Columnist Peter Plasman vindt dat de wereld veel te snel is overgegaan op digitalisering, en dat veel burgers daar nu de dupe van worden. Ook zijn alle projecten die tot doel hebben overheden te laten overstappen op een ideologie van decentralisatie en winstmaximalisatie flagrant mislukt: de kwaliteit van leven is er niet hoger op geworden. Tijd om op de rem te gaan staan, betoogt de advocaat vandaag. Mijn buurvrouw is 76 en slecht ter been. Toen ik haar tegenkwam vroeg ik of ze iets nodig had van de supermarkt. Een boodschapje meenemen is immers een kleine moeite en we moeten elkaar helpen, zeker nu. Al snel kreeg ik spijt van mijn vraag, want uiteindelijk heb ik twee uur moeten wachten op mijn krat bier.
Deze mop zette mij aan het denken. De boodschap is natuurlijk dat het andersom normaal zou zijn geweest en dat ik bijzonder lullig doe door niet haar boodschappen te doen. Maar is dat wel zo?
Voor oudere mensen zijn de tijden in rap tempo veranderd. Door de schaalvergroting ‒ ingegeven door efficiency-overwegingen ‒ vindt er al jaren een kaalslag plaats in belangrijke voorzieningen. Kleine, vaak gespecialiseerde middenstanders verdwijnen om plaats te maken voor reusachtige winkelketens. Uit kleinere gemeenschappen verdwijnen de winkels. Bankfilialen sluiten hun deuren omdat de tijd die daar aan klanten wordt besteed te duur betaald wordt. We krijgen steeds meer een overheid die winstmaximalisatie nastreeft. Dus politiebureaus worden gesloten, de wijkagent wegbezuinigd en wijkverpleging geschrapt. In dat winstdenken past ook het destijds afstoten van het openbaar vervoer waarna onrendabele lijnen werden opgeheven en bushaltes verdwenen.
Hetzelfde is gebeurd in de gezondheidszorg, waar kleinere ziekenhuizen het hebben afgelegd tegen de ziekenhuisfabrieken. Veel huisartsen, die een persoonlijke band met hun patiënten hadden, zijn verdwenen of opgegaan in medische centra waar tijdsgebonden zorg wordt verleend. Met de opsomming van het stelsmatig in rook laten opgaan van het voorzieningennievau kan ik nog een tijdje doorgaan. En in die opsomming sta ik niet alleen: de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft gesteld dat gemeenten twee tot drie miljard euro per jaar tekort komen. Daar komen de financiële gevolgen van het coronavirus nog bij. Het Sociaal Cultureel Planbureau stelt dat de decentralisaties, van onder meer de jeugdzorg, totaal zijn mislukt. Minder geld betekende nóg minder zorg!
Op grote schaal en in snel tempo zijn persoonlijke contacten omgezet in digitale ontmoetingen, alles vanuit de opvatting dat het aanhouden van personeel de winst drukt.
Wanneer u nu iets met uw bank moet regelen, begint u met het intoetsen van uw rekeningnummer “opdat wij u snel/goed/adequaat/et cetera van dienst kunnen zijn.” Dat lijkt goed te beginnen, maar dan begint de wachttijd. Of eerst een keuzemenu en dan wachten. Omdat ik het idee heb dat de belangstelling voor mijn persoon groter zal zijn wanneer ik geld wil uitgeven, kies ik overigens altijd de toets die bestemd is voor bestellen of nieuwe klanten. Dan nooit die van storingen...
Wij zijn met z’n allen deze digitale wereld ingeduwd en daar gaan we niet meer uitkomen. Jongeren weten niet beter: bits en bytes zitten inmiddels in de genen. Slachtoffers zijn de burgers voor wie het allemaal veel te snel is gegaan. Zij zijn de vertrouwde voorzieningen kwijtgeraakt terwijl ze in de digitale wereld de weg niet kunnen vinden. Daarom moet ik inderdaad mijn buurvrouw de boodschappen misschien niet uit handen nemen, maar juist stimuleren dat zij zo veel mogelijk contact houdt met de echte wereld.
Maar er kan meer gedaan worden. Uiteraard moet het miljardentekort voor gemeenten worden geledigd en moet de regie worden teruggepakt op decentralisaties. Het consumentenrecht kan worden uitgebreid. Elke onderneming die zich van een digitaal loket bedient zou verplicht moeten worden dat loket zo te organiseren dat elke klant binnen vijf minuten adequaat te woord wordt gestaan. Ook zou er een verplichting moeten komen om voor zestigplussers een aparte, goed functionerende helpdesk in te richten. De overheid kan zelf een servicecentrum opzetten waar iedereen terecht kan die de weg in de digitale wereld nog niet heeft kunnen vinden.
Voortschrijdend inzicht moet leren dat de schaalvergroting is doorgeslagen. Met name de minder grote gemeenschappen zijn de dupe geworden. Ook daar moet het onderhouden van sociale contacten weer gefaciliteerd worden. De mens moet weer centraal staan, niet de efficiency. Kleinschalige voorzieningen moeten terug. Pas wanneer het echte leven in stand gehouden wordt en de digibeten goed worden begeleid bij het vinden van hun weg in het parallelle digitale leven zullen de positieve aspecten van beide werelden elkaar versterken. En pas dan krijgen we een hogere kwaliteit van leven.
Peter Plasman is kandidaat-Kamerlid voor Code Oranje.