De vrijheid van meningsuiting is geen gemakkelijke vrijheid. Zo heeft het publieke debat ons de afgelopen jaren wel geleerd. Valt belediging er nou wel of niet onder? Zo ja, waar ligt dan de grens? Bij aanzetten tot geweld? Hoe ondubbelzinnig moet dat aanzetten dan gebeuren? Lastig.
Laat ik u daarom eens twee recente situaties schetsen waarin de vrijheid van meningsuiting centraal staat. Wie weet wordt het dan wat helderder.
Situatie 1. In Groot-Brittannië is ophef ontstaan over het nummer Jesus Stag Night Club van de Britse band Babybird en Johnny Depp, waarin Jezus wordt voorgesteld als een onhandelbare dronkelap. Volgens diverse Britse christelijke organisaties is het nummer blasfemisch en zou het daarom moeten worden verbanden van de radio. 'One day, Johnny Depp and his cronies will face the judgment of our Lord and they will burn in hell for this filth', aldus Lee Douglas, woordvoerder van The Christian Coalition.
Situatie 2. De Haagse As Soennah moskee heeft de omstreden imam Mohammed al-Magraoui uitgenodigd om te spreken bij de feestelijke heropening van de verbouwde moskee. Al-Magraoui is omstreden omdat hij - op basis van de islam - seks met 9-jarige meisjes zou goedkeuren. Voor onder andere de PvdA en PVV reden om het kabinet op te roepen de imam het benodigde visum te weigeren. Abdelhamid Tahiri, voorzitter van de Haagse moskee, zegt in een reactie dat het al dan niet toelaten van de imam zal laten 'zien hoe vrij en tolerant Nederland is.'
Hier doet zich iets curieus voor: de ene religieuze groep wil de vrijheid van meningsuiting inperken, terwijl de andere religieuze groep juist de grenzen opzoekt en daarbij op verzet van seculieren stuit. Seculieren die doorgaans juist vooraan staan om de vrijheid van meningsuiting zo ruim mogelijk uit te leggen. Praten over pedoseksualiteit gaat hen echter klaarblijkelijk een brug te ver.
U ziet het, de vrijheid van meningsuiting is zo makkelijk nog niet.