Er zijn natuurlijk belangrijker dingen in de wereld (zoals de gifgasaanvallen in Syrië), maar voor ons was de aangekondigde scheiding van Diederik Samsom het nieuws van de week. In de Volkskrant schreef Max Pam een scherpe column over de man die de wereld wil verbeteren, maar zijn eigen leven niet op orde heeft. Hij achtte de kans dat de PvdA-leider hier voor de verkiezingen nog bovenop komt klein.
Daar zou Pam weleens gelijk in kunnen hebben, al denk ik niet dat de meeste kiezers Diederiks 'misstap' (als we dat nog zo mogen noemen) kwalijk zullen nemen. De PvdA staat al laag in de peilingen, en de kans dat Samsom nog eens zo'n kunststukje gaat uithalen als vorig jaar (toen hij binnen drie weken een enorme achterstand op de SP in een grote voorsprong omboog) is bij de gemeenteraadsverkiezingen klein. Politiek gezien zijn er al genoeg redenen om niet op de PvdA te stemmen. De vraag is ook of linkse kiezers zo zwaar tillen aan de slippertjes van hun leider. De relatie van Diederik tot zijn gezin acht men daar louter een privé-zaak en in de reacties op het nieuws van afgelopen week kon je al horen dat hier roddeljournalistiek werd bedreven. Dat mag niet, dat is spelen op de man.
De tegenwerpingen uit de journalistiek, die zich meteen in de eigen integriteit aangevallen voelde, zijn ook duidelijk. Het was Samsom zelf die in de campagne van vorig jaar de zorg voor zijn gezin (inclusief gehandicapt kind) had opgevoerd, dus daarmee was de scheiding van zijn vrouw ook een relevant politiek feit. Politici die dat doen, maken zich kwetsbaar en vallen in hun eigen zwaard als ze alsnog over de schreef gaan. Daar is niks tegenin te brengen. Er zijn talloze voorbeelden van. Toen Gary Hart in de verkiezingscampagne van 1988 journalisten uitdaagde om hem op ontrouw te betrappen, leverden ze terstond het bewijs en was het met hem gedaan. Maar Amerika heeft ook het bewijs laten zien dat sommigen meer mogen dan anderen. Bill Clinton beloofde samen met Hillary voor de camera's dat hij het nooit meer zou doen, maar toen dat later een platte leugen bleek kwam de president er toch mee weg. Omdat Hillary het hem vergaf, althans niet wilde dat de Republikeinen er een nummer van konden maken. Dat zou ook haar eigen kansen verknallen. Het publiek gaf haar gelijk en tot op de dag van vandaag zijn de Clintons een populair powercouple. De kiezers herkennen zich in hun sores en hebben er geen moeite mee dat het huwelijksleven van de Clintons niet altijd over rozen gaat. Dat is hun zaak.
Mij deed het nieuws over het uit elkaar gaan van de Samsoms denken aan een andere zaak uit de jaren negentig. In Nederland was het lang not done om je eigen familieleven in verkiezingscampagnes op te voeren. Dat mocht eigenlijk alleen Joop den Uyl, die altijd graag vertelde over zijn wekenlange kampeervakanties met Liesbeth en de kinderen. Veel verder ging de publieke belangstelling niet. Er bestond een ongeschreven wet tussen politici en journalisten (geen beroepsgroep die de echtelijke trouw hoog in het vaandel had) dat zij hun privéleven met rust zouden laten. Maar in 1993 verbrak Elco Brinkman die traditie. De CDA-leider aarzelde niet zijn vrouw Janneke Brinkman Salentijn (zij is ook een verdienstelijk schilderes) en zijn kinderen voor de bühne te halen, om te demonstreren dat voor zijn partij het gezin de hoeksteen van de samenleving was. Het werd hem ontzettend kwalijk genomen. Vooral door journalisten, die Brinkman een hypocriete fatsoensrakker vonden en hem verweten een Haagse gedragscode te doorbreken. Als Elco privé op een slippertje kon worden betrapt, dan zou dat breed worden uitgemeten, beloofden journalisten elkaar toen. Wat toch echt de omgekeerde wereld was.
Brinkman presenteerde zich tijdens de campagne als een doortastend leider die van aanpakken wist ('het speelkwartier was voorbij') en oefende zo kritiek uit op zijn voorganger, de onvolprezen Ruud Lubbers die twaalf jaar premier was geweest. Het zorgde bij Lubbers voor second thoughts over de kroonprins die hij zelf had aangewezen, waarna hij publiekelijk liet weten ditmaal niet op de nummer één van de lijst, maar op nummer drie Ernst Hirsch Ballin te gaan stemmen. Dat was een mes in de rug van Brinkman, waarbij nog kwam dat Hirsch Ballin pas echt een fatsoensrakker was. Je moet maar durven. Lubbers kwam ermee weg, zoals hij met zoveel dingen wegkwam. Het was een publiek geheim dat Lubbers het met de huwelijkstrouw niet zo nauw nam, maar omdat de premier nooit de zedenmeester had uitgehangen, werd daar door de journaille geen punt van gemaakt. Wat vreemd was, want Lubbers stond als CDA-leider evengoed voor het gezin als hoeksteen van de samenleving, een gedachtegoed waar politiek en maatschappelijk gezien ook niks mis mee was. Maar omdat Lubbers het er nooit over had werden aan Lubbers meer vrijheden toegestaan dan aan Brinkman, die openlijk de liefde voor zijn gezin had beleden.
Waarmee we weer terug zijn bij Diederik Samsom, die in de campagne van vorig jaar hetzelfde deed. Net als Wouter Bos trouwens, die in 2006 als jonge vader met een kinderwagen poseerde waarin geen kind bleek te liggen en in 2010 zijn afscheid uit de politiek motiveerde door meer tijd aan zijn gezin te willen besteden. Beide leiders staan er nu hypocriet op, omdat zij hun familieleven zo nadrukkelijk voor politieke doeleinden hebben gebruikt. Erger, waar het CDA het gezin altijd openlijk als hoeksteen van de samenleving heeft uitgedragen (een gedachte waar nog steeds niks mis mee is), doet de PvdA daar vanouds besmuikt over, terwijl de eigen kopstukken als brave familievaders worden neergezet. Toppunt van betrouwbaarheid was vader Drees. Het laat zien dat in de moderne door spindoctors gedomineerde democratie geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen tussen politiek en privé. Politici gaan daar in hun gretigheid om carrière te maken in mee. Vandaar dat het ook terecht is dat journalisten alles wat ze over politici weten als nieuws beschouwen. Dus ook hun gezinsleven.
Ik zie alleen niet waarom mannen als Lubbers, die als politiek leider wijselijk zijn mond hield over de huwelijksmoraal, meer op discretie zou mogen rekenen dan brave burgerpolitici van het type Brinkman (of Bos of Samsom). Het laat zien dat het voor politici verstandig blijft hun privéleven goed te bewaken en niet uit te venten. Het laat ook zien dat Samsom een risico nam door dat juist wel te doen, een vorm van transparantie waarvoor hij misschien moet worden geprezen (al vond ik dat verkiezingsfilmpje tenenkrommend). Was de gesloten Lubbers minder hypocriet of juist meer? Of is hier de journalistieke moraal het ergst? Ik denk het laatste, omdat de journalistiek nooit vrij van hypocrisie is en altijd eigen overwegingen heeft waarom wel over het privéleven van de ene politicus wordt bericht en niet over dat van de ander. Zoiets als journalistiek die helemaal zuiver op de graat is bestaat niet. Het journalistieke bloed kruipt ook altijd waar het niet gaan kan, omdat ook daar informatie ligt.
Als historicus zeg ik erbij dat een biografie van een politicus pas compleet is als er ook een boekje wordt opengedaan over het (geheime) liefdesleven van de hoofdfiguur. Journalisten of het grote publiek voyeurisme verwijten is dus het laatste wat historici mogen doen. Wat Diederik Samsom weinig zal helpen, want met Max Pam ben ik van mening dat hij voor de komende verkiezingen zowel op politiek als op privégebied te veel heeft uit te leggen. Dat komt niet meer goed, zoals ook het traditionele kerngezin niet meer de hoeksteen van de samenleving is die zij is geweest.