Margaret Thatcher won niet driemaal op rij de verkiezingen door haar woorden en koers te matigen. Zij was overtuigd van haar gelijk. Zelfs Britten die het niet volledig met haar eens waren, erkenden en respecteerden dat. Een les voor de rechtse politici van vandaag de dag.
De rechtse leiders van Europa zeggen Thatcher wel na, maar met minder overtuigingskracht en bijgezet met minder daadkracht. David Cameron en Mark Rutte zeggen dat de overheid kleiner en krachtiger moet, maar in werkelijkheid gebeurt dat niet. Ze erkennen het belang van degelijk begrotingsbeleid en praten over bezuinigingen, maar in de praktijk wordt nauwelijks bezuinigd. Sterker, de overheidsuitgaven stijgen jaar op jaar.
Beide premiers, die in Thatcher een voorbeeld zeggen te zien, weten ook dat de kracht van de economie in de private, niet de publieke sector zit; dat ondernemerschap zorgt voor groei, innovatie en banen. Toch is het ondernemers niet veel makkelijker gemaakt. Als er al gedereguleerd wordt, wordt het - net als de zogenoemde bezuinigingen - verkocht als noodzaak in plaats van een bewuste, ideologische keuze. "We moeten wel bezuinigen/hervormen," zeggen de politici in vooral Zuid-Europa, omdat Berlijn dat eist. Weinig inspirerend.
Er schuilt ook politiek gevaar in deze redenatie. Op het moment dat het beter gaat, zou er geen noodzaak meer zijn tot liberaal begrotings- en economisch beleid en kan links weer rustig andermans geld uitgeven.
Thatcher hield het Britse volk niet voor dat ze niet anders kon dan bezuinigen (hoewel het de waarheid was en zij bezuinigde echt). De politica overtuigde kiezers ervan dat een kleinere overheid, lagere belastingen en meer persoonlijke en ondernemersvrijheid in zowel hun eigenbelang als dat van de economie was. Zij voerde een ideologische strijd - en won.
De rechtse leiders van tegenwoordig twisten met links over een paar miljard meer of minder, maar durven het grote debat niet aan. Geen wonder dat ze het electorale succes van Thatcher niet kunnen evenaren.