1. Home
  2. De CPN en de verkettering van Hans Janmaat

De CPN en de verkettering van Hans Janmaat

Geen categorie09 feb 2014, 20:30
"Waarom kan Wilders nu ongestraft veel ergere dingen zeggen?"
Aldus de kop boven een vraaggesprek in Vrij Nederland met Wil Schuurman (70), de weduwe van Hans Janmaat die bij een demonstratie van 'Antifa's' in het Betuwse dorp Kedichem (bij Leerdam) in 1986 een been verloor. Van 1994 tot 1998 zat ze voor de Centrumdemocraten in de Tweede Kamer. De vraag is interessant, zeker voor de vrouwelijke interviewers die in de jaren tachtig nog tieners waren en zich afvragen of wij toen gek waren, of nu. Wat Janmaat, tegenwoordig soms als een 'ziener' gevierd, in de jaren tachtig zei, klinkt door de ogen van nu onschuldig. Het CD-program Oost West, Thuis Best eiste toen het einde van de discriminatie van de Nederlanders, een schoner millieu zonder belastingverhoging, Nederland geen immigratieland, en een benzineprijs van fl.1,50. Toch werd Janmaat als de duivel (= het fascisme) zelf gezien.
Je kunt je de opwinding van toen nauwelijks meer voorstellen. Het politiek klimaat was in de jaren tachtig heel anders dan nu, ook al was er toen een economische crisis en waren er ook al gastarbeiders die banen innamen van het eigen volk. Sterker, de eerste rellen tegen buitenlanders dateren uit 1972, in de Rotterdamse Afrikaanderwijk (toen er nog helemaal geen economische crisis was). Maar in de jaren tachtig, toen Ruud Lubbers al regeerde, was het klimaat nog sterk links gekleurd. Politiek correct, zouden we tegenwoordig zeggen, maar die term kwam in Nederland pas in zwang in de jaren negentig en was (als zoveel) overgewaaid uit Amerika, waar op de universiteiten onder invloed van een postmoderne (neomarxistische) cultuurkritiek een hysterie over gelijke rechten voor allerlei onderdrukte mindeheidsgroepen (zoals 'vrouwen') was ontstaan. Wie daaraan op de universiteit geen lippendienst bewees, was niet uit het juiste progressieve hout gesneden, en werd als lid van het rechtse, blanke, mannelijke establishment verdacht gemaakt ('ontmaskerd'). Maar in de jaren tachtig was de strijd tegen racisme en fascisme in links-activistisch Nederland al wel op een hoogtepunt.
In het interview met Wil Schuurman, die zelf uit een rood nest kwam en zich nu wel heel erg sereen opstelt, valt op hoezeer de CD van Janmaat werd gestigmatiseerd (door mensen die kamerbreed tegen stigmatisering waren). Het klimaat was vooral laf en conformistisch, niet eens fanatiek politiek correct, want dat hoeft ook niet als gematigd links en zelfs rechts daarin meegaan. Een klimaat van uitsluiting is misschien nog sterker als dat onuitgesproken wordt gehandhaafd. Meindert Fennema, oud-hoogleraar politicologie in Amsterdam die tegenwoordig de archieven van Janmaat beheert, had onlangs nog aan zijn weduwe verteld dat hij in 1992 niet met de CD-leider in het openbaar gezien durfde te worden, want dat zou zijn academische carrière ernstig schaden. Dat zou hij nu niet meer doen. Interessant, want Fennema was tot de opheffing in 1991 lid van de CPN, een partij die tijdens de Koude Oorlog verketterd werd en graag de vervolgde uithing, maar zelf ook wist hoe tegenstanders verketterd moesten worden.
Het 'antifascisme' dat in de jaren zeventig en tachtig breed werd uitgedragen, was vooral een specialiteit van de CPN. In de jaren zeventig, toen de partij onder Paul de Groot nog stalinistisch was, werd de verzetsrol tijdens de Tweede Wereldoorlog gecultiveerd, om zich als 'het betere links' te kunnen profileren. De communisten, was het verhaal, hadden tenminste wat tegen Hitler gedaan, waar het laffe Nederlandse politieke establishment de benen had genomen naar Londen. En toen De Groot na de desastreuze verkiezingsnederlaag van 1977 (Van Agt eruit, de CPN erin!), die op links door Joop den Uyl was gewonnen, aan de kant werd geschoven, belandde de CPN in het vaarwater van radicaal-linkse studenten (en feministen) die in de jaren zeventig lid waren geworden. Wat onder de echte kameraden (de arbeiders) vanzelfsprekend veel wantrouwen wekte en kwaad bloed zette. Denk vooral niet dat het een gezellig eenheidsfront was in linkse kringen. Er heerstte volop concurrentie tussen allerlei linkse splinterbewegingen, waarbij een nieuwlichter als de SP van xenofobie werd beschuldigd omdat die op de afkeer van buitenlanders onder 'de werkers' zou inspelen. Je kunt het ook zo zien: naarmate de CPN ook in linkse kring steeds meer tot een partij van gisteren werd gemarginaliseerd en aan de top een radicaal-feministisch aanzien kreeg, werden de antifascistische antecedenten van de partij belangrijker. Dat 'antifascisme' was de verbindende strijdkreet die de hele linkse beweging verenigde, zeker nadat links de slag tegen de plaatsing van kruisraketten had verloren en op sociaal-economisch gebied door Lubbers en companen in het defensief was gedrongen.
Dat de CPN van toen kon uitgroeien tot vaandeldrager van de politieke correctheid van later blijft ook met de blik van nu iets eigenaardigs. Niet dat alle partijen in de Tweede Kamer even fanatiek in de geloofsbelijdenis meegingen. Maar er was nauwelijks verzet. Alleen Janmaat was een uitzondering op de algehele consensus, en daarmee ook een dankbaar haatobject waarin 'iedereen' zich kon vinden, ook de partijen (van VVD tot PvdA) die niets van de CPN moesten hebben en er zelfs verbitterde gevechten mee hebben geleverd (vooral de PvdA was in de jaren vijftig sterk anticommunistisch). Wat Janmaat was in de jaren tachtig, was de CPN in de jaren vijftig. Met dit verschil dat de CPN altijd kon terugvallen op een indrukwekkend ideologisch begrippenapparaat, dat de gestaalde kaders disciplineerde, en de steun van marxistisch geschoolde intellectuelen. Intellectuelen die overigens even zo makkelijk als verraders van de arbeidersklasse in de ban werden gedaan en als 'NAVO-professor' (de historicus Ger Harmsen) gehekeld als zij niet de juiste partijlijn volgden. Het 'democratisch centralisme' was bij de CPN heel sterk. En partijleden die in ongenade vielen, kregen de hele partij over zich heen, plus een lastercampagne in het dagblad De Waarheid.
Geen fris gezelschap dus, hoewel ik enkele oud-communisten ken voor wie ik mijn hand in het vuur zou steken. Er is een groot verschil tussen communisten als individu en communisten als groep. Al herken je de meesten aan hun argwanende blik en hun politiek insinuerende toontje, iets dat je volgens Martin van Amerongen, oud-hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer, nooit meer kwijtraakte als je er eenmaal door was besmet. Maar het is zeker waar dat de CPN veel invloedrijker op het vaderlandse opinieklimaat was dan je op grond van haar getal mocht verwachten. De CPN profileerde zich ook als een nationale partij die niet naar de pijpen zou dansen van Moskou en - uiteraard -  het grootkapitaal. CPN'ers, die later als oud-CPN'ers ook veel sleutelposities kregen op Nederlandse universiteiten en bij Nederlandse kranten (ook liberale), waren trots op hun invloed 'aan de basis van de Nederlandse samenleving'. Wat tegelijk hun rol belangrijker maakt bij de vraag hoe nu precies dat linkse politiek correcte klimaat in burgerlijk Nederland heeft kunnen ontstaan. Want ook daarin - en bij de verkettering van Janmaat - speelden zij een hoofdrol.
Toch weten we nog steeds betrekkelijk weinig over de CPN, omdat die altijd met een waas van geheimzinnigheid bleef omgeven en veel oud-communisten niet met hun vroegere lidmaatschap te koop lopen. Vooral de jaren zeventig en tachtig roepen nog vele vragen op, omdat de CPN toen allang als dictatoriale stalinistische club was ontmaskerd (dat Stalin niet deugde was eigenlijk al duidelijk sinds Lenin - die ook niet deugde - kort voor zijn dood voor hem waarschuwde), maar toch aantrekkingskracht bleef behouden op een apart slag intellectuelen. Hoewel de CPN, net als nu de PVV, juist een groot wantrouwen koesterde tegen intellectuelen, die zich al gauw beter wanen dan het 'gewone' volk.
Tussen de politieke correctheid van de CPN en vooral de opvolger GroenLinks en de politieke incorrectheid van de PVV zit in elk geval de overeenkomst dat deze clubs aantrekkingskracht uitoefenen op mensen die het politieke establishment willen provoceren. En het feit dat zij daardoor worden 'buitengesloten' ten eigen faveure weten te exploiteren. Daarbij is de eenmansclub van Geert Wilders ook democratisch centralistisch. En de PVV-aanhang verkettert iedereen die de leider bekritiseert, vooral afvallers (renegaten) uit eigen kring. Een bekende communistische agitatietechniek, al kan het zijn dat dit meer onbewust dan bewust gebeurt. Maar zeker is wel dat Wilders erin is geslaagd elk 'antifascisme' onschadelijk te maken. Elke verwijzing naar Hitler werkt tegenwoordig als een politieke boemerang, waardoor er nu veel meer 'kan' dan in de jaren tachtig.
Hiermee is de vraag waarom Wilders ongestraft veel ergere dingen kan zeggen dan Janmaat nog niet bevredigend beantwoord. Dat moet je ongetwijfeld in zijn tijd zien en er speelt veel meer mee. Maar vergeet daarbij vooral niet de rol van de 'antifascistische' CPN (die er nu niet meer is). In Oost-Europa zagen we na de val van het Sovjetcommunisme al dat voormalige communistische partijen op de nationalistische tour gingen. De overeenkomsten tussen de CPN en PVV, vooral in agitatorisch opzicht, hoeven dus niet te verbazen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten