Zondag 16 november aanstaande is het weer zo ver: de goedheiligman en zijn Pieten zullen aankomen in Amsterdam. Een dag eerder, op zaterdag 15 november, vindt de landelijke intocht plaats in Gouda. De Raad van State heeft inmiddels het eerdere vonnis van een Amsterdamse rechter naar de prullenbak verwezen en bepaald dat de burgemeester bij het verlenen van de vergunning geen oordeel mag vellen over de figuur van Zwarte Piet.
Al vaker heb ik verhaald op DDS over mijn grootvader de Amsterdamse dierenarts Dr. Jan Gajentaan (1902 - 1987) die de Amsterdamse Sint speelde van 1950 tot en met 1962. Van de dertien keer dat hij de intocht reed had deze twaalf keer de status van landelijke intocht, met uitzondering van jaargang 1960, toen de landelijke intocht in Rotterdam plaatsvond.
Tot aan zijn laatste levensjaren is mijn grootvader het hartgrondig oneens gebleven met het besluit van de NOS/NTR (NTS) in 1964 om de Amsterdamse intocht en de landelijke intocht te scheiden. Juist het concept dat de hoofdstedelijke intocht ook de landelijke was en de rol die de Koninklijke Familie daarbij speelde was de succesformule van de jaren vijftig, met in 1955 een record-toeschouwersaantal van 800.000.
De schrijver van het boek Sint Nicolaas en zijn knecht, de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman, had de intocht al in Amsterdam gesitueerd. Schenkman publiceerde in 1850 dit boek waarin hij de donkere knecht van Sint introduceerde, toen nog met eigen paard. De naam Zwarte Piet zou pas later ontstaan. De 'knecht' van Schenkman was vermoedelijk gebaseerd op het type van de moorse page die voorkwam op oude schilderijen van deftige families. Het is volgens historici niet aannemelijk dat Schenkman racistische bedoelingen had. Schenkman was prominent lid van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, die tegen de slavernij ijverde.
Schenkman ergerde zich aan de nogal armoedige Sint zoals die vóór 1850 over de daken zwierf. Hij wilde het feest meer cachet geven. Schenkman bedacht ook het verhaal van de stoomboot uit Spanje, die dus in Amsterdam aankwam. De tekst van het lied Zie ginds komt de stoomboot is van de hand van Schenkman zelf, de melodie ervan leende hij in Duitsland en is afkomstig van het traditionele Duitse lied Im Märzen der Bauer.
De geschiedenis van Zwarte Piet als archetype in allerlei tradities en mythes gaat veel verder terug, zelfs duizenden jaren, en heeft niets met kolonialisme of slavernij te maken. Dit archetype kent verschillende gedaantes en vertakkingen. Ik werd deze week geattendeerd op een zeer interessant boek daarover van Dirk Bontes: Zwarte Piet, de verborgen godsdienst van de Nederlanden. Zelf heb ik ooit geopperd om Piet op termijn blauw te schminken zodat niemand zich gekwetst hoeft te voelen, maar ik moet toegeven dat ik niet volledig op de hoogte was van deze diepere culturele dimensie.
Allerlei historische omstandigheden en ook toevalsfactoren hebben een rol gespeeld bij de uiteindelijke vormgeving van de intocht. Zo is er een groot verschil tussen de vrij armzalige intochten met een stuk of zeven Pieten van vóór de oorlog en die daarna. Dit heeft te maken met het Canadese Leger, dat op 8 mei 1945 een triomfantelijke bevrijdingsintocht meemaakte in Amsterdam (route via de Berlagebrug en de Vrijheidslaan, toen nog Amstellaan geheten). Mijn grootvader was toen 43 jaar oud en filmde de bevrijdingsintocht zelf.
Het was de Canadese kolonel Tom Gilday die eind 1945 op het idee kwam om van de Sinterklaasintocht een groot festijn te maken. Zijn oorspronkelijke plan om 16 Sinterklazen in te zetten werd beleefd doch dringend afgewezen door Nederlandse bestuurders, maar het idee van een grote intocht met veel Pieten paste prima bij het streven om de na-oorlogse moraal op te vijzelen. Sint en zijn Pieten reden dat jaar in militaire colonne door Amsterdam.
Ook bij de Verenigde Naties waren ze ooit nog enthousiast over het Nederlandse kinderfeest. Bij de intocht van 1954 werd mijn grootvader als Sint hartelijk welkom geheten door Trygve Lie, voormalig secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die braaf op de kade stond te wachten naast Koningin Juliana. Dat was nog eens andere (speculaas)koek dan een onderzoeksmissie van Verene Shepherd, die overigens in de veronderstelling verkeerde dat zij hier het Kerstfeest kwam inspecteren.
Het Sinterklaasfeest vertegenwoordigde in de jaren vijftig en de vroege jaren zestig nog sterk de traditionele Nederlandse waarden, zoals de geborgenheid van het gezin en de centrale rol van het kind daarin. Daarnaast had de Amsterdamse intocht een bredere betekenis gekregen als symbool van nationale eenheid in het Nederland van de wederopbouw.
Na 1964 is de landelijke intocht nooit meer in Amsterdam gehouden. De Amsterdamse intocht haalt tegenwoordig toeschouwersaantallen van rond de 300.000 tot 400.000*, terwijl de landelijke intochten die onder auspiciën van de NTR meestal in kleinere steden worden gehouden, doorgaans zon 50.000 toeschouwers trekken.
* in een eerder artikel heb ik aangegeven dat er nog maar 50.000 toeschouwers komen in Amsterdam, maar dat was niet correct, dat aantal hoort bij recente landelijke intochten onder auspiciën van de NTR.