Toen Pim Fortuyn, zelf toch ook een ongeleid projectiel, over het paarse Nederland als een 'verweesde samenleving' sprak, konden we nog niet weten hoezeer hij daarmee gelijk had. Onze democratie leek in de jaren negentig nog leidersfiguren te hebben, zoals de degelijke Wim Kok, namens de PvdA 'premier van alle Nederlanders'. Maar toen het land in schok verkeerde, in de dagen na de moord op Fortuyn, kon Kok het niet opbrengen de aanstaande verkiezingen een paar maanden uit te stellen, om het land de gelegenheid te geven van de klap te bekomen en niet op het lijk van een reeds ter ziele gegane Verlosser (de lijst Pim Fortuyn) te stemmen. Kok was moe en wilde niet meer. Dat getuigde van zelfinzicht, al kwam het op dat moment slecht uit. Maar anderen zouden de kar wel weer kunnen trekken. De Nederlandse democratie was nuchter en sterk, met een elite die niet uit het evenwicht is te brengen. Maar dat blijkt tien jaar na dato toch erg tegen te vallen. Bestuurlijk Nederland slaagt er nog steeds niet in over de schaduw van Fortuyn heen te springen.
Kijk alleen naar de toestand van de sociaaldemocraten, met de christendemocraten de bestuurlijke hoofdstroming van onze verzorgingsstaat. Kok was moe na acht politieke tropenjaren als premier, maar blijkbaar niet moe genoeg om daarna nog enkele dikbetaalde commissariaten te aanvaarden bij Shell en ING. Toezicht houden is een nevenfunctie. Ik wil er niet over doorzeuren, iedereen weet nu hoe het onze toezichthouders in 2008 over de schoenen is gelopen. Maar ondertussen werd het soortelijk gewicht van onze politieke leiders niet beter. Ik beperk me nu even tot de PvdA (voor VVD en CDA kunnen gelijke verhalen worden verteld). Daar werd de door Kok zelf benoemde opvolger Ad Melkert na bewezen diensten snel afgedankt, om plaats te maken voor de jonge Wouter Bos. Hij achtte zichzelf bij de nieuwe verkiezingen in 2003 echter nog niet rijp genoeg voor het premierschap, en vond Job Cohen, die als burgemeester van Amsterdam een schat aan bestuurlijke ervaring had opgedaan en toen al stond voor 'de boel bij elkaar houden', bereid om tijdens de campagne als achtervanger te opereren. Het scheelde een haar (twee zetels), of de PvdA was toen weer de grootste geworden. Omdat dit niet gebeurde, kon de PvdA nog zeven jaar de illusie houden enkele bestuurlijke kanjers in huis te hebben. Als Wouter het niet zou redden, was daar altijd nog Job.
We weten hoe het ging. Wouter miste in 2006 net het premierschap, en besloot begin 2010 als gevierd minister van Financiën (de grote bankenredder van 2008) de handdoek in de ring te gooien. Eerst liep hij weg uit Afghanistan, daarna uit het kabinet en korte tijd later ook uit de politiek. Dit alles te midden van 'de grootste crisis sinds de jaren dertig' (zijn woorden) en een eurocrisis die op uitbarsten stond. Echt veel kritiek erop was er niet, want tot enthousiasme van de eigen achterban stond Job klaar om het over te nemen, en het werd 'moedig' van Wouter gevonden om meer tijd aan zijn gezin te willen besteden. Dat Wouter tegenwoordig wel een paar dagen de tijd vindt voor een functie in de financiële sector, wekt ook nauwelijks verwondering. Blijkbaar geldt zulk toezicht nog steeds als een nevenfunctie, en voor Wouter met al zijn als minister opgebouwde voorkennis en expertise zal het ook niet zo'n klus zijn. Maar een vaandelvlucht is het wel; daarbij verbleekt de aftocht van Dutchbat uit Srebrenica (de reden waarom Kok in 2002 zeven jaar na dato en drie weken voor de verkiezingen opstapte en 'zijn verantwoordelijkheid nam').
Vandaag geeft Job Cohen, volgens de website
Joop 'de fatsoenlijkste man van Nederland', een interview aan
NRC Handelsblad. Het is een in alle opzichten ontluisterend vraaggesprek. Cohen vertelt nu dat hij 'zelf ook ontevreden was over zijn optredens', 'onvoorbereid, onervaren en onhandig was', en 'wist dat hij het niet ging redden'. Met Wouter Bos had hij maanden overleg gehad over de vraag of hij de boel nu wel of niet ging overnemen, maar premier - de grote belofte waarmee zijn lijsttrekkerschap werd gelanceerd - wilde hij niet worden. Daar had hij ook helemaal geen sterke ideeën over (van ingewijden in de PvdA had ik aleens gehoord dat Cohen 'een man zonder ideeën' was, een vaststelling die ook wel eens is gedaan over de man die wel premier is geworden). Dit wordt allemaal gezegd door de man 'die de boel bij elkaar zou houden' en vervolgens alles uit z'n handen liet vallen. Maar, verzekert Cohen ons, 'mijn wereld is niet in elkaar gestort.' Nee zeg, dat zou er nog bij moeten komen.
Bij
Joop vinden ze Cohen nog steeds 'de fatsoenlijkste man van Nederland'. Dat zal best. Maar Job Cohen zegt ook met zoveel woorden dat hij helemaal niet aan dit avontuur had moeten beginnen. Ondertussen heeft hij het wel gedaan. Dat is in alle rust toch vreselijk roekeloos en getuigt bij alle zelftwijfel ook van zelfoverschatting. En Wouter Bos was in 2010 van al die aarzelingen op de hoogte en meende toch het stokje (dat nu ergens zielig op de atletiekbaan ligt) te kunnen overgeven. Want Wouter trok het niet meer en kreeg de kar (zijn ontspoorde partij) niet meer op de rails. Inderdaad, Nederland is een verweesde samenleving. En bij de PvdA, ooit de partij van vadertje Drees, hebben ze dat nog steeds niet door. Zo'n stuurloze club is reddeloos verloren en soms denk ik dat Nederland als geheel niet minder stuurloos is.