In het debat over de eurocrisis, en dan met name de vraag of landen die lijden onder (de gevolgen van) hun enorme schuldenlast gered moeten worden door gezonde(re) landen, zijn er grofweg twee posities. Aan de ene kant wordt betoogd dat deze landen beslist gered moeten worden, omdat de crisis anders nog erger zal worden. Aan de andere kant echter wordt betoogd dat deze landen beslist niet gered moeten worden, omdat de crisis anders nog erger zal worden. De pro-bailout kant focust zich op 'de losgeslagen markten', die als hyena's op zoek zijn naar slachtoffers; dus hoe minder slachtoffers, hoe stabieler de markten. Deze kant heeft het politieke debat gewonnen, maar hun beleid heeft, zo wordt met de dag duidelijker, gefaald.
Hun beleid heeft vereist dat de EU de no-bailout clausule overboord zet. Eerst is Griekenland gered en later is zelfs op voorhand
500 miljard euro beschikbaar gemaakt om EU-landen met schuldproblemen te redden. Elk EU-land heeft recht op dit geld, het enige vereiste is dat je een zooitje van je publieke financiën maakt. Dáármee is de ellende pas werkelijk begonnen. Voorheen droeg elk land nog de eigen fiscale verantwoordelijkheid, sinds bailouts niet langer taboe zijn echter, wordt elk EU-land effectief 'een beetje' verantwoordelijk gehouden voor het fiscale beleid van andere EU-landen; zonder overigens invloed op dit beleid te hebben. Op de korte termijn is het schadelijk omdat de bereidheid om bailouts aan landen te verlenen juist speculaties voedt in plaats van bestrijdt; op de lange termijn is het schadelijk omdat het een prikkel is voor nationale overheden om meer risico's te nemen in hun beleid dan verantwoord, wetende dat als het echt misgaat (een deel van) de ellende over de schutting met de EU-buren gegooid kan worden.
Twijfels of deze economische overwegingen bepalend zijn geweest voor de EU zijn gerechtvaardigd. De belangrijkste motivaties van de EU zijn immers niet economisch, maar politiek van aard. Veel EU-beleid is verklaarbaar vanuit het besef dat het beleid er in de eerste plaats op gericht is om het bestaan van de EU zelf te rechtvaardigen. De EU als noodzakelijke redder der naties, zoiets. Wie meent dat de pro-bailout kant zijn verlies neemt, heeft het dan ook mis. Integendeel, er wordt nu gepleit voor nog méér Europese invloed, in plaats van minder. Vooral de gedachte om na het monetaire beleid ook het fiscale beleid Europees te regelen spreekt hen aan. Dat gaat echter nooit gebeuren: de nationale overheden zijn bereid om veel over te dragen aan Brussel, maar beslist niet de eigen bevoegdheid om hun burgers te mogen belasten; als er al ooit een Europese belasting komt dan zal het dan ook een nieuwe belasting zijn, één of ander lullig Co2-belastinkje bijvoorbeeld.
Door de bailouts zijn de nationale overheden losgerukt van disciplinering door de markten. Daarvoor in de plaats moet een soort van boetebeleid van de EU komen. Kortom: een middel dat bewezen heeft effectief te zijn in het disciplineren van overheden wordt ingeruild voor een middel dat bewezen heeft geen enkele indruk te maken op nationale overheden. Nee, er is maar één redding voor de EU: alsnog de no-bailout-clausule handhaven.