De 'eendimensionale' mens Derk Jan Eppink

Geen categorie16 okt 2013, 20:30

In de kruistocht tegen de one-size-fits-all-euro doet Derk Jan Eppink vandaag een duit in het zakje in zijn column in de Volkskrant.

Zijn redenering is op twee algemeenheden gebaseerd, die allebei eendimensionaal (en een tikje populistisch) worden uitgelegd. Allereerst zegt hij dat beleidsmakers dol zijn op blauwdrukken. Voor (linkse) plannenmakers is dat de ideale one size fits all. Daarom - en dat is zijn tweede bewering - kunnen zij niet met culturen overweg, want culturen zijn verschillend en cultuurverschillen doen er toe. Mensen laten zich niet van bovenaf in een mal gieten. Wie dat toch probeert, loopt het risico een keurslijf te scheppen dat voor iedereen knelt - one-size-fits-none - en dat op den duur onhoudbaar is. De euro dus, die voor heel Europa op Duitse leest is geschoeid, maar die niemand gelukkig maakt. Ook de Duitsers niet, als zij eenmaal doorkrijgen welk gedrocht hier is gebaard en welke risico's zij daar met hun miljardenwaarborgen bij lopen.

Zoals bij alle algemeenheden, zit er in de beweringen van Eppink, die zich graag eurorealist noemt in plaats van euroscepticus, een kern van waarheid. De Economische en Monetaire Unie is inderdaad een project van beleidsmakers. Sterker, er zijn weinig voorbeelden van een plan dat zo volgens tijdschema en aanvankelijk ook zo geruisloos is ingevoerd. De EMU is een beleidsprestatie van de hoogste orde, of je het er nu mee eens bent of niet. Maar met die 'blauwdruk' was van begin af iets vreemds aan de hand. Zij was juist niet ideaal, maar berustte op een (realistisch) compromis tussen de verschillende visies van Duitsland en Frankrijk. De beleidsmakers waren zich daar heel wel van bewust, maar rekenden erop dat die 'geboortefouten' na verloop van tijd bij een crisis aan het licht zouden treden en dan alsnog zouden worden gladgestreken. Daar zou dan iets 'nieuws' uit voortkomen. Of dat 'onechte' kind meer Duitse of Franse karaktertrekken zou krijgen, stond nog niet vast. Waarschijnlijk iets gemengds, dat dan als 'Europees' kon worden gekenschetst. Op zich een briljant idee. Uit de invoering van de D-Mark in 1948, een nieuwe munt voor onder curatele staande West-Duitsers, was een jaar later de Bondsrepubliek voortgekomen, een geïmproviseerd 'rest-Duitsland' dat onverwacht succesvol zou worden. En ook de West-Europese integratie was in de vorm van de EGKS uit praktische nood geboren. Dat bleek de basis voor de latere verzoening tussen de aartsvijanden Frankrijk en Duitsland, waar opnieuw iets 'nieuws' en succesvols uit voort is gekomen - het postchristelijke Avondland zoals wij dat nu kennen.

Het is dus niet waar dat de plannenmakers in 1950 geen rekening hielden met cultuurverschillen. Integendeel, zij waren zich daar erg bewust van, zoals de architecten van de EMU in 1990 dat ook waren. Vandaar dat zij niet voor de 'ideale', op Duitse (federale) leest geschoeide constructie gingen, maar voor een compromis. Het is wel waar dat de Europese plannenmakers daarbij een voorkeur aan de dag leggen voor one-size-fits-all. Daar is de Europese Commissie ook voor. Denk aan Frits Bolkestein, voor wie Derk Jan Eppink heeft gewerkt, die zich als eurocommisaris voor de Interne Markt, de Douane Unie en de belastingen sterk maakte voor het bevorderen van eerlijke mededinging en het tegengaan van concurrentievervalsing. Algemene maatregelen (one-size-fits-all) hebben van oudsher de voorkeur van liberalen (zoals nu weer Neelie Kroes), omdat zij denken dat zo de overheidsomvang beperkt kan blijven en specifieke maatregelen tot een opeenstapeling van beleid leiden. Dat blijkt ook wel. Het zijn juist de linksige plannenmakers die voor elke minderheidsgroep die in de knel zit extra beleid willen maken. Cultuurverschillen zijn voor hen - in tegenstelling tot wat Eppink beweert - juist heerlijk, omdat voor allerlei gediscrimineerde groepen voorkeursbeleid moet worden ontwikkeld om iedereen gelijke kansen te bieden. Liberalen gruwen daarvan, en voor zover Europa die kant op gaat gruwen zij vooral van die (bemoeizuchtige) EU. Terecht, wat mij betreft.

Het Europese ideaal was overigens nooit zomaar de eenwording, maar eenheid in verscheidenheid. Dat is niet alleen maar een loze kreet. Maar het was wel altijd met de toekomst (modernisering) verbonden, omdat het idee was dat staten steeds afhankelijker werden van de buitenwereld en van de wereldmarkt. Het is waar dat daar soms te enthousiast een voorschot op is genomen en dat de Europese plannemakers harder liepen dan de burgers in de lidstaten voor wie zij het zeiden te doen. Vandaar alle wrijving waaruit de euroscepsis is voortgekomen. Het zijn vooral conservatieven die daar (opnieuw terecht) op hebben gewezen. Maar het is niet zo dat culturen altijd dezelfde blijven en onveranderlijk zijn. Het hedendaagse Europa is onvergelijkbaar met dat van 1950. Dat van 1990 zit al meer in de buurt (West-Europa was toen ook al rijk en leefde in vrede zoals nu), en het laat zien dat culturen zich ook ontwikkelen. De moderne Duitser of Fransman is veel ontwikkelder dan die van 1950, en is ook veel beter in staat om zich te verplaatsen in de ander, al moet dat vermogen niet worden overdreven. En het is ook zo dat lang niet alle Duitsers en Fransen in gelijke mate van de Europese eenwording profiteren. Sommigen betalen daar als 'moderniseringsverliezers' zelfs voor, al zouden zij misschien nog meer betalen als die eenwording er niet was (in uiterste consequentie met hun leven, als het weer tot oorlog zou komen, die zoals Vlamingen heel goed weten altijd de meeste slachtoffers maakt onder het gewone volk).

Dat conservatieven meer hechten aan cultuurverschillen is normaal. Daar zijn zij conservatieven voor. Maar het soort liberaal conservatisme waar Eppink voor staat, is juist sterk op economische vooruitgang gebaseerd, op de praktische waardering van de moderne tijd. Dat gaat mijns inziens ook gepaard met de aanvaarding van allerlei onvolkomenheden. Dat de euro niet ideaal is, spreekt voor zich. Dat België een ongeluk is van de geschiedenis, een (succesvol) overgangsgebied tussen de Latijnse en de Germaanse cultuur, zou conservatieven met zin voor vrijheid en realiteit extra moeten aanspreken. De jacobijnse eenheidsstaat waarmee België in de negentiende eeuw onder leiding van de Franstalige bourgeoisie uitgroeide tot de modernste staat van het Europese continent is in de late twintigste eeuw bovendien tot een federatie getransformeerd die weliswaar rommelig is, en met veel bestuurslagen gepaard gaat, maar waarbinnen de Nederlandstaligen toch met doorslaand succes zijn geëmancipeerd. Maar Eppink vindt het maar niks, waarschuwt permanent voor de Waalse uitzuigpraktijken (een transferunie, weet u wel), en heeft al vaak voorspeld dat België nu echt dit jaar uit elkaar gaat vallen. Wat nog steeds niet is gebeurd.

Er klopt dus iets niet in de eendimensionale denkmodellen van Derk Jan Eppink. De geschiedenis van de Europese integratie zit te ingewikkeld in elkaar om tot de sjablones van (linkse) plannenmakers en hun veronderstelde one-size-fits-all te worden gereduceerd. Dat weet onze Nederbelg, zelf allerminst eendimensionaal en een echte polyglot, ook wel. De anti-intelectuele intellectueel Eppink is niet voor niets een van onze slimste politieke commentatoren. En een gewiekst 'politiker' - europarlementariër zelfs - is hij natuurlijk ook. Dan kun je het best met de huidige (eurosceptische) wind meewaaien.  

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten