Jan Roos heeft met verbazing zitten kijken naar de ophef rondom Jeanine Hennis' zwarte hoofddoek in Irak. Hij noemt het "overtrokken." Maar denk niet dat de columnist daarmee partij kiest voor de verdedigers van het islamitische gewaad, want ook voor de voorstanders van deze outfitkeuze heeft hij wat pittige teksten klaarliggen. Ik vind alle ophef over het zwarte gewaad van Sjaantje Hennis in Irak een beetje overtrokken. Natuurlijk is het een klap in het gezicht van Islamitische vrouwen die hun leven lang onderdrukt worden door het patriarchale geloof. Natuurlijk is het een middelvinger naar alle dames die in Iran in de gevangenis zitten omdat zij juist die lappen hebben afgeworpen.
Maar laten we eerlijk zijn, Jeanine stemde als liberaal Kamerlid met homo-emancipatie in haar portefeuille ook tegen het schrappen van de weigerambtenaar, omdat dat nou eenmaal goed uitkwam. Die flexibele ruggengraat toentertijd leverde haar het baantje als minister van defensie op. Dus ze weet heel goed dat haar principes best leuk zijn, maar ook dat alles immers te koop is.
Wat mij wel heel erg opvalt zijn de deuggleufjes die nu in de rij staan te gillen dat het heel erg goed van Hennis is omdat 's lands wijs nou eenmaal 's lands eer is. Goed, ik denk dat je vanuit de VN moet tonen paal te staan voor vrouwenrechten en dus dat je geen onderdrukkende kledij aantrekt om mannen daar te pleasen, maar dat is ook maar een mening. Het vreemde is alleen wel dat die "'s lands wijs 's lands eer"-types ook in ons land de hoofddoek en de boerka hartstochtelijk verdedigen. Ondanks dat het helemaal geen enkele moer met óns 's lands wijs of ons 's lands eer te maken heeft. Dan hoor ik die lui niet zeggen dat ze zich dienen aan te passen aan hoe wij het hier doen. Want dat is dan weer opeens heel erg extreemrechts.
Snapt u het nog?