekend. Het volk en de sterke man, dat is al sinds de Oudheid een twee-eenheid. In die context is de invoering van de euro buitengewoon democratisch en transparant verlopen. De Europese staatslieden zijn niet over één nacht ijs gegaan, maar hebben voor de invoering tien jaar de tijd genomen. Tussen 1992, de ondertekening van het Verdrag van Maastricht, en 2002, toen de euro ook echt uit de geldautomaten kwam, is het project op allerlei manieren bediscussieerd. Door experts, centrale bankiers, parlementariërs, journalisten en soms ook door burgers, die overigens in grote meerderheid verstek lieten gaan. Te saai, te abstract, te technisch. De euro was een slaappil, de kiezers waren in andere dingen geïnteresseerd. In voetbal bijvoorbeeld.
Dat wil niet zeggen dat de euro er geruisloos is 'doorgedrukt'. Alle EU-landen hebben op hun eigen democratische manier met deelname ingestemd of van deelname afgezien. De Britten bedongen in Maastricht onder John Major meteen een 'opt-out', de Denen hielden twee referenda, waarbij ze eerst 'nej' tegen Maastricht zeiden en later - toen ze ook een 'opt-out' hadden afgedwongen - alsnog akkoord gingen. Noorwegen, het meest politieke correcte land ter wereld, hoefde zich die vraag niet eens te stellen. De Noren zeiden als enige volk in Europa in een referendum in 1972 al 'nee' tegen het lidmaatschap van de EG. De landen die wel aan de euro zijn gaan deelnemen, hebben daar allemaal parlementair mee ingestemd, sommige zelfs met een grote meerderheid, zoals Spanje. Frankrijk, de bedenker van het hele project, heeft ook een referendum gekend. Een kleine meerderheid van de Fransen steunde daarbij president Mitterrand. Zou de 'democratische legitimiteit' in Nederland van de euro groter zijn als wij daar in 1993 ook een referendum over hadden gehad en met vijfenvijftig procent 'ja' hadden gezegd? Ik betwijfel het. Zo'n referendum is een momentopname, en de generaties die de kans krijgen om zich over zo'n project uit te spreken zijn bevoorrecht vergeleken met toekomstige generaties die er nooit iets over te zeggen zullen hebben. Zij hebben hun munt als gegeven te accepteren. In feite zijn wij geprivilegieerd dat we dit hele proces hebben mogen meemaken en daar deels gestalte aan kunnen gegeven. Wie denkt dat er meer zelfstandige sturing mogelijk is, koestert een democratische illusie - en houdt zich dus voor de gek.
Democratie staat of valt met het vermogen van volken om zichzelf te besturen. Kunnen zij dat niet, dan komen zij onder curatele te staan, van een dictator van eigen bodem (veel gebeurd in Zuid-Europa), of onder intenationaal bewind, wat nu de Grieken dreigt te overkomen. Terecht, dan hadden ze hun problemen maar niet tot probleem voor de hele eurozone moeten laten worden, wat de Grieken er overigens nog steeds niet van weerhoudt in grote meerderheid voor het behoud van de euro te zijn. Alleen de consequenties, daar willen ze niet aan. uniek is zulke curatelevorming niet. Kijk naar de Duitsers. Die dankten hun D-mark, later hun belangrijkste machtsmiddel en bewijs van herwonnen economische kracht, niet aan zichzelf, maar aan de westelijke geallieerden. Die voegden in 1948 hun drie bezettingzones bijeen, waaruit in 1949 de Bondsrepubliek is ontstaan. De enige Duitsers die echt voor de D-mark hebben gekozen, waren de Oost-Duitsers, die in 1990 massaal voor de Westmark gingen. De West-Duitsers namen het voor kennisgeving aan en betaalden braaf de rekening. Mitterrand stemde in met de eenwording, en in ruil daarvoor offerde Helmut Kohl, die daarna nog twee keer tot bondskanselier werd gekozen, de D-mark op voor de euro. Of dat economisch allemaal zo verstandig was, mocht je je toen afvragen, en bij de Bundesbank werd dat achter de schermen en zelfs openlijk gedaan. Maar de politieke logica was overweldigend. De Duitse eenwording kwam vreedzaam tot stand, en de democratie had zijn loop.
Grappig is ook de Britse opstelling. De Britten zien de euro als bedreiging van hun vrijheid en nationale soevereiniteit. Maar David Cameron pleit nu voor 'meer Europa', want dat is beter voor de Britse bankensector, die massaal onderuit gaat bij een ineenstorting van de euro en een nieuwe mondiale recessie. De eerste beleidsdaad van Gordon Brown als minister van Financiën in 1997 was het politiek onafhankelijk maken van de Bank of England. Dat was een motie van wantrouwen tegen z'n eigen Labourpartij, en de City was er blij mee. De maatregel is door de Tories niet ongedaan gemaakt. Ook de huidige Britse regering predikt 'austerity', maar ondanks hun nadruk op het behoud van hun nationale soevereiniteit hadden de Britten er geen moeite mee hun hele industriële erfgoed in de internationale uitverkoop te doen. Alleen aan hun eigen pond sterling houden ze naarstig vast, wat niet heeft voorkomen dat de Britse schuldenpositie nog erger is dan die van de eurozone.
Zelf had ik twijfels over de euro tot 2002. Daarna was het afgelopen met de gulden en kwam de euro uit de muur. Toen had verzet geen zin meer en heb ik heel democratisch mijn verlies genomen. De meerderheid van het Nederlandse parlement heeft ingestemd met de euro, in 2000 zelfs met de deelname van Griekenland (inclusief het toenmalige VVD-Kamerlid Geert Wilders). Wat mij betreft is de euro, waarvan de invoering vlekkeloos is verlopen, legitiem omdat hij er is en als betaalmiddel door iedereen wordt gebruikt. Meer is niet nodig. Het is waar dat velen denken dat er met de euro een kat in de zak is gekocht. Maar het is niet de euro die faalt. Die functioneert eigenlijk heel goed en laat nu zien dat er niet zoiets als een free lunch bestaat en dat landen niet eeuwig tegen een lage rente 'gratis geld' kunnen lenen als daar geen economisch vermogen tegenover staat. De euro doet wat hij doen moet, het zijn de Zuid-Europese landen die falen. Dat dat spanningen geeft is zonneklaar, maar wat hadden we dan gedacht? Dat ook bij ons in Noord-Europa voor niks de zon opgaat? Solide landen betalen een lage rente, minder solide landen een hoge, zo is het altijd geweest. Het is waar dat tot 2008 door de financiële markten, die zich ook weleens vergissen, ten onrechte al een voorschot was genomen op het toekomstidee dat Europa één geheel was geworden. Dat was een stap te snel. Voor die verkeerde taxatie betaalt iedereen nu een prijs. Dat Nederland zich sinds de jaren tachtig Duitser meent te moeten opstellen dan de Duitsers zelf, en zich daarmee in Europa van andere bondgenoten (als België) heeft vervreemd, is een andere zaak, maar onze vrije keus. Dat daarbij door de Haagse elites, De Nederlandsche Bank (met Wim Duisenberg als onze man in Frankfurt) en de Nederlandse kiezers nogal wat zelfbedrog aan de dag is gelegd, blijkt nu een kostbare zaak. Maar dat hebben we zelf gedaan, dus zeg niet dat de euro niet democratisch is. De euro is de meest democratische munt uit de monetaire geschiedenis. Dat die euro vooralsnog niet heeft gebracht wat ervan verwacht werd, verklaart de huidige volksopstanden ertegen. Maar terugdraaien kan niet meer, tenzij tegen zeer hoge kosten, wat bij alle verliezers (en dat zullen er veel zijn) nog meer kwaad bloed zet. En Europa als geheel zal beslist niet democratischer worden als de muntunie uiteenvalt.