'Laten we in een rustig herfstweekend de euro afschaffen.'
Aldus François Heisbourg, vooraanstaand Frans-Luxemburgs denker en voorzitter van het gezaghebbende International Institute of Strategic Studies (IISS) in Londen, in een interview in NRC Handelsblad in november 2013 naar aanleiding van het verschijnen van zijn boek La Fin du rêve européen (Het einde van de Europese Droom). Het gaat hier dus niet om een eurosceptische buitenstaander of een dissidente professor, maar om een man uit het midden van de westerse elite. Een overtuigd federalist, die de EU van de ondergang wil redden en de euro als de voornaamste bedreiging ziet. Hij is het oneens met de slagzin van Angela Merkel: 'Scheitert der Euro, dann scheitert Europa.'
Niet verwonderlijk dus dat Frits Bolkestein, eveneens een spijtoptant voor wie de euro is mislukt, hem naar Nederland heeft gehaald, op 21 mei voor een lezing in het Amsterdamse discussiecentrum De Balie, op 22 mei voor een besloten seminar op Clingendael. Ik bezocht beide bijeenkomsten, waarbij Heisbourg op Clingendael geen andere dingen zei dan in Amsterdam. Wat er wel uit spreekt, is dat er door de elite volop over de toekomst van de euro wordt nagedacht, voor en achter de schermen. Waarbij moet worden opgemerkt dat Heisbourg volledig achter de reddingsoperaties staat zoals die tussen 2009 en de zomer van 2012 door de Europese autoriteiten zijn ondernomen. Als de euro toen niet was gered, was het complete financiële stelsel ingestort. Nu die directe ramp is afgewend en we in rustiger vaarwater zijn beland, kan er worden nagedacht over een gecontroleerd openbreken van de eurozone, om de Europese economie, in het bijzonder de economieën van de Zuid-Europese probleemlanden, weer tot groei te brengen.
Er bestaat weinig meningsverschil over de problemen die de euro met zich heeft meegebracht. Iedereen kan zien dat de Zuid-Europese landen het moeilijk hebben om economisch te concurreren, al kun je erover twisten of zij beter af zijn als zij met gedevalueerde nationale munten op eigen kracht verder gaan. Het is een Noord-Europees advies waar de Zuid-Europeanen zelf niet op zijn ingegaan. Dat zegt genoeg. Geen van de probleemlanden heeft het aangedurfd uit de euro te stappen, zelfs Griekenland niet, terwijl daar toch de hardste klappen vallen. Dat de muntunie de eurocrisis zonder afvallers heeft overleefd was tegelijk een belangrijke krachtproef, waardoor de euro van 2009 niet meer dezelfde is als de euro van 2012. De euro is nu veel geloofwaardiger dan vijf jaar geleden, want 'gehard' op de geldmarkten. Daar komt bij dat het grote publiek, dat nooit veel liefde voor de euro had maar die wel als betaalmiddel gebruikt, niet zit te wachten op weer nieuwe riskante experimenten. Dus waarom zouden we de euro op een rustig herfstweekend afschaffen? Het zou meteen met de heilzame rust zijn gedaan en nieuwe gigantische onzekerheid op de geldmarkten scheppen. Niet uit nood, maar omdat een heel select clubje beleidsmakers in opperste wijsheid iets anders heeft besloten. Een war of choice in plaats van een war of necessity.
Wat de knuppel die Heisbourg in het hoenderhok werpt niet minder nuttig maakt. Per slot van rekening willen we zo'n eurocrisis, die in de reële economie nog lang niet voorbij is, niet nog een keer. Alle scenario's moeten doordacht blijven worden, zoals dat vroeger in strategische denktanks als het IISS en bij de NAVO ook gebeurde met de Derde Wereldoorlog. Die is in simulaties honderden keren gevoerd. Als Griekenland of een ander probleemland zelf tot uittreding zou besluiten, zou de muntunie dat waarschijnlijk wel overleven. De geldmarkten zouden het na enige turbulentie voor kennisgeving aannemen en de kiezers in Noord-Europa zouden opgelucht ademhalen dat ze een blok aan het been kwijt zijn. Dat ligt heel anders als de dragende landen ermee op zouden houden. De Bondsrepubliek zou zo'n stap op eigen initiatief nooit aandurven, het zou in één klap het einde zijn van alle naoorlogse inspanningen om van Duitsland een betrouwbaar land in het hart van Europa te maken. Kappen met de euro kan alleen als Duitsland dat samen met Frankrijk en de Europese Centrale Bank, met de Italiaan Mario Draghi als president, in het grootste geheim voorbereidt en de rest voor voldongen feiten plaatst. Waar de schepping van de muntunie in volle openbaarheid heeft plaatsgevonden en tien jaar in beslag nam, kan de ontmanteling slechts via een coup verlopen. Een besluit van een handjevol individuen, om het risico zo klein mogelijk te maken dat de geldmarkten er vooraf lucht van krijgen en een ongekende kapitaalvlucht in gang brengen.
Maar dan nog. Denkt u eens in wat voor een verschrikkelijk gevoel van verraad dat moet geven, niet alleen bij de bevolkingen, maar ook bij de elites die buiten de besluitvorming zijn gehouden. Daarbij is de euro niet zomaar een munt van een wankel Zuid-Amerikaans operetteland als Argentinië of Brazilië, maar een mondiale reservemunt die op de geldmarkten als 'harder' genoteerd staat dan de dollar. De geloofwaardigheid van elke Europese centrale bankier zou onmiddellijk verdwenen zijn. Het zou terstond de paniekreactie op de geldmarkten uitlokken die vermeden moest worden en elk gecontroleerd optreden verder onmogelijk maken. Een onverantwoordelijker daad is binnen het mondiale kapitalisme niet voorstelbaar. Ook de Amerikaanse monetaire autoriteiten, die hieraan nooit hun goedkeuring zouden verlenen, zouden zich gepasseerd voelen. Daarbij komt dat bedrogen elites vele malen gevaarlijker zijn dan bedrogen bevolkingen, omdat elites de connecties hebben om revanche te nemen en zich - zeker als zij voor de ondergang staan - eerder door gekwetste trots en botte macht laten leiden dan door rationele overwegingen.
Frits Bolkestein heeft gezegd dat wij met de euro in een fuik zijn gezwommen. François Heisbourg spreekt van een huis zonder ramen dat in brand staat. Ik wil ze niet tegenspreken. Heisbourg heeft ook gelijk dat de Europese droom ten einde is. Sterker, sinds de eurocrisis is Europa harde werkelijkheid geworden. Maar als dat allemaal waar is, kunnen de Europese elites niet anders dan volledig gecommitteerd zijn aan het behoud van de euro. Zij moeten meegaan met de bluf van Mario Draghi, want elke speculatie over het opbreken van de euro is een garantie voor rampspoed. Niet alleen binnen Europa en de muntunie, maar wereldwijd. Nochtans moeten discussies zoals Bolkestein en Heisbourg die hebben aangekaart worden gevoerd. Om pedagogische redenen, om duidelijk te maken dat het gecontroleerd afschaffen van de euro helemaal niet kan. De euro werkt als omgekeerde kernbom. Wie ermee wil stoppen, bedreigt de hele wereld, al zal het heus wel zo zijn dat daarna de vogeltjes weer fluiten. Maar een zachte landing is er niet. Dat betekent dat we geen andere keus hebben dan om met de euro door te gaan en ermee te leren leven. Dat biedt ook een groot en nog te weinig geapprecieerd voordeel: harder en solider kan een munt niet zijn, en dat schept voor burgers en investeerders een zekerheid die we in een onzekere wereld heel goed kunnen gebruiken.