De financiële crisis waar de westerse wereld nu al bijna vijf jaar mee worstelt, is begonnen door de verkoop van als innovatief aangeprezen financiële producten die uiteindelijk niemand meer begreep. Althans, dat vermoeden we nu. Wanneer dat onbegrip precies begonnen is, weten we niet, want het idee om risicovolle hypotheken met andere minder risicovolle hypotheken te versleutelen was in aanzet niet zo moeilijk te begrijpen en in eerste instantie zelfs briljant. Dat we daar niet eerder opgekomen waren! Pas heel geleidelijk begonnen sommige zwartkijkers onraad te ruiken en te begrijpen dat hier een heel riskant spel werd gespeeld. Maar omdat zoveel intelligente mensen zich daarmee bezig hielden en er heel veel geld mee werd verdiend, was het heel moeilijk ermee te stoppen. Het voortijds doorprikken van de luchtbel zou bovendien, als iemand dat al zou hebben gekund, nog veel riskanter zijn geweest. En je hoefde - heel simpel - alleen maar de stijgende beurskoersen te volgen om mee te profiteren. De wereld was transparant en iedereen liep met zijn succes te koop. Tot het feest voorbij was, wat zich eigenlijk al aandiende bij de eerste internetbubbel, toen we nog van geen bubbel wilden weten.
Nu lijken we ontnuchterd te zijn en te weten dat je nooit producten (beter: 'producten') moet kopen of verkopen die je zelf niet begrijpt. Simpele les: dat doen we dus niet meer. Toch heb ik hier zelf grote moeite mee. Van de meeste apparaten die tegenwoordig in de mode zijn begrijp ik helemaal niks en ze interesseren me ook niet veel. In die zin ben ik ook ongevoelig voor zeepbellen, maar dat helpt niet veel. Al die I-phones en dat soort dingen, dat getwitter en wat er nog meer voor 'nieuwe' of sterker nog: 'sociale' media doorgaat, het boeit me totaal niet en ik zie er ook het nut niet van in. Ik ben gewoon niet smart genoeg en waarschijnlijk erg dom volgens de moderne netwerktheorieën. Maar ik zie ook dat de meeste mensen, en alle jongeren, door al die gadgets zijn gefascineerd. Als ik door Amsterdam fiets moet ik voortdurend oppassen niet omver gereden te worden door andere fietsers die voortdurend aan het bellen zijn of hun e-mails checken. Compleet absurd. Vanuit mijn gezichtspunt zijn alle mensen gek geworden. Tegelijk vrees ik dat ik hier een belangrijke slag in het moderne mensenbestaan aan het missen ben, al kan niemand mij uitleggen waar die sprong voorwaarts goed voor is. Ik check thuis mijn e-mail. En bellen doe ik daar ook, als dat nodig is. Het zou dus kunnen dat ik wereldvreemd geworden ben door daar op straat niet aan mee te doen, hoewel ik geacht wordt de wereld om mij heen te begrijpen, niet alleen als burger, maar ook als zelfstandig ondernemer (ik sta verplicht ingeschreven bij de Kamer van Koophandel), en duider van samenleving en wereldpolitiek. Maar ik vind het bijna allemaal onzin, en zeker die wereld van die mobieltjes is totaal niet aan mij besteed.
Andere mensen lijken met dat meemarcheren minder moeite te hebben dan ik. Ik kijk totaal verwonderd om mij heen, lees kranten waarin nauwelijks nog iets van betekenis staat (hele katernen over lifestyle en televisie en film en damescolumnisten die schrijven over wat ze die dag nu weer op weg naar het kinderdagverblijf hebben meegemaakt of wat ze die avond denken te gaan koken), en lijk te leven in een gewichtloze wereld waarin alles 'licht' is. Ik snap niet goed wat daar zo leuk en opwindend aan is, hoewel dit slogans zijn die steeds van de beeldschermen worden geschreeuwd. Het heeft iets ongrijpbaars. En als ik nog even doordenk moet ik vaststellen dat ik vaak helemaal niet begrijp waar de mensen om mij heen hun geld mee verdienen of wat ze überhaupt aan het doen zijn. Ze vertellen ook nooit (het grootste geheim in onze transparante samenleving) wat ze er precies mee verdienen. Ik begrijp wat een bakker doet. Hetzelfde geldt voor boeren, industriearbeiders, politie-agenten, autohandelaren, computerverkopers en andere mensen met een uniform, uithangbord of winkel met spuillen die ik weleens nodig heb. Maar al die mensen die voor zichzelf zijn begonnnen als consultant, of creatieveling of 'mediaondernemer'? Het is me een raadsel. Ik kan vaak van vrienden niet eens navertellen wat ze precies doen voor de kost, waarom ze daar wel of geen succes mee hebben, en waarom er wel of niet naar ze wordt geluisterd, en begrijp dus ook niet waarom je er bij te rade zou gaan. En volgens mij weten ze het zelf vaak ook niet. Maar zolang het goed gaat, gaat het goed en het is belangrijk daar een zelfverzekerd gezicht bij te trekken. Maar wat vandaag nog een succesformule is, kan morgen ineens anders zijn. Dat geldt voor individuen, maar ook voor grotere entiteiten als ondernemingen en complete samenlevingen. Dan heb je - tomtom of niet - de afslag naar de toekomst gemist. De kans daarop neemt toe als mensen van elkaar niet meer weten waarmee ze bezig zijn en dat ook niet willen weten. Gewoon omdat iedereen met zichzelf bezig is en niks anders.
Mij bekruipt weleens het gevoel dat we in het Westen, in Europa, in Nederland, en zelfs in onze directe omgeving al heel ver in dat stadium gevorderd zijn (zie de wereld na Lehman Brothers). En ik betwijfel of dat in de Aziatische massawereld, waar de zakjapanner als het ware is uitgevonden, anders is. Mij maak je niet wijs dat de partijleiding in China een flauw benul heeft van wat er in dat reusachtige land vol anonieme carrière-Chinezen allemaal gaande is. Er heerst een grote onwetendheid en dus onbegrijpelijkheid ten aanzien van alle 'uitdagingen' die ons van buitenaf zijn opgelegd in een wereld die razendsnel aan het veranderen is. Het groeit ons letterlijk en figuurlijk boven het hoofd. En dan vertellen allerlei managementgoeroe's dat we nog veel meer moeten veranderen. Want stilstaan, dat kan niet, anders zijn we gezien. In zulke omstandigheden wordt alles een draaikolk en praat iedereen elkaar na. Want het is altijd veiliger op het winnende paard te wedden en massaal de bekende succesformules na te jagen dan om zelf na te denken en ruimte te geven aan het idee dat het misschien weleens een tikje anders zou kunnen zitten dan iedereen denkt.
Als ik zelfstandig consulent zou zijn, zou ik die laatste (even vermetele als verontrustende) gedachte overigens krachtig afraden. De grote onbegrijpelijkheid verkoopt niet, het gaat om voor iedereen begrijpelijke simpele concepten. Leuker kunnen we het voor u niet maken.