De wereld in kaart gebracht in het Scheepvaartmuseum.
Tegenwoordig hebben we het maar gemakkelijk met Google Maps; als ik ergens ben en ik weet de weg niet dan pak ik even mijn smartphone erbij en hopla, in no-time bevind ik mij weer op de juiste route. Dit dankzij een handige app die mij niet alleen een gedetailleerd stratenplan laat zien maar met dank aan GPS - zelfs tot op de meter nauwkeurig mijn exacte locatie weet aan te geven. Superhandig dus. Wat was het fijn geweest als ik daar zon 15 jaar geleden gebruik van had kunnen maken, toen ik nog voor een bekende Amsterdamse oppascentrale werkte en het elke week weer een hele klus was om het juiste adres te vinden. Ik had standaard een stadsplattegrond in mijn tas zitten, maar zelfs mét dat ding was het soms nog een hele uitdaging. Lang leve de technologische vooruitgang dus, die de moderne mens in staat stelt om op elk gewenst moment een plattegrond plus routebeschrijving tevoorschijn te toveren.
Primitief
Dat was vroeger wel anders- en dan heb ik het niet over mijn jaren als babysitter. Nee, ik bedoel écht lang geleden, toen zelfs een simpele stadskaart niet vanzelfsprekend was. Voor zover er al sprake was van steden natuurlijk. Feit is dat mensen altijd nieuwsgierig zijn geweest naar hun omgeving en er zijn aanwijzingen dat zelfs de primitiefste volkeren al behoefte hadden aan een soort van abstracte weergave van de wereld om hen heen. Denk hierbij aan holbewoners die tekeningen maken op dierenhuiden, maar ook aan methodes van (voornamelijk) niet-westerse culturen waar wat meer knutselwerk aan te pas kwam. Zo gebruikten bijvoorbeeld de bewoners van Oceanië duizenden jaren geleden al een vlechtwerk van stokjes als kaart, waarop de verschillende eilanden als schelpen werden vastgezet.
Hoewel het begrip cartografie pas in de 19e eeuw is ontstaan, begon men al aanzienlijk eerder met het in kaart brengen van de wereld op de manier die wij kennen. De oudst bewaard gebleven kaart die de wereld uitbeeldt, uit 600 v. Chr., stamt uit Babylon (het huidige Irak) en is een inscriptie op een kleitablet. Echt serieus wordt het als de oude Grieken zich wagen aan pogingen om de toen bekende wereld aan het papier toe te vertrouwen; Strabo (64 v. Chr.- 19 na Chr.) was een historicus en hield het alleen bij woorden, maar de befaamde astronoom, geograaf en cartograaf Claudius Ptolemaeus (87 -150 n. Chr.) creëert met zijn Geographia een gids die eeuwenlang zou gelden als hét standaardwerk, zeg maar de atlas der atlassen die zelfs de geleerden van de renaissance nog zou inspireren. Na de uitvinding van de boekdrukkunst veroveren de eerste gedrukte uitgaven in 1477 razendsnel de wereld, om deze ironisch genoeg- vervolgens in rap tempo voorgoed te veranderen.
Ptolemaeus wist namelijk dat zijn wereldkaart niet compleet was; dat valt af te leiden aan de lengtegraden en de positie van de evenaar. Er ontbreekt een flink stuk van de 360 graden die de aarde rond is. Dit (nu in druk verschenen) wereldbeeld prikkelde natuurlijk de nieuwsgierigheid en nodigde uit tot verdere verkenning van de aarde, die door allerlei nieuwe uitvindingen en ontwikkelingen mogelijk werd gemaakt. Al snel na de eerste verschijning van de Geographia komen er dan ook herziene edities op de markt die zgn. tabulae modernae bevatten, samengesteld op grond van recent verworven kennis. De ontdekking van Amerika, de Nieuwe Wereld, vormt natuurlijk de eerste écht spectaculaire aanpassing van het klassieke wereldbeeld.
Ontdekkingsreizen
De ontwikkeling van de cartografie neemt in deze periode dankzij de ontdekkingsreizen een gigantische sprong. Zonder de scheepvaart zouden die grote ontdekkingsreizen echter niet mogelijk zijn geweest en dus lijkt het niet meer dan toepasselijk dat juist in het Scheepvaartmuseum extra aandacht wordt geschonken aan de kaarten en atlassen die dankzij de nieuwe informatie vervaardigd konden worden. Het museum beschikt over een aanzienlijke collectie als het op cartografische juweeltjes aankomt en de topstukken zijn sinds vorige maand te bezichtigen in de nieuwe permanente tentoonstelling De Atlassen. De kaarten en atlassen stammen uit de 15e, 16e en 17e eeuw en er is speciale aandacht voor de prachtige, kleurrijke exemplaren uit de stal van onze eigen Amsterdamse cartograaf en uitgever Johan Blaeu.
Geheel begrijpelijk liggen de kostbare atlassen in speciale klimaatkasten tentoongesteld, maar het is wel jammer dat ze daar in het donker- slecht te zien zijn. Nu kun je op een knopje drukken en dan gaat het licht aan, maar dat dimt alweer na een paar seconden, dus je moet snel kijken- of op het knopje blijven drukken. Wat ook kan is kijken of er toevallig een gedigitaliseerde versie van de betreffende atlas beschikbaar is en deze vervolgens op een groot scherm doorbladeren- iets wat de bezoeker bij de echte natuurlijk wel kan vergeten. Een leuke optie dus, al maak ik wel de kanttekening dat er slechts twee schermen aanwezig zijn. In de schoolvakanties kan ik me zo voorstellen dat het dan wel eens even kan duren voordat je aan de beurt bent. Maar heb vooral geduld, want al zou ik liever aan het papier van het origineel snuffelen - het is toch wel heel geinig om door zon atlas uit de 16e eeuw te swipen. Een oude wereld in een modern jasje.
U kunt De Atlassen voorlopig nog gaan bekijken in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam. Voor meer informatie kijkt u hier: http://www.hetscheepvaartmuseum.nl/tentoonstellingen/exposities%7C52.