De laatste Amerikaanse soldaten staan op het punt Irak te verlaten. Voor de Kerst moeten alle troepen thuis zijn. De oorlog is gewonnen maar de Amerikaanse positie in het Midden-Oosten heeft er zwaar onder geleden.
Er was nooit een goede reden om Irak binnen te vallen. De vermeende aanwezigheid van massavernietigingswapens leek na de aanslagen van 11 september een dreiging maar sindsdien zijn we te weten gekomen dat Saddam Hoessein niet alleen zijn kernwapenprogramma had opgegeven maar nauwelijks meer over de capaciteit beschikte om biologische en chemische wapens te vervaardigen.
Toen er geen massavernietigingswapens bleken te zijn gooiden voorstanders van de oorlog het over een andere boeg: hadden de bondgenoten de wereld niet bevrijd van een kwaadaardige dictator? Hadden de Irakezen nu niet een kans op vrijheid en democratie? Dat was toch mooi!
Dat is zeker mooi, voor de Irakezen. Maar de Amerikanen schieten er bitter weinig mee op. Duizenden soldaten zijn in Irak gestorven, de Verenigde Staten hebben er miljarden besteed maar het zijn de Chinezen die de oliecontracten binnenslepen en Iran dat de banden met de democratische regering in Bagdad aanhaalt.
Gelet op de Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten is er weinig met de Irakoorlog gewonnen. In tegendeel, door het regime van Saddam Hoessein omver te werpen kreeg Iran vrij spel. De twee landen waren aartsrivalen en hielden elkaar mooi bezig zonder een dreiging te vormen voor veel andere landen in de regio, laat staan landen erbuiten.
De chaos die in Irak op de invasie volgde gaf de Iraniërs een uitgelezen kans om de Amerikanen dwars te zitten. Zij ondersteunden met name sjiitische opstandelingen en smeedden banden met Iraakse politici die onder het regime van Hoessein dikwijls in Iran in ballingschap hadden geleefd.
Dit voorjaar lieten de Amerikanen ook hun Egyptische bondgenoot Hosni Moebarak in de steek. Sindsdien staat Saoedi-Arabië er alleen voor om tegenwicht aan Iran te bieden. De ayatollahs hebben echter niet stilgezeten. Hun atoomprogramma draait op volle toeren en vorige maand dreigde een Iraans parlementslid dat zijn land de Perzische Golf wel eens voor de internationale oliehandel zou kunnen proberen af te sluiten.
De Iraniërs lijken geen enkele angst meer voor Amerika te hebben. Nadat een onbemand verkenningsvliegtuig van de Amerikanen in Iran neerstortte en President Obama vriendelijk aan Teheran vroeg of hij het toestel terug kon krijgen lachten ze hem nog net niet in het gezicht uit.
Obama's buitenlands beleid is ook niet om naar huis over te schrijven maar feit is dat hij nooit vanuit een positie van zwakte had hoeven te onderhandelen wanneer zijn voorganger niet had geprobeerd om twee oorlogen tegelijkertijd te voeren met een minimale troepenmacht en een beperkte politieke toewijding.
De Irakoorlog was een strategische blunder. Het zal nog jaren duren voordat de Verenigde Staten deze fout te boven komen.