In China zijn er vijf dominante godsdiensten: islam, boeddhisme, protestantisme, katholicisme en daoisme. Waarvan overigens alleen het daoisme een inheemse godsdienst is. De meest recente cijfers tonen dat 67,4% van de populatie een aanhanger is van een van deze godsdiensten. Van die 67,4% is 63% tussen de 16-39 jaar oud. Dus, religie is niet iets stoffigs of alleen iets voor ouderen, religie trekt in China juist heel veel jongeren aan.
Het gevoel dat de samenleving te snel verandert, dat oude zekerheden zijn weggevallen en dat de nadruk niet op de gemeenschap ligt maar op het individu is een welbekend fenomeen in het Westen. En nu ervaren de Chinezen ook de voordelen en de nadelen van een snelgroeiende economie en een samenleving gebaseerd op competitie. Het is alleen maar logisch dat religie binnen dat context een belangrijke steunpilaar is geworden.