Onze welvaart is iets dat, zeer terecht, overal ter wereld benijd en beaamd wordt. Maar welvaart heeft in onze maatschappij ook slachtoffers gemaakt.
Onze collectieve welvaart heeft de psyche van veel mensen op een fundamentele manier veranderd. Waar voorheen het primaire doel zelfredzaamheid was, is voor velen het primaire doel nu; het naar je zin hebben. Zelfredzaamheid en plezier hoeven elkaar niet uit te sluiten, maar dat zelfredzaamheid uit plezier volgt, is beslist geen wetmatigheid.
De reden voor deze veranderde psyche is simpel: het kan.
Het ideaal van een verzorgingsstaat zou men als nobel kunnen duiden. Deze staatsvorm probeert immers elk individu een menswaardig bestaan te garanderen. Maar, menswaardig, heeft in veel gevallen zijn bescheiden betekenis ingeruild voor iets meer dan dat: een leuk bestaan. In Nederland ben je arm als je geen TV en internet hebt
Een leuk leven op kosten van de staat, lees; belastingbetaler. Dit heeft het fenomeen entitlement in de hand gewerkt. In deze context is dit het gevoel recht te hebben op voorspoed en comfort, buiten de eigen inspanningen om. Deze destructieve houding is een van de donkerste vlekken op mijn generatie.
In mijn persoonlijke opvatting is zelfredzaamheid, voor mensen die daar mentaal en fysiek toe in staat zijn, een primair levensdoel. Pas daarna mag op eigen kosten plezier worden beleefd. Met mensen die een andere volgorde aanhouden, is iets fundamenteel mis, zij zijn de slachtoffers van welvaart.
In de nasleep van de machtige staat die het resultaat was van de Franse revolutie, schreef Alexis de Tocqueville een aantal profetische woorden met betrekking tot de verzorgingsstaat; Ik zie een ontelbare massa van eendere en gelijke mensen die rusteloos om zichzelf heen draaien om zich de kleine en vulgaire genoegens te verschaffen waarvan hun hart vervuld is.
Tocqvueville maakte een belangrijke observatie, die nog steeds geldig is; In de VS is het aantal slachtoffers van welvaart aanzienlijk lager, en in de tijd van Tocqueville non-existent. In zijn reis door de VS observeerde de Fransman hoe waardevol het is een onbemoeizuchtige overheid te hebben. De Amerikanen organiseerde zich in een veelheid van verenigingen en individuele zelfredzaamheid werd een pilaar van de cultuur en het arbeidsethos.
Een van mijn favoriete voorbeelden van deze hedendaagse Amerikaanse mentaliteit vind ik de serie Goldrush. Mannen riskeren veel en na veel tegenslag en doorzetten, rendeert het. En hoe. Dit is de no guts, no glory mentaliteit in de praktijk. Een mentaliteitthats frowned upon in Europa.
Wat een schril contrast met onze cultuur, waarbij mensen in tegenspoed eerder naar de overheid kijken dan naar hun eigen innovativiteit. Een cultuur waarvan bijna gezegd kan worden dat deze hedonisme aanmoedigt, en zelfredzaamheid in ieder geval niet de culturele kudos geeft die het zou moeten krijgen.
Deze cultuur, die doordrenkt is van een socialistische gelijkheidsmensbeeld, creëert
zwakke geesten en bovendien
psychisch leed.
Deze cultuur maakt ook dat capabele mensen, in essentie, onverstandige keuzes maken. Zo is het onder studenten een niet zeldzame gedachte dat je vooral een studie moet doen die je leuk, dan wel makkelijk vindt. Of deze studie in een later stadium zelfredzaamheid oplevert, lijkt van secundair belang. Dat kan ook, want ze zullen nooit omkomen van de honger, dat garandeert de verzorgingsstaat. Als je een studie doet die je leuk vindt en geld op zal gaan leveren, dan is dat natuurlijk mooi meegenomen.
Chris Rutenfrans, opinieredacteur van de Volkskrant, stelde een tijd geleden in het programma
Het filosofisch kwintet ook dat de uitkeringscultuur slechte huwelijken in de hand werkt. Een bijstandsmoeder heeft immers niet de noodzaak te kiezen voor een capabele man die haar voorziet in haar behoeften. Dat doet vadertje staat namelijk toch wel.
Een sterke maatschappij bestaat uit sterke individuen. Sterke individuen zijn zij die het beste uit zichzelf weten te halen en zich zodoende zelfredzaam maken. Onze maatschappij biedt, met al zijn zekerheden en rechten, een individu niet genoeg drive voor optimale zelfontplooiing, men hoeft immers nooit een echt gebrek aan levensmiddelen te vrezen.
Mij bekruipt vaak het gevoel dat deze meer rechten dan plichten cultuur, onze ondergang nog eens wordt.