Daadkrachtig vreemdelingenbeleid vereist nationale consensus

Geen categorie12 apr 2011, 19:00

Onder invloed van de PVV heeft het kabinet-Rutte beloofd 'Nederland weer Nederlandser' te maken. Een sympathiek streven, waar ik helemaal voor ben. Ik denk ook met enige warmte terug aan het Nederland waarin ik ben opgegroeid. Daarin zit nog iets van dat touwtje uit de brievenbus, de eerste auto van je vader (een tweedehands Kever met eiruitje, vijftien jaar later in 1977 ook mijn eerste auto, maar dan met grote achterrruit), voetballen op straat en je fiets geparkeerd met de trapper langs de stoeprand. Lijkt me een geweldig idee als Feijenoord en Ajax weer Europacups winnen en Haarlem gewoon in de eredivisie speelt, een Nederland waarin Nederlanders nog correct Nederlands schrijven, zonder spelfouten, en op school geleerd hebben dat de vader des vaderlands in 1584 door een huurmoordenaar voor duiten van de Spaanse koning in Delft werd doodgeschoten. Zo'n Nederland heeft echt bestaan, een jaar of veertig geleden, zoals Nederland weer veertig jaar daarvoor in Zuidoost-Azië een enorm wereldrijk had. Alleen: dat Nederland bestaat niet meer en komt nooit meer terug. In de jaren vijftig en zestig heeft Joseph Luns nog gedaan alsof we volop meetelden in de grote wereld. Hij trok in zijn eentje tegen Soekarno op, tegen Kennedy, tegen De Gaulle en tegen Adenauer. En hij was ook nog tegen Moskou, en dat allemaal tegelijk. De KVP-politicus was niet alleen razend populair, maar als minister van Buitenlandse Zaken (1952-1971) nog verbazingwekkend succesvol ook. Dat was pas een man met ruggengraat. Nu kent niemand Luns meer, die vanaf het begin van de jaren zeventig in eigen land werd verguisd terwijl zijn internationale carrière nog moest beginnen. Luns was maar liefst twaalf jaar de hoogste baas van het westers bondgenootschap, van 1972 tot 1984, maar in Nederland vonden we hem een seniele oude vent. Toen hij stierf, in het Fortuynjaar 2002, waren de kranten niet eens meer in zijn necrologie geïnteresseerd. De nationale consensus was van kleur verschoten...

Inmiddels maken we ons in Nederland alweer tien jaar druk over de islam. Begrijpelijk, want de islam is een grote vreemde godsdienst met soms gewelddadige en voor ons ongrijpbare volgelingen. De islam dringt zich zichtbaar op, en gaat niet meer weg. Dat het Koninkrijk der Nederlanden ooit zeventig of tachtig miljoen moslims telde, telt niet mee, want in 1949 namen we er definitief afstand van, na een aanwezigheid in 'Ons Indië' van meer dan 350 jaar. De moslims die we nu hebben, 'de nieuwe Nederlanders', komen voor het overgrote deel uit andere landen, en het zou best kunnen dat die hier de komende 350 jaar blijven, misschien in toenemend aantal, misschien ook in kleinere aantallen als ze ook in die kringen aan de pil gaan doen en 'vrije jongeren' krijgen. We weten het niet, maar de afgelopen tachtig jaar leren dat het aangezicht van een land snel van kleur kan verschieten. Wat zeg ik: razendsnel. De afgelopen weken heb ik wat gedachten toevertrouwd aan de Dagelijkse Standaard over hoofddoekjes, of je daarvan kunt wegkijken (nou, eigenlijk niet), of er daar nu steeds meer van komen, ondanks of dankzij de PVV, en of de moslimmeiden die nu uit groepsdwang dragen, uit mode, uit vrije wil, of uit protest. Veel bijval heb ik er niet voor gekregen (ik zou een onverbeterlijke linkse dhimmie zijn, een geheim agent van het CDA, of gefinancierd worden door de Dijkstalfactie van de VVD), terwijl ik toch niet meer heb geprobeerd dan 1 + 1 op te tellen. Opgeteld is dat 2, dus nog lang geen meerderheid, want daarvoor heb je 76 zetels nodig, en wie Nederland weer Nederlandser wil maken moet waarschijnlijk nog veel meer optellen.

Laat ik mij beperken tot een enkele simpele waarheid, uit de sfeer van schikken en plooien en pappen en nathouden, die niet moeilijk te begrijpen is, maar wel erg controversieel geworden is. Voor een stevig vreemdelingenbeleid, of het nu om een streng immigratiebeleid gaat, een inburgeringscursus voor nieuwkomers, of een aanpassingskoers voor moslims, heb je een nationale consensus nodig en een sterke overheid met loyale ambtenaren die weten wat ze moeten doen. De regering in Den Haag, een minderheidskabinet trouwens, kan wel allerlei stevige maatregelen uitvaardigen om de overlast van k-Marokkanen en de criminaliteit van nieuwe Nederlanders te beteugelen, maar die moeten op lokaal niveau ook worden uitgevoerd, in steden waar de huidige regeringscombinatie in de oppositie zit en het type ambtenaren loyaal beleid moet gaan doorvoeren dat de kleur draagt van een politieke partij die hen de oorlog heeft verklaard. Is het waarschijnlijk dat dat gaat lukken? Niet als 1 + 1 twee is. Om Nederland weer Nederlandser te maken, is voor alles een nationale consensus nodig over hoe dat moet en hoe dat toekomstige Nederland er dan uit moet zien. Die consensus is er niet, en een herstel daarvan, zoals die bijvoorbeeld in de wederopbouwjaren heeft bestaan (de jaren van Luns), of in de Paarse jaren negentig (de jaren van Kok en Dijkstal, met moeder Borst als de Marga Klompé van ons nationale drugsbeleid, het homohuwelijk, de abortus provocatus en de euthanasie, en heer Bolkestein als deftige dissonant in het achtergrondkoor) is niet in zicht. Wie wegkijkt van deze simpele politieke waarheid, is ziende blind en hangt zichzelf een sluier voor ogen.

 

 

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten