Onopgelost raadsel.
Na 'The Economist', 'Der Spiegel', 'Die Welt', 'Jyllandsposten' en 'Svenska Dagbladet' (waarover ik eerder
hier berichtte) heeft nu ook de 'Neue Zürcher Zeitung' (NZZ) ontdekt dat er iets grondig mis is met de huidige
mainstream klimaat'consensus'. Dit keer richt de aandacht van de NZZ zich niet op de zognoemde opwarmingspauze (van zo'n 16 jaar reeds), maar op de discrepantie van wat de klimaatmodellen plaatselijk projecteren en wat er in werkelijkheid wordt gemeten: de afwezigheid van de zogenoemde 'hotspot' boven de evenaar. Voor zover mij bekend is deze aberratie nog niet op de radar van onze eigen kwaliteitsmedia gesignaleerd. In de blogosfeer is het thema echter reeds vele jaren lang uitvoerig aan de orde geweest.
Het gaat hier dus om de zogenoemde ontbrekende 'hotspot' die volgens de klimaatmodellen ergens op 10 km. hoogte bij de evenaar zou moeten zijn als gevolg de opwarming van de aarde door de toenemende concentratie van CO2 (linker afbeelding boven). Maar de metingen laten daar geen 'hotspot' zien (rechter afbeelding boven). Dit werd voor het eerst in 2007 gesignaleerd door een groep wetenschappers (David H. Douglass, John R. Christy, Benjamin D. Pearson en Fred Singer) in een artikel: 'A comparison of tropical temperature trends with model predictions.', gepubliceerd in het 'International Journal of Climatology'. In mijn brochure,
'What is Wrong with the IPCC?', heb ik reeds in november 2007 naar het resultaat van dit onderzoek verwezen.
In vele voordrachten,
ook in ons land, heeft Fred Singer op deze spectaculaire discrepantie gewezen. Zijn analyse vond echter in het geheel geen weerklank, noch bij
mainstream klimatologen, noch bij de media. Ondertussen gingen de pogingen om karaktermoord op hem te plegen maar door - iets waarmee vele klimaatsceptici hebben geleerd te leven. Hij zou door de (olie)industrie voor zijn werk worden betaald om de
mainstream klimaatconsensus te ondermijnen. Dieptepunt daarbij was het boek van Naomi Oreskes en Erik Conway: 'Merchants of Doubt'. Het was doortrokken van smaad en laster jegens de klimaatsceptici en in het bijzonder Fred Singer. Voor zover mij bekend heeft geen enkele
mainstream klimatoloog daartegen geprotesteerd, net zoals dat geldt voor het hoge misleidingsgehalte van 'The Inconvenient Truth van Al Gore'. Maar ja, dat kon toch ook niet? Het was toch immers voor de goede zaak: het redden van de planeet? Een dergelijke attitude wordt tegenwoordig wel 'noble cause curruption' genoemd.
Onder de titel, 'Der fehlende «Hotspot» in der Höhe', schreef Sven Titz in de 'Neue Zürcher Zeitung' (NZZ).
Hoch über den Tropen soll sich die Luft besonders stark erwärmen, zeigen Klimamodelle. Doch gemäss Messungen ist die Temperatur viel weniger gestiegen als vorhergesagt. Immer mehr Forscher räumen ein Problem ein. Um die Lufttemperaturen in den Tropen dreht sich eine der hartnäckigsten Debatten der Klimaforschung. Sie besitzt alle für die Geowissenschaften so charakteristischen Zutaten: Auseinandersetzungen über die Genauigkeit von Messdaten und den Realismus von Computermodellen sowie die aufgeregte Überhöhung als «Streit» in der öffentlichen Sphäre. So allmählich scheint sich allerdings die Auffassung durchzusetzen, dass die Klimamodelle in der Region nahe dem Äquator ein reales Problem haben.
Im Kern dreht sich die Debatte darum, wie stark die Temperatur in den Tropen durch die Zufuhr von Treibhausgasen ansteigt. Laut Klimamodellen sollte die Erwärmung dort in einer Höhe von acht bis zwölf Kilometern besonders ausgeprägt sein, also in der «mittleren Troposphäre». ...
Die Messungen ergeben aber ein ganz anderes Bild. Satelliten zeigen im Hotspot für den Zeitraum von 1979 bis 2012 eine Erwärmung um ungefähr 0,1 bis 0,2 Grad pro Jahrzehnt nur ungefähr die Hälfte dessen, was die meisten Modelle aufweisen, und die Erwärmungsrate ähnelt der am Boden. Nimmt man die Daten von den Satelliten, den Wetterballonen und der Reanalyse zusammen, scheint also vordergründig klar zu sein, dass die Modelle mit der starken Erwärmung in der tropischen mittleren Troposphäre falsch liegen. Gerne wird der «fehlende Hotspot» als Argument von Aktivisten [Noot HL: Weer zo'n denigrerende kwalificatie! Waarom niet gewoon wetenschappers?] benutzt, die bezweifeln, dass der Mensch das Klima durch zusätzliche Treibhausgase empfindlich verändert. Wissenschafter sehen die Sache aber anders: In den letzten Jahren diskutierten sie sich zunächst einmal die Köpfe über der Frage heiss, ob die grossen Unsicherheiten in den Messdaten und den Modellsimulationen überhaupt eine klare Aussage zu der mutmasslichen Trenddifferenz zulassen ob also der Unterschied «signifikant» im statistischen Sinne ist. Erst wenn diese Signifikanz festgestellt worden ist, kann mit Überzeugung gesagt werden, dass mit den Modellen etwas nicht stimmt.
Peter Thorne von der University of East Anglia meint, dieser Nachweis könne wohl erst in zwanzig Jahren erbracht werden, wenn verlässlichere Messsysteme lange genug in Betrieb gewesen sein würden. Signifikanz hin oder her in den letzten Monaten sind mehrere Studien erschienen, deren Autoren das Problem mit dem Hotspot einfach anerkennen. ...
Mainstream klimatologen hopen dat zij met nauwkeuriger modellen deze discrepantie kunnen oplossen. Maar Sven Titz concludeert vooralsnog:
Fürs Erste aber haben die Klimaforscher mit dem fehlenden Hotspot eine Knacknuss vor sich, die noch zu hart für sie ist.
Maar de verwoede pogingen die zij daartoe doen, zullen waarschijnlijk geen succes sorteren. Het klimaatsysteem is nu eenmaal te ingewikkeld en te chaotisch om met lineaire vergelijkingen op te lossen, hoe krachtig de computers ook moge zijn. Maar de ervaring leert dat de betrokken wetenschappers er alles aan zullen doen om dit werk zo lang mogelijk te rekken en kritiek te negeren/traineren, zodat de politiek en het publiek nog steeds in de waan worden gehouden dat er een klimaatprobleem bestaat en dat dit kan en dient te worden opgelost. 'The show must go on.'
Ondertussen verdwijnen er wereldwijd jaarlijks honderden miljarden in de bodemloze put van het klimaatbeleid. Over het effect daarvan zijn de protagonisten en antagonisten van de menselijke broeikashypothese het met elkaar eens: het zal niet aantoonbaar zijn. Maar de protagonisten houden daarover stijf hun mond dicht.
Op andere terreinen bestaan er strenge sancties op het achterhouden van cruciale informatie. Maar dat geldt niet voor klimaat. Daar komt men ongestraft met wangedrag weg.