Als Defensie niet een miljard euro extra krijgt kunnen we de krijgsmacht net zo goed opheffen.
Het ministerie van Defensie heeft Financiën laten weten dat het graag een miljard euro extra ontvangt om de krijgsmacht enigszins overeind te houden. Zoals de Volkskrant bericht:
Het heeft geld nodig omdat vooral behoefte is aan meer helikopters, transportvliegtuigen, communicatie- en informatiesystemen en medische capaciteit. Ook in de munitievoorraden en bij de reserveonderdelen kraakt het.
Bij de marine moet er geld bij om drie geplande projecten goed uit te kunnen voeren: de twee M-fregatten zijn aan vervanging toe, en voor de zes mijnenjagers en vier onderzeeërs moeten nieuwe komen.
Je zou denken: een prima reden om inderdaad flink te investeren in Defensie. Een leger zonder de middelen om het eigen land te beschermen is immers volstrekt nutteloos.
Helaas denkt Financiën daar net een beetje anders over. Het departement van minister Dijsselbloem vindt dat Defensie om te veel geld vraagt en probeert het bedrag daarom flink omlaag te krijgen. Daarbij wordt er niet gekeken naar wat Defensie eigenlijk nodig heeft, maar naar wat Financiën wil uitgeven.
Laat me even het één en ander uitleggen over de rol van de overheid, beste dames en heren van het ministerie van Financiën: de overheid heeft enkele primaire taken, Defensie is daar één van.
We betalen in de eerste plaats belasting zodat de staat een leger kan opzetten om ons te beschermen tegen buitenlandse vijanden. Dat was, historisch, de voornaamste reden dat burgers een 'regering' accepteerden; belastingen in ruil voor veiligheid. Op het moment dat de staat die veiligheid niet meer kan leveren verliest is het zijn legitimiteit.
Met andere woorden: of Financiën geeft Defensie wat het nodig heeft, of de staat maakt zichzelf volkomen ongeloofwaardig. Kiezen of delen, minister Dijsselbloem. Wat doe je?