De representatieve democratie zal de Europese overheid nooit bedreigen

Twee weken geleden behaalden de Echte Finnen een gigantische verkiezingswinst: met 19.1% van de stemmen was de links-populistische partij bijna net zo groot als de Nationale Coalitiepartij, de conservatief-liberale partij die de meeste stemmen binnenhaalde (20,4%). Het belangrijkste verkiezingsthema van de Echte Finnen was het beperken van de EU-invloed, en dan met name het tegenhouden van de (Finse bijdrage aan de) bail-out van Portugal.

Liefst 60% van de Finnen vond net als de Echte Finnen dat hun land niet moest bijdragen aan het redden van andere EU-landen die zichzelf in de problemen hebben gewerkt door veel te veel te lenen. Helaas mag het Finse volk, net als in alle andere EU-landen, zich hier niet middels een referendum over uitspreken. Wel mag het Finse parlement, anders dan in alle andere EU-landen, stemmen over de Finse bijdrage aan EU-reddingsfondsen.

Dit gegeven in combinatie met de vereiste unanimiteit onder EU-leden, kon de bail-out van Portugal wel eens onder druk zetten. Maar helaas, de Echte Finnen blijken een ruggengraat van slagroom te hebben. Een beetje druk van de Nationale Coalitiepartij was voldoende voor de Echte Finnen om 180 graden te draaien: het Portugese reddingsplan zou ineens 'in belang van Finland' zijn. Het bekende cliché dat alle eurofielen prediken.

Zestig procent van de Finnen had het liever anders gezien, maar voor slechts een derde van hen was het thema kennelijk belangrijk genoeg om ook daadwerkelijk op een eurosceptische partij te stemmen. Dit in combinatie met het gegeven dat alle andere partijen, om welke redenen dan ook, vrij kritiekloos pro-Europese overheid zijn, leidt al snel tot de conclusie dat er hele vreemde dingen moeten gebeuren wil de Europese overheid ooit iets te vrezen hebben van welke representatieve democratie dan ook.