In zijn column van deze week, ditmaal een dag eerder op donderdag gepubliceerd, gaat Jan Roos uitgebreid in op de integriteitsschandalen die Alexander Pechtold plagen. En dan vooral het hypocriete karakter van de man, dat nu aan het licht komt: "Steeds weer dat moralistische vingertje van die zelfingenomen fluim om te vertellen wat wel en wat niet deugt." Maar dan wel een partijgenoot dwingen om abortus te plegen.
Alexander Pechtold is een enorme schoft. Kijk, dat hij zich heeft laten omkopen met een penthouse van bijna twee ton door een Canadese diplomaat is natuurlijk heel ernstig. Dat hij tijdens zijn huwelijk alles wat los en vast zat op zijn veilinghamertje heeft getrokken is niet fraai. Dat hij zijn laatste verovering zwanger heeft gemaakt, bedreigd heeft om haar kapot te maken en ook nog eens gedwongen om een abortuspil te slikken is op z'n zachtst gezegd nogal wat. Dat hij De Telegraaf met juridische stappen dreigt als zij dit verhaal plaatsen is ongehoord. Dat zijn oud-collega Wassila Hachchi vanwege hem naar Amerika vluchtte om een zelfde soort situatie is natuurlijk uiterst pijnlijk. Maar goed voor hem dat zij onderdeel is van de islamitische schaamte- en zwijgcultuur.
Dat hij voor de moord op Pim Fortuyn hem extreemrechts en staatsgevaarlijk heeft genoemd is hem zeker aan te rekenen. Dat hij ervoor heeft gezorgd dat ongeletterden mensen ongewild na hun dood hun organen moeten afstaan is gruwelijk. Dat hij zichzelf tot “zilveren winnaar” kroonde na een verlies van 22% van de zetels bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen is ronduit stuitend. Dat hij het referendum, zowel bindend als niet-bindend, de nek heeft omgedraaid als baas van een referendumpartij is totaal onbegrijpelijk. Dat hij als de Democraten uit 1966 meewerkt aan de afbraak van onze democratie is echt bezopen. Dat hij alle kroonjuwelen van zijn partij voor wat macht heeft uitgeruild is heel sneu.
Maar wat hem nou zo'n ongelofelijke enorme schoft maakt is dat hij denkt dat-ie er gewoon mee kan wegkomen. Altijd en overal iedereen de maat nemen. Steeds weer dat moralistische vingertje van die zelfingenomen fluim om te vertellen wat wel en wat niet deugt. Als rechter, jury en beul van de goede smaak sabelt hij iedereen neer die hij onfatsoenlijk is in zijn uiterst pedante ogen.
Terwijl Alexander Pechtold totaal niet deugt. Niet als politiek leider, maar zeker niet als mens.