Gisterenavond maakte de voorzitter van de Vereniging de Friesche Elfsteden bekend dat de tocht aanstaand weekend niet gereden wordt. Even is de spanning weggenomen. Maar begin volgende week gaat het weer harder vriezen, dus dan begint het spel opnieuw. We zullen weer op de hoogte gehouden worden van de ijsdikte in Friesland. Eerst druppelsgewijs, maar naarmate de tijd vordert neemt de status van het bevroren water in Friesland opnieuw een steeds groter deel van de actualiteiten in beslag. Via de media wordt de spanning wordt dag na dag zorgvuldig opgebouwd. En wederom houdt het hele land de adem in tot het verlossende antwoord volgt.
Natuurlijk, het is en blijft een bizar fenomeen: zestienduizend mensen die in barre omstandigheden zo snel mogelijk bijna tweehonderd kilometer afleggen op schaatsen en vele miljoenen mensen die daarnaar kijken.
Wat de Elfstedentocht tot de Koning der Tochten maakt naast zijn lengte en de barre omstandigheden waarin hij meestal gereden wordt, is zijn schaarste. Sinds de eerste tocht in 1909 is hij slechts vijftien maal gereden, de laatste keer in 1997. En dat was de laatste, zo werd gezegd. De koude winters behoorden immers definitief tot het verleden. Dezelfde opmerking werd overigens ook al veel gehoord in 1985 en 1986. Wellicht dat ook dit nog eens bijdraagt tot de bijna mythische proporties die de Elfstedentocht aanneemt op het moment dat bekend wordt dat hij gereden wordt: iedere tocht is echt de laatste.
Waar dit soort nationale hypes plaatsvindt valt heel veel geld te verdienen. Het zijn vehikels om jezelf of je merk op een fantastische manier te profileren. De Elfstedentocht als podium en moneymaker. Logisch, want het schaatsen heeft zijn onschuld al lang geleden verloren. Dus laten we er niet al te cynisch over doen als Unox, Sonnema Beerenburg en ongetwijfeld nog een aantal nieuwkomers met leuke inhaakadvertenties en dito commercials ook hun graantje meepikken. Hadden we anders verwacht?
Communicatief gezien is de Elfstedentocht een uitstekend nationaal bind-, plak- en lijmmiddel. Net als Koninginnedag en de grote voetbaltoernooien. We lopen met zn allen achter hetzelfde vlaggetje aan, rechten de rug en zijn weer trots. Waarop eigenlijk? Dat dat gewoon allemaal maar kan hier. En dat dat van ons is, bij ons hoort. En dat we dus eigenlijk een heel bijzonder volkje zijn. Dit is ons ding en we blinken er in uit. Allemaal. Nee, we zijn niet chauvinistisch, maar Nederland spreekt wel een woordje mee. En als de Tocht doorgaat, zal dat inderdaad in alle uithoeken van de wereld te horen en te zien zijn. Want in welk ander land ter wereld wordt de complete bevolking emotioneel zo verbonden door iets absurds als een extreem lange race door de kou. Dat worden mooie plaatjes bij Bartlehiem, Dokkum en die andere Friese steden. Inderdaad een prima promotie van ons land, als de hossende feestvierders tenminste niet door de Bonkevaart zakken.
Maar er zijn nog een paar merken die de mogelijkheid zullen aangrijpen om zichzelf te promoten op het Nationale Elfstedenpodium. Allereerst onze eigen Koning Winter, die ongetwijfeld als surprise guest- de prijzen wel zal uitreiken. Hierin vanzelfsprekend bijgestaan door onze immer joviale jeune premier. En dan zijn er tenslotte ook nog de winnaar en de net-niet winnaars. Ik hoop dat zij van het platteland komen, zichzelf blijven en niet in de handen vallen van de commercie en de media. Want binnen een jaar staan ze toch weer achter de koeien. Kijk naar tweevoudig winnaar Evert van Benthem. Gek gemaakt, leeg geschud en weggegooid. Ik ben benieuwd of hij vanuit Canada de tocht zal volgen. Als die er komt.
Jacques Meijers, marketing- / communicatiestrateeg.