Je hoort weleens zeggen dat de wereldwijde schuldencrisis een spanning schept tussen landen die er een potje van hebben gemaakt en landen die hun zaakjes op orde hebben. De eurocrisis wordt zo voorgesteld. In die beeldvorming is alles de schuld van luie zuiderlingen en hun potverterende overheden. Nu is het zondermeer waar dat de crisis zich het eerst heeft geopenbaard in de landen die er financieel het zwakste voorstaan. Het zou gek zijn als het anders was geweest. Wel moet daarbij worden gezegd dat de crisis is begonnen in het rijkste land ter wereld, Amerika, en dat we geen probleem met Griekenland zouden hebben gehad als de grote westerse economieën niet in zo'n diepe put waren gevallen.
Deze maand is de schuldencrisis een nieuwe fase ingegaan. Tot nu toe is de schuldencrisis door de politici steeds 'bestreden' door nog grotere schulden te maken, die vooruit te schuiven, en de kredietwaardigheid van 'sterkere' staten te gebruiken om de 'zwakkeren' tegen een schappelijke rente van nieuw krediet te voorzien. De hoop was dat nieuwe groei vervolgens de ergste gaten zou doen afnemen. Maar dit wondermiddel is uitgewerkt, de noodverbanden zijn gaan stinken. Inmiddels staat ook de kredietwaardigheid van grote landen ter discussie, niet alleen die van Spanje en Italië, maar ook die van de VS en in het kielzog daarvan Frankrijk. Dat betekent eigenlijk dat er geen landen meer zijn 'die hun zaakjes op orde hebben'. Ja, Duitsland misschien, maar iedereen begrijpt dat het absurd is te denken dat de Duitsers en een paar kleinere landen hun (eveneens afnemende) kredietwaardigheid langdurig kunnen 'uitlenen' om de rest overeind te houden. Het zal niet lang meer duren of ook zij zien hun driedubbele A-status in gevaar. Dan zullen ook de financieel sterkere landen moeten inzien dat zij de dans niet kunnen ontspringen en dat de schulden van de zwakkeren ook hun schulden geworden zijn.
Dit proces staat helder beschreven in een analyse in de
Frankfurter Allgemeine Zeitung, waarin uitgelegd wordt dat de schuldencrisis eigenlijk neerkomt op een verdelingsvraagstuk. Wie betaalt de rekening voor geld dat allang is uitgegeven. Dat is eigenlijk evident, maar velen willen er niet aan. Als staten failliet dreigen te gaan, kunnen zij niet meer aan hun betalingsverplichtingen voldoen, niet aan hun eigen burgers en ook niet aan hun (vaak ook buitenlandse) geldeisers. Er is weinig fantasie voor nodig waartoe dat kan leiden. En als staten hun internationale verplichtingen niet meer erkennen omdat ze die niet meer kunnen nakomen, zijn de rapen gaar en staat het mondiale financiële systeem op instorten. Alleen de gedachte al maakt iedereen zenuwachtig. Het is dus niet zo vreemd dat de beurzen af en toe door aanvallen van paniek worden geteisterd en van de politici het verlossende woord verwachten. Een verlossend woord dat niet komt, omdat allerlei mogelijke oplossingen voor het schuldenvraagstuk (zoals belastingverhogingen) politiek taboe zijn verklaard. Het gevolg is dat we die belastingen indirect toch voor onze kiezen krijgen, in de vorm van een economische recessie (sommigen spreken van een depressie) en oplopende staatstekorten die op de een of andere manier zullen moeten worden gefinancierd.
Mij lijken twee zaken volkomen duidelijk. Als verzorgingsstaten hun verplichtingen niet meer kunnen nakomen, leidt dat op nationaal niveau tot acute verdelingsvraagstukken, want in krimpende economieën worden begrippen als 'je eigen broek ophouden' dooddoeners voor mensen die (buiten hun directe schuld) over de rand zijn gevallen. Het is daarbij een illusie te denken dat kleine staten als Nederland alleen of in een sterker groepje rond Duitsland het hoofd overeind zullen houden, zeker nu ook de VS en Frankrijk in zwaar weer zijn beland (om over het Verenigd Koninkrijk, dat nog veel hogere schulden heeft, maar te zwijgen). De westerse wereld als geheel wordt naar beneden gezogen. Het lijkt me dan ook dat die westerse wereld naar een gezamenlijke oplossing moet zoeken en dat vooral de kleine open economieën (zoals Nederland) dekking moeten zoeken door de grote landen goed vast te houden en op internationale samenwerkingsstructuren te blijven vertrouwen. Doen zij dit niet, dan betalen zij sowieso het gelag. Mijns inziens betekent dit dat er onder de huidige omstandigheden voor de euro geen alternatief is. En het betekent ook dat een versleten begrip als 'solidariteit' dringend nieuwe invulling behoeft. Dat is even wennen in deze rechtse tijden. Het naïeve idee dat we de huidige wereldcrisis wel aan het vrije spel der maatschappelijke krachten kunnen overlaten, is theoretisch mooi en in zekere zin gebeurt dat ook door de schrijnende hulpeloosheid van de beleidsmakers, maar de dolgedraaide markten hebben het met hun verwoestende kracht in zich op een kolossale ramp uit te draaien, tot massawerkloosheid, verpaupering en nieuwe oorlogen aan toe.
Ter geruststelling: zover is het nog lang niet. Maar wie denkt dat het rechtse populisme met zijn nationalistische en protectionistische oprispingen een uitweg biedt, houdt zichzelf ernstig voor de gek. Ook deze klassieke politieke verleiding (populisten zijn nóóit liberaal) maakt de markten nerveus en in die zin zijn ook de populisten 'schuldig' aan de huidige crisis. Het is maar dat u het weet. Als de westerse wereld zijn eenheid niet hervindt, gaat alles dat na WO II op internationaal gebied is opgebouwd verloren. Wat mij betreft is dat geen goedkope bangmakerij, maar een reëel perspectief dat moet worden afgeweerd.