Over Margaret Thatcher doen vele mooie verhalen de ronde. Mijn favoriete anekdote heeft betrekking op de plek waar ik in de jaren negentig enkele jaren heb mogen werken, het Conservative Research Department (CRD) in het hoofdkantoor van de Conservatieve Partij in Westminster.
CRD geldt behalve als een denktank binnen de partij ook als een kweekvijver voor politiek talent. Veel mensen die er werkten, werden later parlementariër, minister of zelfs in het geval van David Cameron premier. Kort na haar aantreden als partijleider had Thatcher een bijeenkomst met de voltallige staf van CRD. Toen op zeker moment een van de aanwezigen opmerkte dat ook de Conservatieve Partij nu geloofde in de filosofie van de Derde weg tussen conservatisme en socialisme, legde ze het gesprek stil. Ze greep in haar handtas, smeet een exemplaar van Friedrich Hayeks The Constitution of Liberty op tafel en beet haar gehoor toe: Dit is wat wij geloven!
In de huidige tijden, waarin rotsvaste overtuigingen doorgaans als een handicap worden gezien, valt misschien moeilijk te begrijpen dat Thatchers rigide ideologische aanpak haar zover heeft kunnen brengen. Maar wie de wanhopige situatie van de Britse economie in de jaren voor haar aantreden kent, begrijpt waarom de Britse kiezer bereid was haar radicale oplossingen een kans te geven.
In tien jaar tijd moest het land tweemaal bij het IMF aankloppen voor noodkredieten. De werkloosheid liep steeds verder op, net als de inflatie. In de winter voor haar eerste verkiezingsoverwinning werd het land bovendien lamgelegd door een algemene staking die ervoor zorgde dat het huisvuil zich in de straten ophoopte en dat in sommige steden zelfs de doden niet meer werden begraven. De Britse kranten schreven over een geest van verval die over het land vaardig was geworden.
Met dat verval heeft Thatcher tijdens haar elfjarig premierschap hardhandig afgerekend. Alle draken waarmee het land in haar regeerperiode te maken kreeg, trad ze met de moed van haar overtuigingen tegemoet. Vrijwel zonder uitzondering werden ze hardhandig verslagen van militaire juntas tot militante vakbonden. Zelfs haar politieke tegenstanders moesten uiteindelijk haar politieke gelijk toegeven. Wat dat betreft, was er geen groter eerbetoon denkbaar dan Tony Blairs New Labour, dat in de jaren negentig haar economische agenda vrijwel geheel overnam.
Fouten
Thatcher maakte uiteraard ook fouten. Haar confronterende stijl van politiek bedrijven gaf delen van het land het gevoel dat zij wel over hen maar niet namens hen regeerde. Haar plan voor een éénduidig lokaal belastingsysteem was slecht doordacht en leidde (mede) tot haar politieke val. En haar personeelsbeleid op kabinetsniveau was zo slecht dat het uiteindelijk tot een permanent verdeelde partij leidde.
Het zou bijna twintig jaar duren voordat de Tories het negatieve deel van haar politieke erfenis hadden verwerkt. Toch is de balans van haar premierschap overduidelijk positief. Op het moment dat haar land de moed leek op te geven, gaf ze het een broodnodige injectie van vrijheid en zelfvertrouwen. Zoals haar politieke erfgenaam David Cameron opmerkte: Ze maakte Brittannië weer Groot. Ze verdient dan ook zonder twijfel haar eigen plek in het pantheon van grote naoorlogse politici.