Volgens de nieuwe voorzitter van de Raad van Cultuur zijn er veel kansen.
2012 wordt een moeilijk jaar voor de Nederlandse cultuur. Dit jaar zal meer duidelijkheid brengen wie er getroffen zullen worden door de bezuinigingen. Maar het brengt ook oplossingen. Dat vinden Joop Daalmeyer, de nieuwe voorzitter van de Raad van Cultuur en George Lawson, directeur van het Fonds voor de podiumkunsten.
Bezuinigingen op kunst en cultuur betekenen niet, zoals Youp van 't Hek ons in zijn oudejaarsconference vermanend toesprak, dat Nederland verzandt tot een culturele woestijn. Integendeel, een beetje inhakken op zelfbenoemde kunstenaars kan geen kwaad. Dat is niet meer dan een natuurlijke reactie: dezelfde mensen die nu de drijvende kracht zijn achter de kunstbezuinigingen, worden al vijftig jaar lang belachelijk gemaakt door (zelfbenoemde) kunstenaars. Het is in bepaalde kunstenaarskringen nog altijd comme il faut om PVV'ers als de opvolgers van Hitler en VVD'ers als kapitalistische varkens te zien. Bezoek een toneelvoorstelling (gewoon, in de schouwburg in Den Haag, Amsterdam of Leiden) en de leipe linkse lyriek buldert van de bühne.
Niet zoveel mis mee, hoor. PVV'ers nazi's noemen, moet kunnen. Laatstgenoemden zeggen vaak soortgelijke dingen over moslims, doen we ook niet al te moeilijk over. Maar dan moet kunstminnend Nederland niet raar opkijken als de burgerij zich tegen hen keert, dat rechtse mensen niet meer willen betalen voor 'linkse staatskunst'.
Tot zover waarom de bezuinigingen zo gek nog niet zijn; er worden vast legio problemen opgelost, maar één kolossaal probleem wordt verergerd: de burger laat zich niets meer leren. Menig burger vindt eenieder die oreert over de merites van de 'hoge kunsten' een verwaande kwast die heel snel zijn mond moet houden, want 'ik bepaal *geeveedee* zelf wel wat ik mooi vind!' Over smaak en kunst valt wel degelijk te twisten, maar slechts weinigen laten zich dat vertellen. Door de domme haat - en ontstellend dom is het - tegen autoriteit op gebied van kunst, hebben deze 'mondige burgers' zich bekeerd tot het relativistische postmodernisme dat hen altijd heeft beschimpt.
Kunst en cultuur worden door de staat gesubsidieerd om de burgers op te voeden. Een overheid moet burgers (tot op zekere hoogte!) willen en durven verheffen. Hoe knullig dat ook mag uitpakken, van een schooltripje naar een concertgebouw om Beethoven te horen, is nog nooit iemand slechter geworden. Met de bezuinigingen op kunst en cultuur geeft het kabinet aan dat het niet zo gelooft in een overheid die zijn burgers opvoedt. Het kabinet doet in dit opzicht niets om de autoriteitshaat van een groot deel van onze burgers in te dammen. De Nederlandse overheid moet durven zeggen 'dit is kunst, hiervoor trekken wij geld uit', een vergelijking durven maken tussen Das wohltemperierte Klavier en een hiphop-album en durven kiezen voor Bach. Dat levert naast kennis ook discussie op, want over smaak valt wel degelijk te twisten.