Waarom is de NPO toch zo'n enorm links bolwerk, bomvol linkse tv-programma's en progressieve radio-uitzendingen? Om die vraag te beantwoorden moet je in het hoofd kruipen van de NPO-bestuurders. Voor zijn column van deze week onderging Jan Roos die excercitie, die samen met oud-NPO-baas Ton F. van Dijk de deplorabele staat van de publieke omroep onder de loep nam. Voor mijn podcast
Echte Jan! interviewde ik gisteren Ton F. van Dijk, jarenlang de grote baas van de NPO. Hij is een bijzonder vriendelijke en genuanceerde man, die ook bijzonder genuanceerde en vriendelijke stukjes schrijft voor HP/De Tijd, waarin hij genadeloos feiten boven water haalt waar menig politicus het zweet van in de nek krijgt. Femke Halsema kan mogelijk
nooit meer Amerika binnenkomen. En soms zelfs treedt iemand zelfs af, zoals in het
geval van oud-VVD-Kamerlid Han ten Broeke.
Het interessantste gedeelte van de podcast,
hier te beluisteren, ging over onze publieke omroep en waarom dat nou zo verdomde links is. Naast dat Ton vertelt dat het komt door een verdomd ouderwets systeem waardoor de bepalende omroepen allemaal links of nietszeggend zijn, heeft het ook te maken met de macht van de bestuurders van de NPO. Die macht bepaalt wat er op de buis komt, niet de omroepen zelf. Dus stel dat WNL het wel had aangedurfd om die show van Robert Jensen uit te zenden, dan had de zendercoördinator dat niet geaccepteerd en ging het alsnog niet door. Vandaar ook dat de, in den beginne, rechtse omroep voor Wakker Nederland een fletse bedoening is, waar slecht geïnformeerde meisjes niet-kritische vragen stellen. Want het moet vooral gezellig blijven in de studio.
Enfin. Niet de omroepen, maar het linkse bestuur bepaalt wat wij te zien en te horen krijgen. Daarom is het zo bijzonder zwak gesteld met die zogenaamd pluriformiteit. Want voor zeker 30% van de Nederlanders heeft de NPO niets te bieden. Waarom doet de politiek daar dan niks aan, zou je kunnen vragen. Zij zijn immers de baas. Nou, dat vertelt Ton ook. Omdat ze er helemaal geen baat bij hebben om die groep, de “maatschappelijk teleurgestelden”, te bedienen.
Lekker dan.