De werkplek van de ambtenaar was nog nooit zo mooi

Geen categorie18 okt 2013, 12:00

Het nieuwe kantoorgebouw voor de ministeries van BZK en V&J is gisteren officieel geopend door de Koning. De torens aan de Haagse Turfmarkt zijn jaloersmakend mooi.

Je zou maar als ambtenaar werken bij het ministerie van Binnenlandse Zaken of het ministerie van Veiligheid & Justitie. Wat een leven. Sinds de verhuizing eind vorig jaar werken de ambtenaren nog steeds op de Turfmarkt, maar dan een klein stukje verderop, samen in één gebouw. In het nieuwe Rijksgebouw met een rode en een witte toren, ontworpen door architect Hans Kolhoff, zitten nu ongeveer 5.000 ambtenaren.

Het nieuwbouwproject kostte 330 miljoen euro, maar dan heb je ook wat. Officieel is het het grootste kantoorgebouw van Nederland met 130.000 m2 kantoorruimte en 41 bouwlagen. Het hoogste punt is 146,5 meter hoog. Het gebouw wordt al bijna een jaar gebruikt, maar gisteren was de officiële opening door Koning Willem-Alexander. Journalisten kregen vorige week een rondleiding door het immense gebouw met eindeloos veel verdiepingen en werkplekken.

Voor een journalist die rokerige redactieruimtes met slechte belichting en rammelende computers en kapotte printers is gewend, is het wel even wennen. Alles ziet er spic en span uit. Het heeft iets weg van het nieuwe ministerie in de BBC-serie The Thick of It (zie foto boven). Zelfs de typetjes uit de serie liepen er rond (helaas geen Malcolm Tucker). Het ontbreekt de ambtenaren aan niets in het nieuwe gebouw: de ramen op bijna alle verdiepingen kunnen open, het licht dat overal naar binnen komt biedt rust, het restaurant en de kleinere eethoekjes verkopen genoeg eten en de flexibele werkplekken zijn schoon en opgeruimd.

Helemaal bovenaan, op de 36ste verdieping, met een broodje in de ene hand en een glaasje melk in de ander, kunnen ambtenaren afspreken en relaxen in de Sky Lobby. Daar kunnen ze uit het raam staren en zich vergapen aan een van de mooiste uitzichten ooit: die over Den Haag. Op de achtste verdieping in beide torens – een stuk lager dus – zitten de ministers en de staatssecretarissen. In de gangen bij de bewindslieden hangen portretten van hun voorgangers. De details in het gebouw maken indruk: de kleuren, de snelle liften (als je niet om de verdieping wordt tegengehouden), het gebruik van koper en marmer op selecte locaties, het visgraatpakket, het blonde hout.

Twee dingen vallen op tijdens de rondleiding. Het eerste is een klein dingetje, maar het is wel tekenend voor de overheid: ambtenaren kunnen zelf afrekenen als ze willen lunchen. Er zijn geen kassamedewerkers (zie foto onder). Dit betekent dat er op wordt vertrouwd dat ambtenaren eerlijk zijn over wat ze uit de mandjes en koelkasten halen. Ieder ander – commercieel – bedrijf zou dat niet zo aanpakken.

Het tweede dat opvalt, is de nadruk die tijdens de rondleiding wordt gelegd op de flexibele werkplek. Het betekent dat iedereen in het gebouw, op bewindslieden, leidinggevenden en secretaresses na, dagelijks op een andere werkplek zit. Het principe is simpel: een ambtenaar werkt altijd op dezelfde verdieping en vaak zelfs in hetzelfde hoekje. Maar in dat hoekje is niet één werkplek exclusief voor hem. Er geldt een strikte clean desk policy, wat betekent dat er geen (persoonlijke) spulletjes mogen blijven liggen aan het einde van een werkdag. Alles moet worden opgeborgen in de kast waar iedere ambtenaar één meter plank voor zichzelf heeft en één meter plank voor de groep.

De meeste ambtenaren werken met een laptop of iPad, die ze kunnen aansluiten op een computerscherm, een extern toetsenbord, een stopcontact en het internet. Dat is het, meer is er niet te vinden bij de bureaus. Maar, zoals gezegd, alles ziet er superstrak uit en alles werkt zoals het hoort. Een gemiddelde journalist (de controleur van de macht, niet waar?) heeft die luxe niet. De meeste redacties hebben het geld niet om nieuwe kantoorgebouwen te betrekken, nieuwe computers te kopen, of zelfs maar printers neer te zetten die gewoon doen waar ze voor gemaakt zijn: printen.

Het nieuwe Rijksgebouw is er overigens niet alleen voor the lucky few die bij de overheid aan de slag mogen: het tuintje voor de ingang en een deel van de begane grond is vrij toegankelijk voor iedereen. Aan de voorkant van het gebouw staan nog wat winkelruimtes te huur, voor bijvoorbeeld cafétjes of kleine winkeltjes. Zo wordt de stad Den Haag meer betrokken bij het ministerie en vice versa, is het idee. Ik heb slechts één advies aan collega-journalisten: wie niet groen van jaloezie naar buiten wil komen na een bezoekje aan het ministerie, kan maar beter een afspraak maken op het Plein of elders in de stad.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten