Ondanks dat ISIS weer 100 troepen verloren is, weigert de organisatie de belegering van Kobani te staken.
Het gaat voor de terroristische mallotenclub ISIS bepaald niet van een leien dakje: Kobani heeft zojuist versterking gekregen van de zwaarbewapende en gevechtsgetrainde Irakees-Koerdische Peshmerga. Daarnaast begint het dodental ook flink op te lopen: de islamitische terreurbeweging verloor in de afgelopen week alleen
al ruim honderd zielen:
In de afgelopen drie dagen zijn meer dan honderd strijders van Islamitische Staat in Kobani tijdens gevechten met Koerdische milities gedood. Ondertussen zijn versterkingen uit Turkije in de stad gearriveerd.
Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn er sinds het begin van de gevechten om Kobani (16 september) 576 jihadisten gedood. Aan Koerdische zijde vielen 361 doden. Daarnaast registreerde het Observatorium 21 burgerdoden.
ISIS moet dus flinke verliezen incasseren. Dan doemt de vraag op of de terreurorganisatie er wellicht niet beter aan zou doen zichzelf terug te trekken in plaats van door te blijven gaan met de hoogstwaarschijnlijk zinloze poging Kobani in handen te krijgen.
Welnu, een militair strateeg die gericht is op lijfsbehoud zou inderdaad dit moment wellicht aangrijpen om de belegering van het Noord-Syrische stadje staken, maar het punt met ISIS is juist dat zij dat niet zijn. Als zij omkomen in deze strijd die zij als een 'heilige oorlog' zien, dan malen ze er niet om. Sterker nog, velen hopen op het slagveld van kant te worden gemaakt zodat zij een plekje hoog in de hemel kunnen veroveren. Vlakbij hun profeet Mohammed, en met 72 maagden binnen handbereik.
Die motivatie maakt dat ISIS nooit zal stoppen, nooit zal inbinden en tot de laatste snik zal doorgaan met de poging tot verovering van Kobani. En juist daarom moet het Westen niet rusten totdat deze organisatie volledig van de aardbodem geveegd is. Gelukkig is ISIS bij dit streven behulpzaam door zich bereid te tonen zichzelf te willen doodvechten aan de poorten van Kobani.