Wat een feest! De referendumwet is er! De democratie zegeviert! Toch?!
An sich is de referendumwet niet verkeerd. Als je het mij vraagt is een referendum een prachtig middel om de kloof tussen burger en volksvertegenwoordiger, die heden ten dage ondemocratisch groot te noemen is, te verkleinen. Zoals Daniel Hannan, Brits Conservative, onlangs stelde:
"Democracy is not just the right to mark a cross at a ballot paper every four or five years. Democracy also depends on a relationship between government and governed."
Dit raakt de kern van een gezonde democratie. Tussen burger en volksvertegenwoordiger bestaat een band die in stand gehouden dient te worden, die niet slechts gebaseerd is op een kruisje bij een naam eens in de vier of vijf jaar. Het onderhouden van die band kan mijns inziens niet beter dan middels referenda.
Afgelopen week keurde de Nederlandse senaat twee initiatiefwetsvoorstellen goed met betrekking tot deze gewenste volksraadplegingen. Het betreft ten eerste de Wet raadgevend referendum, die een niet-bindend raadgevend referendum mogelijk maakt vanaf 2015. Dat wil zeggen een referendum vooraf, waarvan de uitslag genegeerd kan worden. Geheel terecht krijgen mensen hierbij de onderbuikgevoelens over het referendum van 2005, het enige nationale referendum dat Nederland kreeg. De Europese Grondwet werd verworpen, maar even later werd het Verdrag van Lissabon geratificeerd, hetgeen de EU-Grondwet in een ander jasje is.
Het tweede initiatiefwetsvoorstel betreft een correctief referendum. Met zo'n referendum kan de Nederlandse burger wetten achteraf terugdraaien ? de uitslag ervan is bindend. Hiervoor is echter wel nog eerst een Grondwetswijziging nodig, waardoor de realisatie van dit referendum nog wel eens problemen kan gaan ondervinden.
Maar ach, als rasdemocraat zou je blij zijn met elk schijntje referendum.... Denk je. Deze referendumwet blijkt echter een half-om-half referendumworstje, dat de Nederlandse burger al sinds de indiening in 2005 wordt voorgehouden. Want laat nou net dat ene referendum, waar miljoenen Nederlanders op zitten te wachten, verboden zijn. Het referendum waar D66 niet aan meedoet. Het referendum waarvoor Thierry Baudet in de Tweede Kamer pleitte. Het referendum der referenda. Het in/out-referendum over de Europese Unie.
In beide wetsvoorstellen is namelijk zeer uitdrukkelijk de clausule opgenomen dat er geen referendum mag worden gehouden over "wetten die uitsluitend strekken tot uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties". Laat ons lidmaatschap van de EU nou nét afhankelijk zijn van geratificeerde verdragen en laat de EU nou nét een volkenrechtelijke organisatie zijn. Goh. What a coincidence.
Mijn punt? De democratie zegeviert helemaal niet. Nergens niet. Het goedkeuren van deze wetsvoorstellen door de senaat is niets meer dan de schijn wekken van democratie. De situatie is namelijk schrijnend: terwijl de zeggenschap voor de burger aan de voorkant wordt vergroot, wordt het kader waarbinnen deze zeggenschap kan plaatsvinden aan de achterkant verkleind; zolang Nederland lid blijft van de EU, hevelen wij immers dagelijks bevoegdheden over aan ongekozen oligarchen in Brusselse ivoren torens. Maar daar krijgen we Europese Vrede en Welvaart voor terug. Toch? Toch?
Het referendumworstje was zo lekker, maar de nasmaak is vies. Heel vies. Het is weliswaar een stap in de juiste, democratiserende richting, maar we zijn er nog lang niet.
Oh ja, detail: VVD, CDA, SGP en ChristenUnie
stemden tegen. Zij weten beter dan u en besluiten dus ook voor u. Zij hebben u en uw mening de vier jaar na verkiezingen niet nodig. Dat u het weet.